Liefdevol en staalhard
Met zijn debuut Shuggie Bain maakte Douglas Stuart (Glasgow, 1976) een spectaculaire entree in de literaire wereld. De roman werd eerst door 32 uitgevers afgewezen voor publicatie, maar direct na verschijnen sleepte hij er de Booker Prize van 2020 mee in de wacht. Stuart, die in New York als ontwerper voor grote mannenmodemerken werkte, schreef tien jaar lang tussen de bedrijven door aan hoofdstukken van het boek, waarbij hij begon met scènes uit zijn jeugd die hem niet loslieten.
Hij schreef Shuggie Bain vanuit verschillende perspectieven, niet alleen dat van Shuggie, maar ook van zijn moeder Agnes, zijn vader Shug en anderen – het verhaal heeft een autobiografische achtergrond, maar is doelbewust omgewerkt tot roman. Voor Stuart was het schrijven aanvankelijk een manier om als emigrant voeling te houden met zijn herkomst, en om de trauma’s van zijn kindertijd te verwerken – het leven in extreme armoede met een alcoholistische moeder en een keiharde vader, plus het opgroeien als intelligent en creatief meisjesachtig jongetje in een armzalige omgeving waarin iedere vorm van anders-zijn hardhandig werd afgestraft.
Het is het verhaal van de charmante en levenslustige Agnes Bain, die Elizabeth Taylor als rolmodel heeft en zich met een verzorgd uiterlijk en steeds meer drank probeert te wapenen tegen de ontrouw en het geweld van haar man Shug, die haar achterlaat in een afgelegen wijkje aan de rand van een gesloten kolenmijn. Haar bijstandsuitkering en de kinderbijslag geeft ze vooral uit aan drank, en ze is net als de gehaaide buurvrouwen bedreven geraakt in het leegpeuteren van de gasmeter en de televisie, die met munten aan de praat gehouden moeten worden. Ze is dol op haar jongste, Shuggie. Ze leert hem netjes te praten, maar weet hem op geen enkele manier te beschermen tegen de mishandeling en pesterijen door de buurtkinderen die het gemunt hebben op iedereen die een beetje anders is.
Shuggie houdt met heel zijn hart van zijn moeder, en doet alles voor haar nadat zijn oudere zus en broer noodgedwongen afhaken. In een aangrijpende scène zie je hem ’s ochtends alle restjes drank uit blikjes en flessen in een glas verzamelen, omdat hij weet dat zijn moeder alleen daarmee de eerste uren van de dag doorkomt met haar gruwelijke kater. Hoe ver ga je om degene te redden van wie je het meeste houdt, totdat je het opgeeft en jezelf redt? Een jaar lang is er hoop op een ommekeer, als Agnes erin slaagt om de drank te laten staan en een aardige vriend heeft die geen idee heeft wat het inhoudt om met een verslaving te worstelen.
Shuggie Bain is geschreven in een glasheldere stijl. Door de zintuiglijke manier van schrijven van Stuart, die een fantastisch waarnemingsvermogen moet hebben, en zijn spaarzame maar effectieve gebruik van metaforen, wordt de lezer onherroepelijk meegetrokken in de wereld van Shuggie. De smerige details worden niet verzwegen, maar ze doen de momenten van liefdevolle aandacht, zorgzaamheid en plezier tussen Agnes en Shuggie wel des te mooier uitkomen. Het is een verhaal van talent dat zich tegen de verdrukking in weet te ontwikkelen, van doorzettingsvermogen en vooral van de kracht van vriendschap, familiebanden en liefde.
Dit alles speelt zich af tegen de achtergrond van het Glasgow van de tachtiger jaren, met enorme werkloosheid na de mijnsluitingen en de teloorgang van de staalindustrie. Toch zijn de thema's ook actueel, nu de kloof tussen de mensen die iets hebben en de mensen die helemaal niets hebben alleen maar groter wordt. Ook de verdeeldheid tussen de Schotse protestanten en de van Ierse immigranten afkomstige katholieken heeft zijn parallellen met deze tijd.
Het dialect van Glasgow heeft in de originele versie een belangrijke functie; in de Nederlandse vertaling is dat natuurlijk niet over te brengen. Vertalers Inger Limburg en Lucie van Rooijen hebben de juiste keuze gemaakt met het onnadrukkelijke gebruik van tijdloze spreektaal in de dialogen.
Reageer op deze recensie