Lezersrecensie
Credits aan Rambo, Ratched en mezelf
Na mijn eerdere ervaring met Het weeshuis in de azuurblauwe zee stond ik eerlijk gezegd niet te springen om een ander boek van deze auteur te lezen. Maar de gehele shortlist lezen van Beste Boek voor Jongeren wil zeggen dat ik ook deze nominatie lees.
Het verhaal begint best goed als je Giovanni Lawson (Gio), Victor Lawson en Rambo en Ratched leert kennen. Vier levende wezens waarvan Victor als enige een mens is, de rest is een robot. Ze leven met elkaar afgezonderd van de rest van de wereld en hebben een veilige plek gecreëerd als familie.
Als Victor met Ratched (een prettig sadistische verpleegmachine) en Rambo (stofzuiger) op de schroothoop allemaal afgedankte androïdes vindt, besluiten ze er een mee te nemen, omdat er nog een beetje leven in zit. Ze lappen hem op en noemen hem HAP, want dat staat op zijn naamplaatje. Nadat Gio achter Haps aanwezigheid komt, vertelt hij hen dat Hap en hij een verleden hebben. Haps geheugen blijkt gewist te zijn, maar Gio weet dat hij afkomstig is van de Stad van de Elektrische Dromen. Wanneer Hap per ongeluk naar het verleden vraagt en ‘de overheid’, zijn ze allemaal niet meer veilig. Gio wordt meegenomen en Victor, Rambo en Ratched gaan hem achterna om hem te redden van herprogrammering.
Hoewel het verhaal goed begon, de schrijfstijl best oké is en ik wel benieuwd was naar het verloop van het verhaal met mensen en androïden, had ik niet het gevoel dat er rond bladzijde 200 nou echt veel/iets heel boeiends gebeurd was. Mijn interesse was eerlijk gezegd zodanig gekelderd dat het me niet veel meer uitmaakte wat ze wel/niet zouden ondernemen. Toen ‘moest’ ik alleen nog 250 bladzijden.
Dat ondernemen ging mij trouwens ook iets te langzaam, daarom duurde het verhaal waarschijnlijk ook zo lang in mijn beleving. De lange hoofdstukken droegen daar voor mij niet aan bij. Het maakte dat ik vanaf de helft van het verhaal meer scannend dan heel oplettend heb gelezen.
Het verhaal gaat uiteraard niet alleen maar over het redden van Gio van een eventuele herprogrammering. De gevoelens die Victor voor het eerst voelt, zijn ook een belangrijk onderdeel van het verhaal. Hoe ver ga je om iemand te beschermen, hoe menselijk is een hart? Daarnaast kan het boek je ook aan het denken zetten over het uitroeien van de mensheid als robots/AI de wereld overnemen. Wat kan je als mens nog doen of hoe sterk kan/wil je als mens zijn als je gedwongen wordt om met de massa mee te gaan?
Ondanks mijn leeservaring, die eerlijk gezegd gelijk is aan Het weeshuis aan de azuurblauwe zee, kan ik mij goed voorstellen dat dit boek wel aanslaat bij andere lezers.
Concluderend kan ik zeggen dat deze auteur mij minder/niet ligt. Gelukkig zijn er heel veel andere lezers die deze verhalen wel de verdiende liefde geven.
Om toch met iets positiefs af te sluiten wil ik graag Rambo en Ratched wat credits geven. De aanwezigheid van hen en met name hun spontane, droge humor maakten sommige situaties wel beter. (En een beetje credits naar mezelf, omdat ik hard gewerkt heb om dit uit te krijgen.)
Deze recensie verscheen eerst op Lezersgoud.nl --> https://lezersgoud.nl/het-boomhuis-in-het-bos-t-j-klune/
Het verhaal begint best goed als je Giovanni Lawson (Gio), Victor Lawson en Rambo en Ratched leert kennen. Vier levende wezens waarvan Victor als enige een mens is, de rest is een robot. Ze leven met elkaar afgezonderd van de rest van de wereld en hebben een veilige plek gecreëerd als familie.
Als Victor met Ratched (een prettig sadistische verpleegmachine) en Rambo (stofzuiger) op de schroothoop allemaal afgedankte androïdes vindt, besluiten ze er een mee te nemen, omdat er nog een beetje leven in zit. Ze lappen hem op en noemen hem HAP, want dat staat op zijn naamplaatje. Nadat Gio achter Haps aanwezigheid komt, vertelt hij hen dat Hap en hij een verleden hebben. Haps geheugen blijkt gewist te zijn, maar Gio weet dat hij afkomstig is van de Stad van de Elektrische Dromen. Wanneer Hap per ongeluk naar het verleden vraagt en ‘de overheid’, zijn ze allemaal niet meer veilig. Gio wordt meegenomen en Victor, Rambo en Ratched gaan hem achterna om hem te redden van herprogrammering.
Hoewel het verhaal goed begon, de schrijfstijl best oké is en ik wel benieuwd was naar het verloop van het verhaal met mensen en androïden, had ik niet het gevoel dat er rond bladzijde 200 nou echt veel/iets heel boeiends gebeurd was. Mijn interesse was eerlijk gezegd zodanig gekelderd dat het me niet veel meer uitmaakte wat ze wel/niet zouden ondernemen. Toen ‘moest’ ik alleen nog 250 bladzijden.
Dat ondernemen ging mij trouwens ook iets te langzaam, daarom duurde het verhaal waarschijnlijk ook zo lang in mijn beleving. De lange hoofdstukken droegen daar voor mij niet aan bij. Het maakte dat ik vanaf de helft van het verhaal meer scannend dan heel oplettend heb gelezen.
Het verhaal gaat uiteraard niet alleen maar over het redden van Gio van een eventuele herprogrammering. De gevoelens die Victor voor het eerst voelt, zijn ook een belangrijk onderdeel van het verhaal. Hoe ver ga je om iemand te beschermen, hoe menselijk is een hart? Daarnaast kan het boek je ook aan het denken zetten over het uitroeien van de mensheid als robots/AI de wereld overnemen. Wat kan je als mens nog doen of hoe sterk kan/wil je als mens zijn als je gedwongen wordt om met de massa mee te gaan?
Ondanks mijn leeservaring, die eerlijk gezegd gelijk is aan Het weeshuis aan de azuurblauwe zee, kan ik mij goed voorstellen dat dit boek wel aanslaat bij andere lezers.
Concluderend kan ik zeggen dat deze auteur mij minder/niet ligt. Gelukkig zijn er heel veel andere lezers die deze verhalen wel de verdiende liefde geven.
Om toch met iets positiefs af te sluiten wil ik graag Rambo en Ratched wat credits geven. De aanwezigheid van hen en met name hun spontane, droge humor maakten sommige situaties wel beter. (En een beetje credits naar mezelf, omdat ik hard gewerkt heb om dit uit te krijgen.)
Deze recensie verscheen eerst op Lezersgoud.nl --> https://lezersgoud.nl/het-boomhuis-in-het-bos-t-j-klune/
1
Reageer op deze recensie