Lezersrecensie
Niet kiezen is ook een keuze
Colm Tóibín (Ierland, Enniscorthy, 1955) is schrijver, journalist en universitair docent literatuur. Hij woont en werkt deels buiten Ierland. Hij schrijft romans, korte verhalen en filmscripts.
Long Island verscheen in 2024, de vertaling van Nadia Ramer eveneens.
Het is een vervolg op de roman Brooklyn (2009) maar die voorkennis is niet noodzakelijk.
Long Island speelt eind jaren zeventig. De Ierse Eilis Lacey is getrouwd met Tony Fiorello en woont met haar gezin in Lindenhurst, Long Island. Haar schoonouders en de zwagers Enzo en Mauro met hun gezinnen zijn hun buren. Als zich een ingrijpende gebeurtenis voordoet in de familie, besluit Eilis wat afstand te nemen en een bezoek te brengen aan haar moeder in Ierland. Daar merkt ze dat alles is zoals ze het twintig jaar eerder achterliet. Een oude liefde bloeit weer op, maar er zijn complicaties. Omdat de hoofdpersonen hun besluiten afhankelijk maken van externe factoren, ontstaat een patstelling. Totdat iemand berekenend ingrijpt.
In Long Island schetst Tóibín een beeld van het functioneren van een gesloten gemeenschap. In de Italiaanse migrantenfamilie, waarin vader geen tegenspraak duldt en moeder de touwtjes stevig in handen heeft, is de Ierse Eilis altijd een vreemdeling gebleven. En in de traditionele katholieke gemeenschap van een Iers dorp, inclusief een sterke sociale controle en bijbehorende roddels, is Eilis na een afwezigheid van twintig jaar eveneens een buitenstaander.
“Niemand wist eigenlijk iets van haar. In de banken voor en achter haar in de kathedraal zaten mensen die al hun hele leven hier woonden. Zij hoefden niets uit te leggen over zichzelf. Iedereen wist met wie ze getrouwd waren en hoe hun kinderen heetten. Zij gebruikten geen ander accent bij verschillende gesprekspartners.”
Het verhaal beslaat een periode van enkele maanden. Het bestaat uit zeven delen, onderverdeeld in hoofdstukken en scènes.
Tóibín vertelt vanuit het perspectief van verschillende personages. Steeds in de derde persoon. Observerend, afstandelijk, filmisch worden situaties, gedachten en gevoelens rechtstreeks over het voetlicht gebracht, zonder commentaar.
Flashbacks kleuren personages verder in. Ze hebben gemeen dat ze terughoudend zijn, zich niet snel blootgeven en ook niet beschikken over echte vrienden of vertrouwenspersonen. Ze schromen niet directe vragen te stellen, maar zelf beantwoorden ze die niet.
Hoewel zich geen spectaculaire, bloedstollende gebeurtenissen voordoen, weet Tóibín een onderhuidse spanning te creëren die de aandacht van begin tot eind vasthoudt.
Opvallend is dat het Ierse deel van het verhaal is gesitueerd in Enniscorthy in Zuid-West-Ierland, de geboorteplaats van Tóibín. Terloops wordt verwezen naar personages en gebeurtenissen uit eerdere boeken die zich daar afspelen, zoals Nora Webster. Die informatie lijkt eerder ‘sluikreclame’ voor zijn andere boeken dan noodzakelijk voor het verhaal, maar is niet storend.
Long Island verscheen in 2024, de vertaling van Nadia Ramer eveneens.
Het is een vervolg op de roman Brooklyn (2009) maar die voorkennis is niet noodzakelijk.
Long Island speelt eind jaren zeventig. De Ierse Eilis Lacey is getrouwd met Tony Fiorello en woont met haar gezin in Lindenhurst, Long Island. Haar schoonouders en de zwagers Enzo en Mauro met hun gezinnen zijn hun buren. Als zich een ingrijpende gebeurtenis voordoet in de familie, besluit Eilis wat afstand te nemen en een bezoek te brengen aan haar moeder in Ierland. Daar merkt ze dat alles is zoals ze het twintig jaar eerder achterliet. Een oude liefde bloeit weer op, maar er zijn complicaties. Omdat de hoofdpersonen hun besluiten afhankelijk maken van externe factoren, ontstaat een patstelling. Totdat iemand berekenend ingrijpt.
In Long Island schetst Tóibín een beeld van het functioneren van een gesloten gemeenschap. In de Italiaanse migrantenfamilie, waarin vader geen tegenspraak duldt en moeder de touwtjes stevig in handen heeft, is de Ierse Eilis altijd een vreemdeling gebleven. En in de traditionele katholieke gemeenschap van een Iers dorp, inclusief een sterke sociale controle en bijbehorende roddels, is Eilis na een afwezigheid van twintig jaar eveneens een buitenstaander.
“Niemand wist eigenlijk iets van haar. In de banken voor en achter haar in de kathedraal zaten mensen die al hun hele leven hier woonden. Zij hoefden niets uit te leggen over zichzelf. Iedereen wist met wie ze getrouwd waren en hoe hun kinderen heetten. Zij gebruikten geen ander accent bij verschillende gesprekspartners.”
Het verhaal beslaat een periode van enkele maanden. Het bestaat uit zeven delen, onderverdeeld in hoofdstukken en scènes.
Tóibín vertelt vanuit het perspectief van verschillende personages. Steeds in de derde persoon. Observerend, afstandelijk, filmisch worden situaties, gedachten en gevoelens rechtstreeks over het voetlicht gebracht, zonder commentaar.
Flashbacks kleuren personages verder in. Ze hebben gemeen dat ze terughoudend zijn, zich niet snel blootgeven en ook niet beschikken over echte vrienden of vertrouwenspersonen. Ze schromen niet directe vragen te stellen, maar zelf beantwoorden ze die niet.
Hoewel zich geen spectaculaire, bloedstollende gebeurtenissen voordoen, weet Tóibín een onderhuidse spanning te creëren die de aandacht van begin tot eind vasthoudt.
Opvallend is dat het Ierse deel van het verhaal is gesitueerd in Enniscorthy in Zuid-West-Ierland, de geboorteplaats van Tóibín. Terloops wordt verwezen naar personages en gebeurtenissen uit eerdere boeken die zich daar afspelen, zoals Nora Webster. Die informatie lijkt eerder ‘sluikreclame’ voor zijn andere boeken dan noodzakelijk voor het verhaal, maar is niet storend.
7
Reageer op deze recensie