Artistiek proza dat een klein verhaal groots maakt
Met een Hebban Award voor Beste (vertaalde) Young Adult in 2015, is Jandy Nelsons Ik geef je de zon met recht een publiekslieveling onder jonge lezers. De recensies liegen er ook niet om; één en al lovende woorden over dit artistieke verhaal over een onafscheidelijke tweeling die door een tragische gebeurtenis uit elkaar is gegroeid.
Jude en haar tweelingbroer Noah zijn artistieke kinderen, die de voetsporen van hun kunstzinnige moeder volgen richting een opleiding aan de kunstacademie. De extreem getalenteerde Noah tekent met hart en ziel en is voorbestemd een groot kunstenaar te worden. Judes beeldhouwwerk is minder uitgesproken, maar evengoed veelbelovend. Afwisselend kijkt de lezer door de ogen van de zestienjarige Jude uit het heden en een dertienjarige Noah van drie jaar geleden. De jonge Noah weet zich geen raad met zijn homoseksuele gevoelens en heeft een obsessie voor zijn buurjongen, terwijl de eens zo populaire Jude na een dramatische 'eerste keer' volledig in zichzelf is gekeerd. In het verloop van de drie jaar die tussen deze perspectieven zit, is heel wat heftigs gebeurt en zijn de tieners volledig van hun pad geweken. In niets lijken zij meer op de veelbelovende talenten die zij ooit waren. De lezer ontdekt fragmentarisch wat de ooit zo onafscheidelijke tweeling zich van elkaar én zichzelf heeft doen vervreemden.
Zo artistiek als de personages worden geportretteerd, zo kunstzinnig en diepgaand is ook de schrijfstijl van Nelson. In proza-achtige zinnen wordt er op literaire wijze verhaal gedaan over de levens van deze merkwaardige pubers. De belevingswereld van de tweeling is soms zó folkloristisch, dat het niet altijd even leeftijdsadequaat op de nuchtere lezer overkomt. Geeft diezelfde lezer zich echter over aan een literaire vertelling, dan wordt hij meegevoerd in een bijzonder meeslepend boek. In niet chronologische volgorde legt de lezer zelf de puzzelstukjes van het verhaal in elkaar en dicht hij de gaten uit de drie jaar die voor de lezer in eerste instantie blanco zijn. Dat maakt dat je als lezer verbonden blijft met beide perspectieven, en dat de spanningsboog tussen de twee goed wordt opgebouwd. Ook al zijn de hoofdstukken soms wel erg lang en is het moeilijk om het boek tussendoor even weg te leggen, de focus verliest de lezer daardoor niet. De clou is uiteindelijk onverwacht en machtig mooi.
De soms toch wel bizarre thematiek is op artistieke wijze zó mooi en indrukwekkend uitgebeeld, dat Nelsons boek met kop en schouders boven alle andere boeken van haar kaliber uitsteekt. Haar literaire proza maakt een klein verhaal groots en diepgaand en zet de (jonge) lezer aan tot nadenken. Over het leven. Over zichzelf. Over de wereld. Met recht heeft zij de Hebban Award voor Beste Young Adult gewonnen.
Reageer op deze recensie