Geluk is nooit blijvend
Aan het begin van de vorige eeuw had het Duitse rijk een aantal koloniën in Oost-Afrika. De Duitsers zaten in landen zoals Namibië, Kameroen, delen van Tanzania en Kenia, waar ze met veel geweld tegen en onderdrukking van de plaatselijke bewoners de scepter zwaaiden. Na de Eerste Wereldoorlog verloor Duitsland de heerschappij over deze landen en gebieden. Het is een relatief vergeten deel van de koloniale geschiedenis die door de roman Hiernamaals van de Tanzaniaanse schrijver Abdulrazak Gurnah, vertaald door Lucie Schaap, weer tot leven komt.
'Je zou deze roman kunnen beschouwen als een soort eerherstel: weet wat er is gebeurd, luister naar dit verhaal.' – recensent Inge
Gurnah werd in 1948 geboren op het Tanzaniaanse eiland Zanzibar, dat in die tijd een Brits protectoraat was. Hij verliet het eiland na de Revolutie van Zanzibar en vestigde zich in Engeland, waar hij nog steeds woont. Hij studeerde literatuur in Canterbury, promoveerde aan de Universiteit van Kent en gaf jarenlang les aan de universiteit. Hij heeft inmiddels tien romans geschreven, waarvan er drie in het Nederlands zijn vertaald: Herinneringen aan mijn zwarte rotjeugd, Paradijs – dat op de shortlist van de Booker Prize stond – en nu Hiernamaals. Aan Gurnah werd in oktober 2021 de Nobelprijs voor Literatuur toegekend, voor 'zijn compromisloze en oprechte inleving in de effecten van het kolonialisme en het lot van de vluchteling in de kloof tussen culturen en continenten'.
Het boek vertelt over het leven van Afrikaanse mensen die in Duits Oost-Afrika woonden, onder het juk van de Duitse kolonisatie. Een moeilijk bestaan met veel onrust, armoede en onderdrukking. We volgen in de roman een aantal personen en families in de roerige tijd tot en met de Tweede Wereldoorlog en maken zo drie verschillende generaties mee. In de eerste plaats twee jonge mannen: Hamza en Ilyas, die allebei in het koloniale leger van Duitsland belanden aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog. Daarnaast Ilyas’ zus Afiya en zijn goede vriend Khalifa, een administrateur in een havenstad in wiens huis de anderen om de beurt terechtkomen. Tussen deze personen spelen allerlei verwikkelingen: zo wordt de bijdehante Afiya – die kan lezen en schrijven, heel bijzonder voor een vrouw in die tijd en wereld – door haar broer aan Khalifa gegeven, maar ook Hamza is verliefd op Afiya.
De verschillende personages met hun eigen achtergronden en de compositie van het verhaal geven zo een mooi beeld van alle roerige ontwikkelingen in de wereld, waarbij ondanks een heftige buitenwereld mensen te allen tijde toch verliefd worden, kinderen krijgen en vriendschappen ontwikkelen. De schrijver weet, door deze mensen te schetsen en ze met elkaar in verbinding te brengen, goed weer te geven hoe de verhoudingen lagen, hoe familierelaties in elkaar staken en hoe de verhouding tussen mannen en vrouwen lag.
Maar de roman biedt meer dan dat. De historische context is heel relevant, maar de schrijver heeft meer thema’s dan alleen de geschiedenis. In de eerste plaats weet Gurnah goed duidelijk te maken is dat er geen scherpe scheiding gemaakt kan worden tussen goed en kwaad, zeker niet in een wereld die zo in beweging is. Het zijn niet alleen de koloniale machthebbers die zich regelmatig behoorlijk misdragen, maar ook binnen de Afrikaanse gemeenschap is sprake van verdeeldheid, opportunisme en verraad.
Daarnaast zijn ook de personages zelf niet alleen goed, of alleen slecht. We zien dit bijvoorbeeld bij Hamza en Ilyas, die beiden – om verschillende redenen – bij het Duitse huurlingenleger als 'askari' terechtkomen. Daar is dan weer een Duitse officier die de vreselijkste oorlogsmisdaden laat uitvoeren, maar daarnaast staat Hamza die per se Duits wil leren zodat hij Schiller kan waarderen (in het verhaal worden zelfs enkele gedichten van Schiller door hem geciteerd). Er is ook de Afrikaanse familie waar Afiya bij inwoont, die haar onderdak bieden als ze dakloos is, maar haar vervolgens vreselijk mishandelen omdat ze kan lezen en schrijven. De schrijver is genuanceerd in zijn boodschap: iedereen heeft iets van een heerser en van een onderdrukker in zich, maar er zijn altijd meer kanten aan een mens.
Ten tweede maakt de schrijver in zijn verhaal duidelijk dat sommige gebeurtenissen in de geschiedenis ondergeschikt blijken te zijn, of te zijn gemaakt, doordat de gebeurtenissen zich in een snel tempo opvolgen. De ellende van de koloniale overheersing in Afrika en ook van de regelmatig terugkerende (stammen)oorlogen binnen Afrika werd al heel snel overschaduwd door de naweeën van de Eerste Wereldoorlog, en daarna door de Tweede Wereldoorlog. Er was nog maar weinig aandacht over voor wat er in Afrika speelde en de ontheemding die daarvan het gevolg is. Je zou deze roman kunnen beschouwen als een soort eerherstel: weet wat er is gebeurd, luister naar dit verhaal.
Het is al met al een heel boeiende roman geworden, die veel vragen oproept, maar ze lang niet allemaal beantwoordt. Dat zet je als lezer terdege aan het denken, niet alleen over de relatief onbekende (oorlogs)geschiedenis van Afrikaanse landen, maar over alle goed en kwaad in de wereld, van vroeger en van nu, over gelukkige en minder gelukkige tijden in ieders leven, waar ook ter wereld. Zoals de schrijver het zelf verwoordt:
'Luister goed naar me: geluk is nooit blijvend. Je weet nooit hoelang de goede tijd duurt of wanneer die terugkeert.'
En zo is het.
Reageer op deze recensie