Lezersrecensie
Een mooie fantasiewereld
Je ouders heb je niet voor het kiezen. Dat geldt natuurlijk voor iedereen, maar de één heeft het toch wel meer getroffen dan de ander. Je zult de zesjarige David Schijndels niet zo snel horen klagen, maar doorsnee ouders heeft hij allerminst. Zijn moeder heeft regelmatig last van manische aanvallen en zijn vader is een grote dromer met mooie verhalen, maar die eigenlijk bar weinig bereikt. Het leidt tot een bijzonder fraaie analyse van David’s moeder:
“Hij kan het mooi zeggen. Vergezichten schetsen, nee, inkleuren, schilderen, fijntjes en toch groots. Dat kan hij. Maar het blijven vergezichten. Ze staan aan de horizon, onbereikbaar als een pot goud onderaan de regenboog. Daarom heten het vergezichten.”
Dit soort mooie observaties komen trouwens wel vaker voor in deze intieme kleine roman.
Het is gelet op het karakter van zijn ouders en hun voortdurende botsingen met elkaar bepaald geen wonder dat David in zijn eigen wereld vlucht. De wereld van de dinosauriërs. Dat komt mooi uit, want zijn vader neemt hem eens in de zoveel tijd mee naar Brussel waar hij hem in het natuurwetenschappelijk museum achterlaat. Reisjes waar zijn moeder trouwens niks van mag weten. Terwijl zijn vader hem in het museum achterlaat om door Brussel te zwerven en een dubbelleven leidt, verdiept David zich bij elk nieuw bezoek steeds meer in het museum en in alle dinosauriërs die er zijn tentoongesteld.
In het Museum is de debuutroman van Joost van Driel (1976), die eerder artikelen in De Groene Amsterdammer publiceerde en in het dagelijkse leven leraar Nederlands is op een scholengemeenschap in Middelburg. Je vraagt je bij het lezen van In het museum af in hoeverre Joost van Driel geïnspireerd is geraakt door zijn contact met ouders en kinderen.
Wat direct opvalt is dat Joost van Driel ondanks hun vele tekortkomingen met veel genegenheid over Davids ouders schrijft. Zijn vader en moeder hebben ieder op hun eigen manier het beste met David voor. Zijn moeder neemt hem constant in bescherming en zijn vader moedigt hem vooral aan om te blijven dromen. Er komt echter een moment dat je als kind een leeftijd bereikt waarbij je doorkrijgt dat je ouders ook feilbare mensen zijn en er niet altijd voor je zullen zijn.
Voor David komt dit besef alleen veel te vroeg. David wil gezien worden, maar juist als hij in zijn element is in het museum laten zijn ouders en de mensen die hem zouden moeten beschermen hem behoorlijk in de steek. David is echter opvallend mild over zijn ouders, want buiten zijn fantasie zijn ze alles wat hij heeft. Het levert bij tijd en wijle een zowel ontroerend als ontnuchterend familieportret op.
Ondertussen probeert David de realiteit op afstand te houden door een droomwereld voor zichzelf te creëren. Een wereld waarin de dinosauriërs weer tot leven komen en die bereid zijn hem in hun groep op te nemen. Het levert enkele fascinerende scènes op. De muur van fantasie die David om zich heen bouwt is even broos als aandoenlijk. Als hij uiteindelijk besluit dat zijn fantasiewereld hem liever is dan het echte leven bij zijn ouders zoekt hij naar een manier om voor altijd in zijn fantasiewereld te verdwijnen. Het ietwat magisch realistisch aandoende einde zal misschien niet iedereen even zeer aanspreken, maar past wat dat betreft prima bij het verhaal.
“Hij kan het mooi zeggen. Vergezichten schetsen, nee, inkleuren, schilderen, fijntjes en toch groots. Dat kan hij. Maar het blijven vergezichten. Ze staan aan de horizon, onbereikbaar als een pot goud onderaan de regenboog. Daarom heten het vergezichten.”
Dit soort mooie observaties komen trouwens wel vaker voor in deze intieme kleine roman.
Het is gelet op het karakter van zijn ouders en hun voortdurende botsingen met elkaar bepaald geen wonder dat David in zijn eigen wereld vlucht. De wereld van de dinosauriërs. Dat komt mooi uit, want zijn vader neemt hem eens in de zoveel tijd mee naar Brussel waar hij hem in het natuurwetenschappelijk museum achterlaat. Reisjes waar zijn moeder trouwens niks van mag weten. Terwijl zijn vader hem in het museum achterlaat om door Brussel te zwerven en een dubbelleven leidt, verdiept David zich bij elk nieuw bezoek steeds meer in het museum en in alle dinosauriërs die er zijn tentoongesteld.
In het Museum is de debuutroman van Joost van Driel (1976), die eerder artikelen in De Groene Amsterdammer publiceerde en in het dagelijkse leven leraar Nederlands is op een scholengemeenschap in Middelburg. Je vraagt je bij het lezen van In het museum af in hoeverre Joost van Driel geïnspireerd is geraakt door zijn contact met ouders en kinderen.
Wat direct opvalt is dat Joost van Driel ondanks hun vele tekortkomingen met veel genegenheid over Davids ouders schrijft. Zijn vader en moeder hebben ieder op hun eigen manier het beste met David voor. Zijn moeder neemt hem constant in bescherming en zijn vader moedigt hem vooral aan om te blijven dromen. Er komt echter een moment dat je als kind een leeftijd bereikt waarbij je doorkrijgt dat je ouders ook feilbare mensen zijn en er niet altijd voor je zullen zijn.
Voor David komt dit besef alleen veel te vroeg. David wil gezien worden, maar juist als hij in zijn element is in het museum laten zijn ouders en de mensen die hem zouden moeten beschermen hem behoorlijk in de steek. David is echter opvallend mild over zijn ouders, want buiten zijn fantasie zijn ze alles wat hij heeft. Het levert bij tijd en wijle een zowel ontroerend als ontnuchterend familieportret op.
Ondertussen probeert David de realiteit op afstand te houden door een droomwereld voor zichzelf te creëren. Een wereld waarin de dinosauriërs weer tot leven komen en die bereid zijn hem in hun groep op te nemen. Het levert enkele fascinerende scènes op. De muur van fantasie die David om zich heen bouwt is even broos als aandoenlijk. Als hij uiteindelijk besluit dat zijn fantasiewereld hem liever is dan het echte leven bij zijn ouders zoekt hij naar een manier om voor altijd in zijn fantasiewereld te verdwijnen. Het ietwat magisch realistisch aandoende einde zal misschien niet iedereen even zeer aanspreken, maar past wat dat betreft prima bij het verhaal.
1
2
Reageer op deze recensie