Goed en fout in de Spaanse geschiedenis
Spanje in de vorige eeuw. Een tijdperk van grote armoede, feodale verhoudingen, oorlogen en dictatuur. Mark H. Stokmans laat in zijn debuutroman Land van echo’s dit tijdperk herleven. Aan de hand van de levensgeschiedenis van Herman Kruijssen, een Nederlander die zich na de Eerste Wereldoorlog in Spanje vestigt, schetst hij een beeld van het Spanje-van-toen, en van de levens van de mensen die zich onder moeilijke omstandigheden staande moesten houden. Stokmans woonde als kind van expats tot zijn elfde jaar in het buitenland en kwam toen naar Nederland. Hij is al sinds zijn jeugd vertrouwd met de Spaanse kuststreek: zijn grootouders hadden een haciënda aan de Costa Blanca waar hij elk jaar logeerde.
' Het is een behoorlijk wijdlopig verhaal geworden, met té veel verschillende verhaallijnen.' - recensent Inge
Land van echo's is een ambitieuze en omvangrijke roman geworden. De schrijver heeft zich duidelijk verdiept in de historische feiten en weet die behoorlijk weer te geven. Romantechnisch kent dit boek echter wel een aantal gebreken: het is te wijdlopig en uitgebreid en zowel qua stijl als qua structuur te onevenwichtig om als roman echt te overtuigen.
Het verhaal begint in 1929, ergens aan de westkust. De hoofdpersoon, Herman Kruijssen, een Nederlandse man met een getroebleerd verleden, zwerft na de Grote Oorlog door Europa en zakt in Alquería del Moro, aan de westkust van Spanje, in elkaar. Hij wordt gevonden en verzorgd door Vicente Urias, grondbezitter en eigenaar van een zoutbedrijf. Ze worden dikke vrienden en Herman besluit in Spanje te blijven. Hij koopt een landgoed met grond, investeert in de zoutmaatschappij van Vicente en neemt een aantal arme mensen uit de dorpen in dienst. Anders dan de meeste grondbezitters verzorgt hij zijn werknemers goed, en hij ziet ze als een soort familieleden. Ondertussen nemen de spanningen in Spanje steeds meer toe en uiteindelijk breekt de Spaanse Burgeroorlog uit. Herman moet partij kiezen in een verdeeld en grimmig land. Uiteindelijk wordt Herman gedwongen zijn haciënda te verlaten en vertrekt naar Barcelona. Herman twijfelt steeds meer aan zijn eigen overtuigingen: wat is goed, wat is fout, wat kun je mensen aanrekenen en waar beoordeel je anderen op? De omstandigheden maken de mens uiteindelijk.
In deel II verandert het verhaal van karakter. Spanje en de politieke en sociale tegenstellingen staan niet meer centraal, maar meer de interne worstelingen van Herman over hoe hij zich moet verhouden tot de rest van zijn wereld. Dit deel wordt grotendeels verteld via dagboekaantekeningen van Herman. Uiteindelijk worden de meeste verhaallijnen aan elkaar gebonden en vindt Herman een soort innerlijke rust.
De setting van deze roman is goed gekozen en heel behoorlijk uitgewerkt. Het is duidelijk dat de auteur zich goed heeft ingelezen in de sociale en maatschappelijke geschiedenis van Spanje en in de strijd en terreur waar het land onder heeft geleden. Het bevat mooie beschrijvingen van de linkse en rechtse milities tijdens de Spaanse Burgeroorlog en wat dit voor de bevolking betekende. Ook de beschrijvingen van het Spaanse leven in de Franco-periode zijn interessant. Terreur en onderdrukking, dat zeker, maar ook een langzame verbetering in de leef- en werkomstandigheden van de Spanjaarden.
Romantechnisch vertoont dit boek wel tekortkomingen. Het is een behoorlijk wijdlopig verhaal geworden, met té veel verschillende verhaallijnen. Als lezer raak je op een gegeven moment echt de draad kwijt. Al die personen, met hun levens die allemaal op de een of andere manier met elkaar verbonden zijn. En dan ook nog alle verwikkelingen in het leven van Herman zelf. Het is een beetje te veel van het goede.
Bovendien is het taalgebruik nogal storend. Het is tamelijk hoogdravend, en de schrijver gebruikt heel veel vergelijkingen in zijn beschrijvingen. Dit maakt het rommelig om te lezen en bovendien kloppen de vergelijkingen lang niet altijd. Een voorbeeld. Als de vader van Vicente – een boer, zoals hij zelf zegt - het over nomaden heeft zegt hij: ’Pijn looit hen. Gemak is erosie op de ziel. Het werpt een voile over het gezicht van het leven’. Of als Herman droomt over een vrouw: 'een jonge vrouw met een bleke huid, als het witte bloed van de aloë vera'.
Ook is de structuur wat eigenaardig. Waar het in deel I ondanks de uitweidingen en het te barokke taalgebruik nog een verhaal is dat voortgaat, en daardoor boeit, is deel II ineens een verzameling dagboeknotities, met veel interne bespiegelingen, en concentreert het verhaal zich vrijwel volledig op de verschillende familie- en vriendschapsrelaties. Het lijken wel twee verschillende verhalen die aan het einde van het boek met enige moeite aan elkaar geknoopt worden.
Kortom: voor de lezers die meer willen weten over de Spaanse maatschappelijke en politieke geschiedenis is dit boek wel een aanrader. Maar voor de lezers die een echt boeiende en overtuigende roman willen lezen over deze periode in de geschiedenis is dit boek minder geschikt.
Reageer op deze recensie