Lezersrecensie
Boeiend verhaal
Alex Lépic is het pseudoniem van Alexander Oetker (1982). Hij werkt als reisjournalist en geldt als Frankrijkkenner. Hij woonde vele jaren in Parijs en woont tegenwoordig met zijn gezin afwisselend in Frankrijk en Duitsland.
De doden van Pont Neuf (oorspronkelijke titel Lacroix und die Toten vom Pont Neuf), vertaald door Cora Kool, is de eerste in de reeks met commissaire Lacroix in de hoofdrol.
Commissaire Lacroix wordt door zijn collega’s gekscherend Maigret genoemd, vanwege uiterlijke gelijkenis met de romanfiguur van Georges Simenon - lange jas, hoed en pijp - maar vooral vanwege zijn bedachtzame werkwijze.
Samen met zijn team onderzoekt Lacroix gruwelijke moorden die zich steeds vroeg in de ochtend voltrekken aan de oever van de Seine, op dat tijdstip het domein van de daklozen. Als het onderzoek dreigt vast te lopen, krijgt Lacroix de gouden ingeving.
Lacroix legt zijn bezoeken aan de pathaloog anatoom, de hoofdcommissaris en diverse onderzoekslocaties bij voorkeur te voet af. De route is minutieus weergegeven. Desgewenst zou je de wandelingen op de kaart kunnen volgen. Daarbij doet hij onderweg zijn stamcafé(s) aan om voor, na of tijdens zijn werk zijn favoriete gerechten te nuttigen, begeleid door de nodige alcoholische versnaperingen. In die zin doet Lacroix denken aan zijn collega Brunetti in Venetië (Donna Leon), maar Lépic mist (nog) de luchtigheid die Leon haar verhalen meegeeft.
Het verhaal is min of meer tijdloos. Afgezien van het gebruik van mobiele telefoons (door iedereen behalve Lacroix), bewakingscamera’s bij winkels en overheidsgebouwen, een officieel huwelijk van twee vrouwen en verwijzingen naar Bataclan en de nominatie voor de Olympische Spelen, zou het verhaal zich ook in de jaren tachtig of negentig kunnen afspelen, qua sfeer en omgangsvormen.
De doden van de Pont Neuf is een boeiend verhaal dat zich vlot laat lezen, al is het realiteitsgehalte hier en daar twijfelachtig.
De doden van Pont Neuf (oorspronkelijke titel Lacroix und die Toten vom Pont Neuf), vertaald door Cora Kool, is de eerste in de reeks met commissaire Lacroix in de hoofdrol.
Commissaire Lacroix wordt door zijn collega’s gekscherend Maigret genoemd, vanwege uiterlijke gelijkenis met de romanfiguur van Georges Simenon - lange jas, hoed en pijp - maar vooral vanwege zijn bedachtzame werkwijze.
Samen met zijn team onderzoekt Lacroix gruwelijke moorden die zich steeds vroeg in de ochtend voltrekken aan de oever van de Seine, op dat tijdstip het domein van de daklozen. Als het onderzoek dreigt vast te lopen, krijgt Lacroix de gouden ingeving.
Lacroix legt zijn bezoeken aan de pathaloog anatoom, de hoofdcommissaris en diverse onderzoekslocaties bij voorkeur te voet af. De route is minutieus weergegeven. Desgewenst zou je de wandelingen op de kaart kunnen volgen. Daarbij doet hij onderweg zijn stamcafé(s) aan om voor, na of tijdens zijn werk zijn favoriete gerechten te nuttigen, begeleid door de nodige alcoholische versnaperingen. In die zin doet Lacroix denken aan zijn collega Brunetti in Venetië (Donna Leon), maar Lépic mist (nog) de luchtigheid die Leon haar verhalen meegeeft.
Het verhaal is min of meer tijdloos. Afgezien van het gebruik van mobiele telefoons (door iedereen behalve Lacroix), bewakingscamera’s bij winkels en overheidsgebouwen, een officieel huwelijk van twee vrouwen en verwijzingen naar Bataclan en de nominatie voor de Olympische Spelen, zou het verhaal zich ook in de jaren tachtig of negentig kunnen afspelen, qua sfeer en omgangsvormen.
De doden van de Pont Neuf is een boeiend verhaal dat zich vlot laat lezen, al is het realiteitsgehalte hier en daar twijfelachtig.
1
Reageer op deze recensie