Dystopische nèt-niet literaire roman
De Frans-Engelse journaliste en auteur Tatiana de Rosnay (1961) verwierf wereldfaam met Haar naam was Sarah, een indrukwekkend boek waarin haar favoriete thema’s, familiegeheimen en huizen, een belangrijke rol speelden. Zij schrijft haar boeken nu eens in het Frans, dan weer in het Engels.
In Bloemen van de duisternis, uit het Frans vertaald door Noor Koch, ontdekt de oudere tweetalige romanschrijfster Clarissa Katsef dat haar echtgenoot een beladen geheim heeft. Zij heeft een verdrietig verleden en een obsessie voor huizen. Ze verlaat haar echtgenoot en vindt een lot uit de loterij: een nieuw appartement in een complex dat speciaal bedoeld is voor kunstenaars. Is de eigenaar een onbekende mecenas, of gaat het om heel andere zaken? Clarissa voelt zich bespioneerd en gaat uitzoeken wat er aan de hand is met haar appartement. De roman speelt zich af in de niet zo heel verre toekomst, waarin klimaatproblemen, een bijna-dode natuur en kunstmatige intelligentie deel uitmaken van het dagelijks leven.
Net als in eerdere romans speelt De Rosnay met herkenbaarheid van elementen uit haar eigen leven, zonder autobiografisch te willen schrijven. Er zijn interessante passages in de roman over Virginia Woolf en Romain Gary, twee auteurs die een einde aan hun leven maakten. Dit is mooi ingevlochten in de obsessies van Clarissa, voormalig taxateur, met huizen en schrijvers. De inspiratie door deze auteurs spreekt ook uit de namen van de hoofdpersoon: 'Clarissa' naar Mrs. Dalloway, een roman van Woolf, en 'Katsef' naar de echte achternaam van Romain Gary, Kacew. Ook Gary schreef trouwens in het Frans en in het Engels.
Dat De Rosnay de basis van haar vak verstaat, blijkt uit de goede structuur van de roman waarbij de plot zich ontvouwt met verhelderende flashbacks, terwijl een specifiek deel van het verleden pas heel geleidelijk wordt onthuld door middel van dagboekaantekeningen, cursief geschreven en in de ik-vorm. Voor nog meer duidelijkheid zijn deze passages voorzien van het opschrift 'Aantekenboekje'. Hele gedeeltes van het boek zijn goed geschreven en lezen soepel. De details over het gloednieuwe appartement dat van de modernste kunstmatige intelligentie voorzien is, zijn aardig doordacht. Geleidelijk wordt er een zekere spanning opgebouwd.
Toch zijn er ook storende tekortkomingen. Bij een aantal situaties worden emoties te nadrukkelijk benoemd, zoals in een confrontatie met de echtgenoot in het trappenhuis.
'François keek beschaamd. Met een ontwijkende blik leek hij naar woorden te zoeken.
"Weet je wat?" zei Clarissa kribbig. "Laat maar zitten. Ik hoef het niet te horen. Ik wil het niet weten."
"Ik dacht dat je het zou begrijpen," mompelde hij met een bedroefd gezicht.'
Tegelijkertijd ontstaat de indruk dat het boek te geforceerd literair is bedoeld. Soms is een metafoor niet genoeg en komt er in de volgende zin een tweede over dezelfde situatie. Soms is de metafoor zo vergezocht dat hij irritatie oproept. Zoals deze: 'De mateloosheid van de opeenvolgende aanslagen, als bloedige parels aaneengeregen tot een oneindig snoer van geweld…' Waar komt die associatie met bloedige parels ineens vandaan? Zien we die ooit? Worden ze dan aaneengeregen tot een oneindig snoer? Door wie? En zijn aanslagen niet altijd mateloos in hun gewelddadigheid, ook al is het er één, in plaats van een reeks? Dit soort missers doet afbreuk aan het leesplezier.
De Rosnay heeft een interessant verhaal opgebouwd in deze dystopische roman. De stijl waarin ze dit doet is matig in vergelijking met die van haar inspiratiebronnen.
Reageer op deze recensie