Lezersrecensie
Hollen en stilstaan
Tien jaar heeft Jessica Durlacher (1961) gewerkt aan De stem.
De ik-figuur, Zelda, draagt het verleden met zich mee van haar joodse vader, die als enige van zijn familie de verschrikkingen van het concentratiekamp overleefde. Zelda trouwt met een goede vriend van haar vader, de kunstenaar Herman, met wie ze een zoon krijgt. Als dat huwelijk abrupt tot een einde komt door zijn zelfmoord, ontfermt Bor Wagschal zich over haar en haar zoon. Samen krijgen ze nog twee kinderen.
In De stem blikt Zelda terug op gebeurtenissen die inmiddels vijftien jaar geleden tot een ontknoping kwamen, maar nog steeds doorwerken.
Het gezin is in New York getuige van nine-eleven en moet letterlijk rennen om in veiligheid te komen. Het vertrouwen in vanzelfsprekende veiligheid verandert voor altijd.
Enkele jaren later ontmoet Zelda een jonge moslima, de Somalische Amal, die in een azc in de buurt verblijft. Na verloop van tijd komt Amal geregeld bij hen thuis, helpt in de huishouding, past op de kinderen. Ze blijkt wonderschoon te kunnen zingen en het idee ontstaat om haar aan te melden voor dé tv-talentenjacht ‘De Stem’, als springplank voor een mooie toekomst. Als Amal via de tv niet alleen haar zangstem laat horen, maar ook haar stem verheft tegen de onderdrukkende islam, zijn de ontwikkelingen niet te stuiten.
Het is een verhaal met een duidelijke gelijkenis met het verhaal van Ayaan Hirschi Ali, met wie het gezin Durlacher-De Winter bevriend was. Onderdelen vallen knap in elkaar en hoewel je van verre ziet aankomen waar het heengaat, blijft het spannend, mede door de vele vooruitwijzingen.
De vaart in de gebeurtenissen wordt geregeld onderbroken door essay-achtige beschouwingen en overdenkingen van de ik-figuur, bijvoorbeeld over de verhouding van een joods gezin tot een moslim-oppas, radicaliserende jongeren, rechtvaardigheid versus veiligheid, de superieure houding van de westerse samenleving in totaliteit of van individuele personen ten opzichte van de islam.
Durlacher heeft een mooie en doordachte schrijfstijl, al zijn sommige zinnen net te geconstrueerd, te bedacht, waardoor ze niet raken, en is herhaling als stijlmiddel nogal kwistig ingezet.
De ik-figuur, Zelda, draagt het verleden met zich mee van haar joodse vader, die als enige van zijn familie de verschrikkingen van het concentratiekamp overleefde. Zelda trouwt met een goede vriend van haar vader, de kunstenaar Herman, met wie ze een zoon krijgt. Als dat huwelijk abrupt tot een einde komt door zijn zelfmoord, ontfermt Bor Wagschal zich over haar en haar zoon. Samen krijgen ze nog twee kinderen.
In De stem blikt Zelda terug op gebeurtenissen die inmiddels vijftien jaar geleden tot een ontknoping kwamen, maar nog steeds doorwerken.
Het gezin is in New York getuige van nine-eleven en moet letterlijk rennen om in veiligheid te komen. Het vertrouwen in vanzelfsprekende veiligheid verandert voor altijd.
Enkele jaren later ontmoet Zelda een jonge moslima, de Somalische Amal, die in een azc in de buurt verblijft. Na verloop van tijd komt Amal geregeld bij hen thuis, helpt in de huishouding, past op de kinderen. Ze blijkt wonderschoon te kunnen zingen en het idee ontstaat om haar aan te melden voor dé tv-talentenjacht ‘De Stem’, als springplank voor een mooie toekomst. Als Amal via de tv niet alleen haar zangstem laat horen, maar ook haar stem verheft tegen de onderdrukkende islam, zijn de ontwikkelingen niet te stuiten.
Het is een verhaal met een duidelijke gelijkenis met het verhaal van Ayaan Hirschi Ali, met wie het gezin Durlacher-De Winter bevriend was. Onderdelen vallen knap in elkaar en hoewel je van verre ziet aankomen waar het heengaat, blijft het spannend, mede door de vele vooruitwijzingen.
De vaart in de gebeurtenissen wordt geregeld onderbroken door essay-achtige beschouwingen en overdenkingen van de ik-figuur, bijvoorbeeld over de verhouding van een joods gezin tot een moslim-oppas, radicaliserende jongeren, rechtvaardigheid versus veiligheid, de superieure houding van de westerse samenleving in totaliteit of van individuele personen ten opzichte van de islam.
Durlacher heeft een mooie en doordachte schrijfstijl, al zijn sommige zinnen net te geconstrueerd, te bedacht, waardoor ze niet raken, en is herhaling als stijlmiddel nogal kwistig ingezet.
1
Reageer op deze recensie