Lezersrecensie
Als we ons openstellen
‘De Kleindochter’. Met deze sublieme roman kwam Bernhard Schlink in mijn leesleven terecht waarna ik op zoek ging naar andere boeken van hem en al vrij snel ‘De voorlezer’ vond. Een roman die de tegenstellingen vergroot tussen kun je iemand liefhebben of hebben gehad en waarvan je later te weten komt dat ze bij de SS is geweest en aanwezig was bij een groep vrouwen die in een kerk verbrandt werd? Als je haar verloochent is dit dan niet ook verraad aan haar plegen? De ontdekking dat zij niet kan lezen noch schrijven en toch alle schuld op zich neemt van die verbranding en dat zij het verslag heeft gemaakt wat ga je daarmee doen? De emoties gieren door het boek van liefde en lust naar pijn en verdriet, naar schaamte en schuld, naar verantwoordelijkheid willen nemen en niet kunnen, naar doelgericht en doelloos, naar succesvol en tevergeefs, naar terug willen keren en opnieuw weggaan.
De jaren zestig, een ‘jochie’ zoals hij door haar genoemd wordt die twintig jaar ouder is en hem, de vijftien jarige, inwijdt in het leven van aanraken, vrijen, samen in bad en tracht veel goed te doen en meermaals bij ruzies de schuld op zich neemt en zij die op een dag zomaar is vertrokken hem in zijn hopeloos liefde achterlatend gaat studeren, komt in een werkgroep terecht en daardoor in een rechtszitting waar hij haar opeens weer ziet als verdachte.
Het spel die Schlink dan speelt met hoofdpersoon die voortdurend verdwaalt in uiterste posities van doen of laten geeft op een heerlijke wijze de innerlijke strijd weer die een mens voelt wanneer hij enerzijds verliefd of gewoon het is voor hem dé liefde en hetgeen de ander in het leven voor die tijd heeft uitgehaald en hoe kom je uit deze morele knoop van die jij zo hebt liefgehad en die domweg anderen heeft laten verbranden … ben je verantwoordelijk voor die keuze dat je van haar hebt gehouden of noch houdt? Of heeft zijn vader toch het bij het rechte eind “dat wat ander als goed voor iemand beschouwt, van een hogere orde is dan wat iemand voor zichzelf als goed beschouwt”?
De jaren zestig, een ‘jochie’ zoals hij door haar genoemd wordt die twintig jaar ouder is en hem, de vijftien jarige, inwijdt in het leven van aanraken, vrijen, samen in bad en tracht veel goed te doen en meermaals bij ruzies de schuld op zich neemt en zij die op een dag zomaar is vertrokken hem in zijn hopeloos liefde achterlatend gaat studeren, komt in een werkgroep terecht en daardoor in een rechtszitting waar hij haar opeens weer ziet als verdachte.
Het spel die Schlink dan speelt met hoofdpersoon die voortdurend verdwaalt in uiterste posities van doen of laten geeft op een heerlijke wijze de innerlijke strijd weer die een mens voelt wanneer hij enerzijds verliefd of gewoon het is voor hem dé liefde en hetgeen de ander in het leven voor die tijd heeft uitgehaald en hoe kom je uit deze morele knoop van die jij zo hebt liefgehad en die domweg anderen heeft laten verbranden … ben je verantwoordelijk voor die keuze dat je van haar hebt gehouden of noch houdt? Of heeft zijn vader toch het bij het rechte eind “dat wat ander als goed voor iemand beschouwt, van een hogere orde is dan wat iemand voor zichzelf als goed beschouwt”?
1
Reageer op deze recensie