Wat is echt en wat is verbeelding?
Fara is vijftien jaar en moet op de kinderen van de familie Zuiderduin passen. Al bij binnenkomst vallen haar vreemde dingen op in en rond het huis. Een dode kraai naast het trapje naar de voordeur; een groot litteken op de wang van mevrouw Zuiderduin; vreemde standbeelden in de hal; het huis kraakt en er staan overal opgezette dieren. Ook meneer en mevrouw Zuiderduin geven Fara niet bepaald geruststellende waarschuwingen. ‘Schrik niet als het opeens donker wordt’ en ‘Het is beter als je voor niemand de deur opendoet.’
Dat is nog maar het begin van wat een enerverende nacht voor Fara zal worden. Het is namelijk ook nog eens Clownsnacht, ‘Een traditie in Westerdam waarvan niemand echt weet waar die vandaan komt.’ Is het een clown die ’s nachts inbreekt en bij je bed naar je komt staan kijken, of is het een slaapwandelende clown die iedereen de stuipen op het lijf jaagt?
Clownsnacht is jeugdhorror. Horror is een genre waar je van moet houden en het boek zal daarom echt niet alle dertien- tot vijftienjarigen in de doelgroep aanspreken. Eerlijk gezegd is het verhaal ook voor volwassenen flink spannend en beangstigend. Als je nog een beetje een positief beeld bij clowns had, is dat na het lezen van dit boek wel voorbij. Het verhaal zelf leest vlot en omdat Clownsnacht een vrij dun boek is, heb je het snel uit. Misschien is dat gezien de spanning in het verhaal maar goed ook.
‘Het lijkt wel alsof het huis leeft. Alsof het ademhaalt. Me in de gaten houdt. Me gek maakt. Ik dacht net zelfs al dat ik voetstappen boven me hoorde.’
Na lezing van het boek voelt Clownsnacht te veel als een geconstrueerd verhaal. De horror-ingrediënten zijn vrij makkelijk aan te wijzen en het is snel duidelijk bij welke gebeurtenissen je achterdocht moet krijgen. Naast dat het huis van de familie Zuiderduin op z’n zachtst gezegd nogal bijzonder is, gebeuren er ook vreemde dingen. Meneer Zuiderduin die net wat te vaak belt; kinderen die ergens bang voor lijken te zijn; een verzameling lege pizzadozen op zolder. Dat auteur Daniëlle Bakhuis achterin het boek aangeeft zeven urban legends in Clownsnacht verwerkt te hebben (een verhaal dat als waarheid wordt verteld, maar in de praktijk niet waar blijkt te zijn), lijkt te bevestigen dat Clownsnacht een wat gekunsteld verhaal is. Misschien dat in een boek met meer omvang de verwijzingen wat subtieler verwerkt hadden kunnen worden.
De geringe omvang van het boek maakt ook dat de nodige diepgang in het boek ontbreekt. Het gaat in Clownsnacht primair om de actie en de spanning en veel minder om de karakters. De gebeurtenissen volgen elkaar in hoog tempo op en je hebt als lezer weinig tijd om op adem te komen. Al is Fara die tijd ook niet gegund… Waar Bakhuis desondanks absoluut in slaagt, is het creëren van een hoofdpersoon waarin je je kunt inleven, en met wie je van begin tot eind meeleeft. Ze beschrijft ook goed hoe Fara zich voelt als er weer iets is gebeurd. Haar angsten zijn herkenbaar en het is bewonderenswaardig hoe dapper ze zich door de avond slaat. Fara neemt haar verantwoordelijkheid heel serieus en doet er alles aan om de kinderen, Marnix en Suzie, zich veilig te laten voelen.
Clownsnacht is een boek met een voortdurende spanningsboog dat je snel uitleest, hoewel de geringe omvang maakt dat de opbouw van het verhaal gekunsteld aandoet. Maar – al is Fara een meisje – een horrorverhaal dat je voortdurend over je schouder laat kijken, zou zeker ook jongens in de doelgroep moeten kunnen aanspreken.
Reageer op deze recensie