Lezersrecensie
Van je familie moet je het hebben
Het zal je maar overkomen: je bent een verwende puber uit een rijk gezin in Bloemendaal, en plotseling moet je noodgedwongen met je moeder verhuizen naar haar geboortedorp, een piepklein vissersdorp in Friesland.
Dat is wel even wennen voor Boye, de hoofdpersoon in Wondermond, de nieuwe roman van Anne-Gine Goemans. Hoe hou je je staande in een wereld waar je de mensen en hun mores niet kent? Dat blijkt Boye beter te kunnen dan hij dacht: uiteindelijk levert de grote verandering hem veel goeds op en kan hij verder met zijn leven.
Goemans maakt er een boeiend verhaal van. Ze tekent in rake zinnen en met humor de ontwikkeling van Boye en geeft een mooi beeld van de familieleden, de dorpsgemeenschap en de geschiedenis van Wondermond.
Anne-Gine Goemans (1971) is een Nederlandse schrijfster en journaliste. Wondermond is haar vijfde roman. Eerder schreef ze de roman Ziekzoekers (2007, haar debuut), Glijvlucht (2012), Honolulu King (2015) en Holy Trientje (2019). Haar romans zijn goed ontvangen en ze won er onder meer de Anton Wachterprijs en de Jongeren Literatuur Prijs mee.
Het verhaal begint met Nanna, de oermoeder van de familie. Zij vertelt over de grote ramp die het dorp in 1883 trof: het merendeel van de mannen in het vissersdorp Wondermond verdronk in zee tijdens een plotselinge storm. Gezinnen bleven zonder inkomen achter en de staat en de kerk deden niet of nauwelijks iets om hen te helpen. Dit betekende dat veel vrouwen gedwongen waren zich te prostitueren of zich op andere manieren moesten onderwerpen om zichzelf en hun kinderen te kunnen voeden. Het heeft de overgebleven mannen en vooral de vrouwen van Wondermond over de generaties heen getekend: ze laten zich niet kisten door de omstandigheden en hebben weinig op met kerk en staat.
Eén van die vrouwen is Reina, de moeder van Boye. Zij is opgegroeid in Wondermond, maar heeft als jongere het dorp en de familie de rug toegekeerd en gekozen voor een rijk en comfortabel gezinsleven in Bloemendaal. Als blijkt dat de vader van Boye een grote oplichter is en alle geld kwijt is verlaten Reina en Boye met pek-en-veren Bloemendaal en trekken noodgedwongen in bij het kleine huisje van moeder en oma Wiep in Wondermond. Ze blijken onverwacht wonderwel te passen in de wereld van Wondermond en in korte tijd integreren ze in het dorp. Moeder Reina besluit al snel een beautycentrum te starten, dat ze later in een succesvolle parenclub omzet, Boye blijkt best goed te zijn in de visverwerking en in de horeca. Ondertussen leren ze alle mensen in het dorp kennen, met hun geschiedenis en hun eigenaardigheden. Zowel voor Boye als zijn moeder is de verhuizing naar Friesland uiteindelijk een goede stap: ook buiten hun comfortzone zijn veel mensen de moeite waard.
Het verhaal zelf is wat te kort door de bocht om echt geloofwaardig te zijn. De integratie van Boye en Reina gaat wel érg gemakkelijk, binnen de kortste keren zijn ze in het dorpsleven opgenomen en hoor je ze niet meer piepen over hun vroegere rijke leven. Ook de ontwikkeling van Boye van verwende kakker naar weldenkende jongere die van aanpakken weet gaat wel érg snel.
Desondanks is het boek de moeite van het lezen zeker waard. Dat komt in de eerste plaats door de mooie personages die in het verhaal langskomen. Zoals de broertjes Krab, de vissersdrieling, die onbehouwen zijn maar wel betrouwbaar en ook heel grappig. De strijdbare oma en moeder Wiep is een prachtige vrouw met veel nuchterheid in combinatie met kwetsbaarheid. Of de aardige en zinnige Anne Blauw, bescheiden en wijs. Het zijn mensen waar je van gaat houden.
Ten tweede geeft het verhaal een leuke inkijk in de geschiedenis van het dorp: de armoede, de strijd om te overleven, het gebrek aan steun vanuit de overheid en de kerk. Daar leer je nog wat van.
En daarnaast zijn er de mooie zinnen, dialogen en vergelijkingen die Goemans weet te verzinnen. Ze kan echt schrijven, doet dit heel beeldend en dit geeft heel wat extra leesplezier. Bijvoorbeeld op pagina 121, in de kroeg, waar iedereen meezingt: ‘Wiep haalde zo krachtig uit dat haar ondergebit als de la van een kassa in en uit haar mond schoof. Geroutineerd mepte ze de boel telkens op z’n plek.’ Je ziet het zo voor je.
Of aan het eind van het verhaal, als Boye het dorp verlaat: ‘Zoals een zeester zijn tentakel amputeert, zo amputeerde ik me van de mensen van wie ik hield.’
Een mooi verhaal dus, met mooie zinnen en mooie mensen. En een warme aanbeveling voor het leven in Friesland.
Dat is wel even wennen voor Boye, de hoofdpersoon in Wondermond, de nieuwe roman van Anne-Gine Goemans. Hoe hou je je staande in een wereld waar je de mensen en hun mores niet kent? Dat blijkt Boye beter te kunnen dan hij dacht: uiteindelijk levert de grote verandering hem veel goeds op en kan hij verder met zijn leven.
Goemans maakt er een boeiend verhaal van. Ze tekent in rake zinnen en met humor de ontwikkeling van Boye en geeft een mooi beeld van de familieleden, de dorpsgemeenschap en de geschiedenis van Wondermond.
Anne-Gine Goemans (1971) is een Nederlandse schrijfster en journaliste. Wondermond is haar vijfde roman. Eerder schreef ze de roman Ziekzoekers (2007, haar debuut), Glijvlucht (2012), Honolulu King (2015) en Holy Trientje (2019). Haar romans zijn goed ontvangen en ze won er onder meer de Anton Wachterprijs en de Jongeren Literatuur Prijs mee.
Het verhaal begint met Nanna, de oermoeder van de familie. Zij vertelt over de grote ramp die het dorp in 1883 trof: het merendeel van de mannen in het vissersdorp Wondermond verdronk in zee tijdens een plotselinge storm. Gezinnen bleven zonder inkomen achter en de staat en de kerk deden niet of nauwelijks iets om hen te helpen. Dit betekende dat veel vrouwen gedwongen waren zich te prostitueren of zich op andere manieren moesten onderwerpen om zichzelf en hun kinderen te kunnen voeden. Het heeft de overgebleven mannen en vooral de vrouwen van Wondermond over de generaties heen getekend: ze laten zich niet kisten door de omstandigheden en hebben weinig op met kerk en staat.
Eén van die vrouwen is Reina, de moeder van Boye. Zij is opgegroeid in Wondermond, maar heeft als jongere het dorp en de familie de rug toegekeerd en gekozen voor een rijk en comfortabel gezinsleven in Bloemendaal. Als blijkt dat de vader van Boye een grote oplichter is en alle geld kwijt is verlaten Reina en Boye met pek-en-veren Bloemendaal en trekken noodgedwongen in bij het kleine huisje van moeder en oma Wiep in Wondermond. Ze blijken onverwacht wonderwel te passen in de wereld van Wondermond en in korte tijd integreren ze in het dorp. Moeder Reina besluit al snel een beautycentrum te starten, dat ze later in een succesvolle parenclub omzet, Boye blijkt best goed te zijn in de visverwerking en in de horeca. Ondertussen leren ze alle mensen in het dorp kennen, met hun geschiedenis en hun eigenaardigheden. Zowel voor Boye als zijn moeder is de verhuizing naar Friesland uiteindelijk een goede stap: ook buiten hun comfortzone zijn veel mensen de moeite waard.
Het verhaal zelf is wat te kort door de bocht om echt geloofwaardig te zijn. De integratie van Boye en Reina gaat wel érg gemakkelijk, binnen de kortste keren zijn ze in het dorpsleven opgenomen en hoor je ze niet meer piepen over hun vroegere rijke leven. Ook de ontwikkeling van Boye van verwende kakker naar weldenkende jongere die van aanpakken weet gaat wel érg snel.
Desondanks is het boek de moeite van het lezen zeker waard. Dat komt in de eerste plaats door de mooie personages die in het verhaal langskomen. Zoals de broertjes Krab, de vissersdrieling, die onbehouwen zijn maar wel betrouwbaar en ook heel grappig. De strijdbare oma en moeder Wiep is een prachtige vrouw met veel nuchterheid in combinatie met kwetsbaarheid. Of de aardige en zinnige Anne Blauw, bescheiden en wijs. Het zijn mensen waar je van gaat houden.
Ten tweede geeft het verhaal een leuke inkijk in de geschiedenis van het dorp: de armoede, de strijd om te overleven, het gebrek aan steun vanuit de overheid en de kerk. Daar leer je nog wat van.
En daarnaast zijn er de mooie zinnen, dialogen en vergelijkingen die Goemans weet te verzinnen. Ze kan echt schrijven, doet dit heel beeldend en dit geeft heel wat extra leesplezier. Bijvoorbeeld op pagina 121, in de kroeg, waar iedereen meezingt: ‘Wiep haalde zo krachtig uit dat haar ondergebit als de la van een kassa in en uit haar mond schoof. Geroutineerd mepte ze de boel telkens op z’n plek.’ Je ziet het zo voor je.
Of aan het eind van het verhaal, als Boye het dorp verlaat: ‘Zoals een zeester zijn tentakel amputeert, zo amputeerde ik me van de mensen van wie ik hield.’
Een mooi verhaal dus, met mooie zinnen en mooie mensen. En een warme aanbeveling voor het leven in Friesland.
1
Reageer op deze recensie