Afwisselend geforceerd en creatief
Om maar met de deur in huis te vallen: deel twee van Peter DeWillis’ jeugdfantasiereeks De boeken van Terra Fabula pakt de sterke punten van deel één op en zet deze door. Met deze serie, gericht op lezers tussen de 10 en 14, debuteerde DeWillis in 2015 met Het vergeten koninkrijk. Dit jaar is er dan deel twee: Het zilveren labyrint.
Waar het eerste deel de tijd nam om de personage en de setting te introduceren, duikt nummer twee de wereld van Terra Fabula in en drukt de lezer met de neus op alle hoekjes en gaatjes van dit fabelland. Er gebeurt veel en het gebeurt rap, en dat houdt het tempo lekker hoog.
William en Martha reizen nog altijd met vriend en vijand door hun geërfde koninkrijk Terra Fabula, op zoek naar hun gevangengenomen ouders. Intussen proberen ze de raadsels op te lossen die de oude koning voor hen heeft nagelaten ten behoeve van hun strijd tegen de heks Griselda. Terwijl de wonderlijke wereld aan hen voorbijtrekt en ze aanvallen van Griselda’s handlangers van zich afknokken, volgen ze het ene raadsel naar het volgende.
Het opeenvolgen van raadsels is zowel een fijne als een voorspelbare kapstok om het plot van dit boek aan op te hangen. DeWillis heeft duidelijk goed nagedacht over deze kapstok en zet de sprong van puzzel naar puzzel met overtuiging in. Het is goed te volgen en er worden dan ook genoeg hints gegeven om mee te kunnen denken, maar niet genoeg om het antwoord al eerder dan de personages door te hebben.
Er zit echter wel een mate van voorspelbaarheid in het ritme dat hierdoor ontstaat, dat voor een groot deel ook wordt bijgestaan door de afwisseling van actie- en rustmomenten. Het zijn duidelijke pieken en dalen. Het is af en toe alsof de auteur nog worstelt met zichzelf: waar en hoe voer ik de lezer alle brokjes informatie die ze nodig hebben voor dit raadsel, en hoe houd ik het tegelijkertijd spannend en interessant? Die zorgen zijn ongegrond, want de infodumps zijn in zichzelf geen overkill of saai. Maar de manier waarop die brokjes informatie worden gegeven, of de manier waarop de oplossingen voor de raadsels tot stand komen, voelen af en toe wat geforceerd aan. De lezer mag zijn hoofd breken over hoe het raadsel in het verhaal tot stand komt, maar het is jammer dat de auteur dit soms ook lijkt te doen.
Daar staat tegenover dat de actiescènes juist heel natuurlijk aanvoelen, en daarbij ook origineel zijn. DeWillis beroept zich soms tot de onontkoombare clichés van een fantasiewereld, maar de manier waarop goed tegen kwaad strijdt, wordt in de details duidelijk met plezier en met veel creativiteit uitgewerkt.
Er zijn nog altijd veel personages die komen en gaan, evenals veel stadjes, dorpjes, bossen, gebergtes, et cetera, die lang niet allemaal in het geheugen blijven hangen. Dat is niet persé erg, want ook de achtergrondpersonages zijn opgehangen aan de kapstok en het plot. Het is duidelijk wie waarbij hoort en wat zijn of haar rol is in het verhaal. Het is veel, maar het is niet verwarrend, en het is daarbij ook gewoon leuk als kleinere personages dienen als ‘comic relief’. Het zilveren labyrint kent dood en verderf, verlies en verdriet, maar wisselt dat af met luchtigheid en grappen. Het zorgt voor een fijne mix, waarin de zwaarte van de oorlog tegen Griselda lichter wordt gemaakt. Precies zoals het een jeugdboek beaamt.
Het is goed om te merken, ook vergeleken met het eerste boek, dat er nog altijd een stijgende lijn zit in DeWillis’ schrijven. Het zilveren labyrint is geen literatuur met een hoofdletter L. Maar het is wel leesvoer dat lekker weg hapt, en ook dat verdient een plek in de boekenkast.
Reageer op deze recensie