Niet verrassend, wel vertrouwd en heel lekker
Adriaan van Dis: bekende Nederlander, journalist, tv-persoonlijkheid, en vooral schrijver. Van Dis werd net 75 jaar en zijn eerste boek verscheen (bijna) 40 jaar geleden: reden voor uitgeverij Atlas Contact om een verjaardagscadeau uit te brengen. Dat werd Vijf vrolijke verhalen, een prachtig vormgegeven boek met vier nieuwe verhalen en één ouder, herschreven verhaal.
Vijf vrolijke verhalen. Een titel vol ironie, want vrolijk zijn de verhalen niet. Maar ironie en licht sarcasme is Van Dis niet vreemd, blijkt uit de verhalen in deze bundel. De titel zelf lijkt een verwijzing naar de Tien vrolijke verhalen van Gerard Reve. Ook geen vrolijke verhalen, van een schrijver die ironie en sarcasme ongeveer heeft uitgevonden. Zeer bewonderd door Van Dis, zijn ‘literaire held’ zoals hij onder meer in het programma Cultura in 2013 zei.
Vijf verhalen over thema’s die ook in de eerdere romans en reisverhalen van Van Dis centraal stonden: oorlog en oorlogstrauma’s, vluchtelingen, ontheemden, cultuurverschillen, gecompliceerde jeugd en familierelaties. Van Dis beschouwt en beschrijft hoe mensen daarmee omgaan. Hij kijkt als toeschouwer vooral met mededogen en verbazing naar de mens, die niet goed of slecht is, maar wel vaak ontoereikend en onhandig. In ‘Gutmensch’ laat hij de gepensioneerde juf Ina Carelsen, die vol goede bedoelingen vluchtelingen wil helpen, in verwarring achter over wat die andere culturen nu echt inhouden. In ‘De Zwitser’ belandt Van Dis zelf in een oorlogssituatie, en weet juist dan niet anders te doen dan dóór te schrijven. ‘Je moest met inkt schrijven, niet met tranen,’ zegt hij.
De andere drie verhalen zijn gebaseerd op zijn eigen jeugdervaringen en de trauma’s van zijn ouders. In ‘Pannenman’ beschrijft Van Dis zijn vader in het gekkenhuis, en de manier waarop hij daar als kind mee omging. Hij stond erbij en keek ernaar. Een treurig verhaal: ‘Wij zeiden thuis veel pardon. Wij waren een bang gezin.’ In ‘De rat van Arras’, een herschreven versie van een Bijenkorfboekje uit 1986, gaat hij in het kielzorg van zijn moeder, overlevende van een jappenkamp, naar de Franse plaats Arras, op zoek naar de bron van haar demonen. Geen genezing mogelijk, maar wel begrip en mededogen. Het mooiste verhaal uit deze bundel, ‘Vlagduin’, waarin hij op een zachte, impressionistische manier het leven als ‘gerepatrieerd gezin’ in het dorp Bergen (NH) vlak na de Tweede Wereldoorlog weergeeft. Een kind dat veel ziet, maar niet alles begrijpt, een buitenstaander.
De vijf verhalen in deze bundel geven een mooie staalkaart van het schrijverschap van Adriaan van Dis. Hij heeft een heldere, zeer beeldende schrijfstijl. Het is net of je mét hem samen kijkt naar wat er gebeurt, en hoe de omgeving eruit ziet. Dat maakt dat je als lezer echt in het verhaal kunt duiken. De verhalen maken ook dat je na gaat denken over hoe je zelf reageert op verwarrende of beangstigende situaties. Zou je het zelf beter doen dan de personages in zijn verhalen?
Zeker voor wie de schrijver nog niet goed kent is dit boek een aanrader. Niet alleen omdat het fijne verhalen zijn om te lezen, maar ook omdat het nieuwe lezers waarschijnlijk warm maakt om méér te lezen van Van Dis. Voor degenen die wél vertrouwd zijn met zijn oeuvre zijn deze verhalen een feest van herkenning. Misschien niet verrassend, maar wel vertrouwd, en heel lekker.
Reageer op deze recensie