Boos op de wereld
Charlie is de hoofdpersoon van Leugenaar leugenaar. Het boek van Herman van de Wijdeven voor jonge YA-lezers begint op Charlies dertiende verjaardag, als haar vader is verdwenen. Zonder een woord. Zonder haar uit te leggen hoe en waarom.
‘Misschien vertrok hij ’s avonds laat al, of midden in de nacht, maar ik ontdekte dat hij weg was toen ik op blote voeten beneden kwam, en mijn moeder als een ziek vogeltje aan de keukentafel zat.’
Ook haar moeder legt haar niets uit en op school voelt Charlie zich even ongelukkig. Zij en haar vriendin begrijpen elkaar niet zo goed, en ze voelt zich gepest en uitgedaagd door klasgenootje Kat. De grens tussen klieren, plagen en pesten is soms erg smal. De vervelende omstandigheden stapelen zich op voor Charlie en ze wordt boos. Op alles en iedereen om haar heen.
Van de Wijdeven heeft Leugenaar leugenaar geschreven in de eerste persoon. Op die manier kun je goed meeleven met Charlie en worden haar keuzes begrijpelijk gemaakt. Je leest namelijk niet alleen wat ze doet en meemaakt, maar ook haar overwegingen en wat ze denkt. Het perspectief trekt je snel in het verhaal. Je gaat meevoelen met Charlie, voor wie verdriet en eenzaam de boventoon voeren.
Gedurende het verhaal ontdekt ze dat volwassenen ook niet altijd alles weten, en ontwikkelt ze hier begrip voor. Ze komt erachter dat leugens in allerlei soorten en maten bestaan en dat er verschillende motieven zijn om te liegen. Soms pakt het goed uit en kan het beter zijn voor jezelf of de ander om te liegen. Maar meestal is het uiteraard onverstandig en verkeerd. Hoe groter de leugen, hoe ernstiger de consequenties. Vooral als je ook anderen meesleept in je leugens kan de situatie heel vervelend worden.
De schrijfstijl die Van de Wijdeven hanteert voor Leugenaar leugenaar is prettig. De zinnen zijn niet te lang en ook de hoofdstukken hebben een overzichtelijke lengte. Het woordgebruik is toegankelijk en er staan veel mooie zinnen in. Leugenaar leugenaar is met dit soort teksten een mooie opstap naar literaire boeken. Van de Wijdevens beeldende schrijfstijl weet het onzichtbare tot leven te brengen:
‘Ze gaf haar woorden een zetje. Ik deed of ze me niet meer inhaalden.’
De hoofdstukken zijn niet genummerd, maar hebben titels die afkomstig zijn uit de tekst van het betreffende hoofdstuk. Het is een boek dat in alle opzichten aantrekkelijk is voor de doelgroep. De letters waarin de uitgave is gedrukt zijn wellicht wat aan de grote kant, maar dat maakt ook dat het boek snel leest. Kinderen die niet graag lezen kunnen door dit boek over de streep worden getrokken.
De cover van Leugenaar leugenaar is door de knallend gele kleur en afbeelding heel opvallend. Het past goed bij het verhaal en roept de associaties op van jaloezie, haat en nijd. Het zal er in de boekhandel zeker uitspringen, maar ook als het je niet aanspreekt moet de lezer zich er niet door laten weerhouden. Uiteindelijk gaat het om de binnenkant, en dat is absoluut de moeite waard.
Reageer op deze recensie