Lezersrecensie
De jaren ’50 gezien door jongensogen
‘Echte Amerikaanse jeans’ is het zesde deel in de reeks ‘De grote eeuw’, waarin Jan Guillou de twintigste eeuw belicht aan de hand van de levens van drie broers en hun nakomelingen.
In dit deel verdwijnen de drie ‘stamvaders’ geleidelijk naar de achtergrond en zoomt Guillou in op de jongere generatie. Centrale figuur is Eric Letang, de kleinzoon van Oscar Lauritzen (de middelste van de drie broers) en zoon van diens dochter Helene. Het boek wordt opgevat als een verslag dat Eric, als een soort van schrijfoefening, in 1968 uitbrengt aan zijn tante Johanne (die hoogleraar in de literatuur is). Hij krijgt de opdracht te schrijven vanuit zijn persoonlijke ervaringen als kind. Deze invalshoek levert een boek op dat afwijkt van de andere boeken in de romancyclus.
De interesses van de jonge opgroeiende Eric (het boek bestrijkt de periode van zijn negende tot zijn vijftiende levensjaar) lopen niet meteen gelijk met die van de volwassen lezer. Waar in de vorige boeken de grote historische gebeurtenissen van de wereldoorlogen en het interbellum veel aandacht kregen, focust deze roman op schoolbelevenissen, sportprestaties, films, muziek, meisjes … en natuurlijk ook echte Amerikaanse jeans. De dood van Stalin, de koude oorlog, de atoombomdreiging spelen zich louter op de achtergrond af.
Wat mij betreft, maakte deze nieuwe invalshoek het boek niet minder interessant. Ik vond het boeiend om te lezen hoe het was om op te groeien in Zweden in de jaren ’50, de tijd waarin mijn ouders in België opgroeiden. Eric wordt bovendien neergezet als een sympathieke jongen, die het niet gemakkelijk heeft als kind maar toch opgroeit tot een intelligente, fijne kerel. Zo houdt Guillou de lezer warm voor het volgende deel dat zich afspeelt in het iconisch jaar ‘1968’ opnieuw met Eric Letang als pas afgestudeerde rechtenstudent in de hoofdrol.
In dit deel verdwijnen de drie ‘stamvaders’ geleidelijk naar de achtergrond en zoomt Guillou in op de jongere generatie. Centrale figuur is Eric Letang, de kleinzoon van Oscar Lauritzen (de middelste van de drie broers) en zoon van diens dochter Helene. Het boek wordt opgevat als een verslag dat Eric, als een soort van schrijfoefening, in 1968 uitbrengt aan zijn tante Johanne (die hoogleraar in de literatuur is). Hij krijgt de opdracht te schrijven vanuit zijn persoonlijke ervaringen als kind. Deze invalshoek levert een boek op dat afwijkt van de andere boeken in de romancyclus.
De interesses van de jonge opgroeiende Eric (het boek bestrijkt de periode van zijn negende tot zijn vijftiende levensjaar) lopen niet meteen gelijk met die van de volwassen lezer. Waar in de vorige boeken de grote historische gebeurtenissen van de wereldoorlogen en het interbellum veel aandacht kregen, focust deze roman op schoolbelevenissen, sportprestaties, films, muziek, meisjes … en natuurlijk ook echte Amerikaanse jeans. De dood van Stalin, de koude oorlog, de atoombomdreiging spelen zich louter op de achtergrond af.
Wat mij betreft, maakte deze nieuwe invalshoek het boek niet minder interessant. Ik vond het boeiend om te lezen hoe het was om op te groeien in Zweden in de jaren ’50, de tijd waarin mijn ouders in België opgroeiden. Eric wordt bovendien neergezet als een sympathieke jongen, die het niet gemakkelijk heeft als kind maar toch opgroeit tot een intelligente, fijne kerel. Zo houdt Guillou de lezer warm voor het volgende deel dat zich afspeelt in het iconisch jaar ‘1968’ opnieuw met Eric Letang als pas afgestudeerde rechtenstudent in de hoofdrol.
1
Reageer op deze recensie