Lezersrecensie
Een pareltje
De Franse auteur Tanguy Viel (Brest, 1973) debuteerde in 1988. Artikel 353 - Article 353 du code pénal - verscheen in 2017. Katrien Vandenberghe verzorgde de vertaling.
Het verhaal speelt zich af in een klein vissersdorp in Bretagne.
De ik-figuur, Martial Kermeur, is bepaald geen Guus Geluk. Jarenlang doet hij mee met de Lotto, altijd met dezelfde getallen. Als het eindelijk de juiste getallen blijken, beseft hij dat hij het formulier niet heeft laten afstempelen. Niet lang daarna verlaat zijn vrouw het gezin. Als Martial zijn werk bij de marinewerf kwijtraakt en een ruimhartige ontslagvergoeding tegemoet kan zien, lijkt het tij te keren.
Wanneer het lijk van een vastgoedontwikkelaar aanspoelt, komt men al gauw bij Kermeur terecht. Hij bekent meteen.
In een lange monoloog blikt Kermeur erop terug hoe hij aan de rechter vertelde hoe het zo gekomen was. In diens kantoor. Inclusief de (non-verbale) reacties van de rechter. Dit geeft het verhaal een extra laag.
Het verhaal is soms licht ironisch. Met uitvoerige beschrijvingen van situaties, het landschap, de zee, het licht. Observaties. Gevoelens. Flashbacks verlevendigen het geheel. Ogenschijnlijke zijpaadjes blijken later perfect in het verhaal te passen.
En passant komen vragen aan de orde over de rol van omstandigheden, de rekbaarheid van schuld, de scheidslijn tussen goed en slecht.
Qua thematiek en toonzetting doet Artikel 353 denken aan Willem Elschot, al legt Viel het perspectief meer op de slachtoffers van gewiekstheid en frauduleuze handel en wandel.
Het verhaal speelt zich af in een klein vissersdorp in Bretagne.
De ik-figuur, Martial Kermeur, is bepaald geen Guus Geluk. Jarenlang doet hij mee met de Lotto, altijd met dezelfde getallen. Als het eindelijk de juiste getallen blijken, beseft hij dat hij het formulier niet heeft laten afstempelen. Niet lang daarna verlaat zijn vrouw het gezin. Als Martial zijn werk bij de marinewerf kwijtraakt en een ruimhartige ontslagvergoeding tegemoet kan zien, lijkt het tij te keren.
Wanneer het lijk van een vastgoedontwikkelaar aanspoelt, komt men al gauw bij Kermeur terecht. Hij bekent meteen.
In een lange monoloog blikt Kermeur erop terug hoe hij aan de rechter vertelde hoe het zo gekomen was. In diens kantoor. Inclusief de (non-verbale) reacties van de rechter. Dit geeft het verhaal een extra laag.
Het verhaal is soms licht ironisch. Met uitvoerige beschrijvingen van situaties, het landschap, de zee, het licht. Observaties. Gevoelens. Flashbacks verlevendigen het geheel. Ogenschijnlijke zijpaadjes blijken later perfect in het verhaal te passen.
En passant komen vragen aan de orde over de rol van omstandigheden, de rekbaarheid van schuld, de scheidslijn tussen goed en slecht.
Qua thematiek en toonzetting doet Artikel 353 denken aan Willem Elschot, al legt Viel het perspectief meer op de slachtoffers van gewiekstheid en frauduleuze handel en wandel.
1
Reageer op deze recensie