Mooie beklemmende roman over de strijd tussen mens en natuur
"God liet het water wemelen van levende wezens, en boven de aarde liet hij vogels vliegen. En God zegende hen, opdat de vogels en de vissen talrijk zouden worden."
Bovenstaand citaat komt uit het scheppingsverhaal uit de Bijbel (Genesis). Hierin wordt beschreven hoe God in zeven dagen de wereld creëerde. De vijfde dag was de dag waarop God de vissen en de vogels schiep. Het is overduidelijk dat Frank Noë (1959), wiens roman Het gemaal in 2001 werd genomineerd voor de Libris Literatuurprijs, zich door het scheppingsverhaal heeft laten inspireren toen hij De vijfde dag schreef.
In De vijfde dag draait het om viskwekerij 'De vijfde dag' die in de jaren '60 van de vorige eeuw in een nieuwe polder bij Lelystad wordt opgericht. Het is de tijd van de wederopbouw in Nederland en ieder particulier initiatief om Nederland er weer bovenop te helpen wordt met een positieve houding onthaald. De tijden veranderen echter en niet ten goede. Als de eigenaar van 'De vijfde dag ziek' wordt, ziet zijn dochter Sylvia zich genoodzaakt om de leiding over de viskwekerij over te nemen. Het wordt haar niet gemakkelijk gemaakt, want al snel blijken hele scholen aalscholvers de visvijvers leeg te roven en volgt er een ongenadige strijd tussen mens en natuur.
Het is tijdens het lezen niet moeilijk om behalve de titel van de roman parallellen te zien tussen het verhaal dat Frank Noë vertelt en de Bijbel. In sober proza laat hij de eeuwigdurende strijd tussen mens en natuur zien. De mens probeert de natuur aan zijn wil te onderwerpen, maar de natuur laat zich niet zomaar reguleren. Zelden zal de strijd tussen de mens en de natuurlijke elementen beklemmender hebben aangevoeld dan in 'De vijfde dag'. De claustrofobische sfeer die Noë weet op te roepen zal daaraan zeker debet zijn. Ondertussen weet de auteur de lezer ook nog aan het boek te kluisteren door de broeiende beschrijvingen van de diverse familierelaties binnen het familiebedrijf.
De grote kracht van De vijfde dag is dat Frank Noë zijn sobere schrijfstijl weet te koppelen aan een groot beeldend vermogen. De koude snijdende wind over het kale Flevolandse landschap, het gekrijs van de aalscholvers, de constant groeiende onderhuidse spanning tussen de medewerkers van de viskwekerij, alles draagt bij aan de voortdurende spanning waarmee De vijfde dag doorspekt is. Door zijn treffende beschrijvingen van de machteloosheid van de mens tegenover de natuur en zijn welhaast apocalyptische beschrijvingen van het kale winterse landschap van de Flevopolder weet hij de lezer in zijn greep te houden en voelt het boek als een strop die steeds strakker wordt aangetrokken.
Reageer op deze recensie