Lezersrecensie
Poëtische geschreven verhaal met een vuil randje
Ik had nog nooit wat van Sara Baume gelezen , maar was verrast door haar poëtische stijl en haar rake observaties, niet alleen van de natuur maar ook van de vergankelijkheid der dingen. In weken, maanden, jaren beschrijft ze acht jaar uit het leven van Bell en Stigh bezien vanuit het oogpunt van de berg, waar ze vlak bij een huis betrekken en die ze ooit willen beklimmen.
In korte observaties lees je hoe hun leven verglijdt, hoe ze zich steeds meer losmaken van de maatschappelijke conventies en van menselijke ontmoetingen. 'Ze vonden het niet fijn om anderen om hulp te vragen, - de huisbaas, de boer. Uiteindelijk leiden vragen tot wederdiensten, veel liever lieten ze boiler niet repareren, ....Veel liever hadden ze het koud of gingen ze lopen dan dat ze om hulp moesten vragen.'
Toch kunnen ze niet alles loslaten, ze doen boodschappen, betalen huur, moeten zo nu en dan internetbankieren en ontvangen eenuitkering en kijken televisie.
Het huis wordt verwaarloosd, ze verwaarlozen zichzelf en ook hun twee honden mogen wel eens een kambeurt gebruiken. Niet alleen de schoonheid van de natuur en alle geluiden die daarbij horen worden zeer beeldende beschreven (En meeuwen die als papieren vliegtuigjes , als vliegers naar beneden doken, zwenken en zwierden alsof ze met doorzichtige touwtjes aan de woestenij vastzaten), maar ook het verval van hun leefomgeving. Je ruikt bijna de viezigheid, hun ongewassen kleren en de honden. Spinnen nemen bezit van hun slaapkamer en muizen van hun woonkamer. En dat verval brengt een zekere spanning in het boek dat nauwelijks een plot heeft. De spanning van dit kan niet goed blijven gaan. Knap hoe de schrijfster die spanning weet op te roepen.
Omdat het boek beschreven wordt vanuit de berg en er geen dialogen in staan komen de karakters van Bell en Sigh niet uit de verf. Hoe vinden ze het om zo te leven, is het daadwerkelijk een keuze of onmacht? En vervelen ze zich niet op die te lange avonden?
Kortom een boek om te lezen en te herlezen om alle mooie zinssneden goed tot je te laten doordringen.
In korte observaties lees je hoe hun leven verglijdt, hoe ze zich steeds meer losmaken van de maatschappelijke conventies en van menselijke ontmoetingen. 'Ze vonden het niet fijn om anderen om hulp te vragen, - de huisbaas, de boer. Uiteindelijk leiden vragen tot wederdiensten, veel liever lieten ze boiler niet repareren, ....Veel liever hadden ze het koud of gingen ze lopen dan dat ze om hulp moesten vragen.'
Toch kunnen ze niet alles loslaten, ze doen boodschappen, betalen huur, moeten zo nu en dan internetbankieren en ontvangen eenuitkering en kijken televisie.
Het huis wordt verwaarloosd, ze verwaarlozen zichzelf en ook hun twee honden mogen wel eens een kambeurt gebruiken. Niet alleen de schoonheid van de natuur en alle geluiden die daarbij horen worden zeer beeldende beschreven (En meeuwen die als papieren vliegtuigjes , als vliegers naar beneden doken, zwenken en zwierden alsof ze met doorzichtige touwtjes aan de woestenij vastzaten), maar ook het verval van hun leefomgeving. Je ruikt bijna de viezigheid, hun ongewassen kleren en de honden. Spinnen nemen bezit van hun slaapkamer en muizen van hun woonkamer. En dat verval brengt een zekere spanning in het boek dat nauwelijks een plot heeft. De spanning van dit kan niet goed blijven gaan. Knap hoe de schrijfster die spanning weet op te roepen.
Omdat het boek beschreven wordt vanuit de berg en er geen dialogen in staan komen de karakters van Bell en Sigh niet uit de verf. Hoe vinden ze het om zo te leven, is het daadwerkelijk een keuze of onmacht? En vervelen ze zich niet op die te lange avonden?
Kortom een boek om te lezen en te herlezen om alle mooie zinssneden goed tot je te laten doordringen.
1
Reageer op deze recensie