Waar het bloed niet kruipt
Arno Bohlmeijer debuteerde in 1987, en sindsdien zijn er talloze boeken van hem uitgegeven. Bohlmeijer schrijft voor zowel volwassenen als kinderen en kreeg in 1997 de Charlotte Köhler Stipendium-prijs voor veelbelovende schrijvers. De auteur staat bekend om het bespreekbaar maken van moeilijke onderwerpen in zijn boeken. Zijn nieuwste literaire thriller genaamd Schuilgaan, vertelt een verhaal over de ontvoering van een jong kindje.
Wanneer journaliste Anja haar baby van een half jaar oud verliest door wiegendood, neemt ze de baby van Nomi mee om hem als haar kindje op te voeden. Er wordt tevergeefs een grote zoekactie gestart, maar na anderhalve maand gaan zowel de media als de buurtbewoners weer verder. Het nieuws van de vermiste baby verdwijnt langzaam naar de achtergrond. De ongeruste Nomi blijft zoeken, samen met haar man en vader Bernard. Net wanneer het drietal de hoop opgeeft, doet Bernard een verontrustende ontdekking wanneer Anja hem interviewt voor haar nieuwe boek Time-in.
Schuilgaan bedekt een bijzonder onderwerp, dat op een eigenaardige manier vormgegeven wordt. Het boek leest als een scenario. Toch wordt er weinig weggegeven en de omschrijvingen zijn beknopt. Er wordt veel verteld, maar je voelt het niet. De personages zijn vlak en drukken zich allemaal op een ouderwetse manier uit. De dialogen bestaan uit veel 'um's' 'ah's' en 'eh's'; iets wat compleet overbodig is wanneer het verhaal zelf enig leven zou bevatten.
Tijdens het lezen van deze literaire thriller, voel je niet mee met de moeder die haar zoontje moet missen, of met de vrouw die in een vlaag van verstandsverbijstering ineens een ander kindje moet opvoeden. Zelfs wanneer Evert, de ex-vriend van Anja, ten tonele verschijnt, blijft het verhaal langzaam en niet al te spannend voortkabbelen. Schuilgaan is niet erg geloofwaardig en de personages doen dingen waarvan je je kunt afvragen of het wel bij hun karakter past. Het is een wiebelig geheel dat door een zijden draadje - de grove verhaallijn - aan elkaar gehouden wordt.
In Schuilgaan wordt veel verteld door Bohlmeijer, maar 70% daarvan is overbodig. De literaire thriller hangt aan elkaar met intermezzo's die voor een groot deel lucht zijn en niet bijdragen aan het verhaal. De personages doen dingen die er niet toe doen, er wordt uitgebreid aandacht besteed aan het liefdesleven van vader Bernard, maar aan het einde van het verhaal komt er geen enkele zijlijn weer bij elkaar. Er is geen conclusie, er is geen spanning en als de laatste pagina is omgeslagen blijf je met twee vragen achter: waarom heb ik dit boek in hemelsnaam gelezen, en wat wil de auteur me nou eigenlijk duidelijk maken?
Wellicht is Schuilgaan voor de doorgewinterde lezer een bijzonder boek om in handen te hebben, maar voor de lezer die graag verdrinkt in een andere wereld, biedt Schuilgaan toch net iets te weinig beeld en sensatie.
Reageer op deze recensie