Roman vol intrigerende vragen over leven en dood
Er zijn twee absolute zekerheden in het leven, waarover niet valt te onderhandelen. Je bent geboren en je gaat op een dag dood. Het vooruitzicht op de dood maakt veel mensen angstig en onzeker, want wat gebeurt er daarna? Is er überhaupt een daarna of alleen maar helemaal niets? Gedurende onze kinderjaren denken we weinig over dit soort vragen na, het leven lijkt oneindig en vol met avonturen en uitdagingen. Naarmate we ouder worden, worden we echter steeds meer met de dood geconfronteerd en wordt het grote onbekende monster dat we niet in de ogen durven staren steeds meer tastbaar door allerlei lichamelijke gebreken die zich steeds meer en steeds uitdrukkelijker aandienen. David Bowie zei ooit in een interview over zijn sterfelijkheid: 'Age doesn't bother me. It's the lack of years left that weighs far heavier on me than the age that I am.'
Het is dan ook geen wonder dat we soms dromen over een oneindig leven. Een leven waarin de horizon van het leven elk jaar weer verder vooruitschuift. Het overkomt Ben, de hoofdpersoon uit dit gelijknamige boek van schrijver Erik Nieuwenhuis (1964). Het gebeurt alleen niet helemaal op de manier die Ben vermoedelijk voor ogen heeft gestaan. Ben komt namelijk eerst op een nogal lullige manier om het leven. Hij sluit zichzelf per ongeluk op in een vriescontainer, waarin runderkadavers worden vervoerd. Daar trekt hij zich af met het beeld van een vriendinnetje van zijn dochter voor ogen. Als hij klaar is met zijn daad merkt hij tot zijn grote schrik dat hij niet meer uit de container kan en sterft hij uiteindelijk aan onderkoeling.
Nadat hij is overleden, besluit een team van medici bij wijze van experiment zijn brein te kopiëren en op een plaatselijke ziekenhuisserver te zetten. Groot is hun verbazing als blijkt dat zijn geest via de server voortleeft. Vooral bij Ben is de verwarring groot en hij begint zichzelf allerlei vragen te stellen. Hoe kan het dat hij opgesloten zit in een server en wil hij eigenlijk zo nog wel verder 'leven'? Want wat is het leven nog waard als je leven is beperkt tot een geest in een computer zonder mogelijkheid tot contact met de buitenwereld, zonder de smaak en de gevoelssensaties die al je zintuigen aan je doorgeven? De vrouw van Ben vraagt zich ondertussen af hoe je als echtgenote trouw moet blijven aan een man die geen lichaam meer heeft. Een vrouw heeft ten slotte ook haar behoeftes.
Deze interessante vragen en bespiegelingen worden door Erik Nieuwenhuis op een prikkelende en eloquente manier onder woorden gebracht. Neem nou zoiets banaals als de Hema rookworst: "ik heb mijn laatste rookworst gegeten. Maar probeer je dat eens voor te stellen. Iemand die obsessief verlangt naar een rookworst op een papieren servetje. En dat in de wetenschap dat je het vet nooit meer langs je kin zult voelen druipen. De geur van synthetische kleding, vermengd met zoete accenten van vers gebak en daarbovenuit de rokerige geur van een stang vol rookworsten. Het moment dat je tanden door het velletje van de worst breken. Knap. Het zachte, gemalen vlees eronder. [...] Er komt altijd een moment waarop ik me ineens glashelder realiseer: dit is niet echt. Dit zal ook nooit meer echt worden."
Ondanks het feit dat de hoofdpersoon beperkt is geworden tot een onstoffelijke entiteit in een steriele en digitale omgeving, barst het boek van het leven. De passages waarin de natuur en de wisseling van de seizoenen worden beschreven bruisen van de vitaliteit. Juist deze tegenstelling tussen de donkere wereld van de enen en de nullen waarin Ben zich omringd weet en de telkens weer ontluikende en inslapende natuur, geeft een fascinerende en intrigerende dynamiek aan het boek. Het toont aan hoe bijzonder het leven is en hoezeer we dat bij leven moeten koesteren. Ben is daardoor een boek dat voldoende stof geeft om na te denken over het leven en de dood.
Reageer op deze recensie