Wonderschone melancholische allegorie in fantasyverpakking
Estland heeft maar weinig schrijvers die bekendheid over de grens genieten. Andrus Kivirähk is in eigen land succesvol en invloedrijk als schrijver van romans, kinderboeken, korte verhalen en nog veel meer. Inmiddels geniet hij buiten zijn landsgrenzen enige bekendheid. Zijn roman De man die de taal van de slangen sprak is in Frankrijk door Le Monde uitgeroepen tot zomerroman van het jaar.
In dat boek is Leemet de hoofdpersoon. Hij is nog een jonge puber als hij twee belangrijke gebeurtenissen meemaakt. Zijn oom leert hem, om uitsterven van de taal te voorkomen, de taal van de slangen, een lingua franca in het dierenrijk, waarmee hij de wil van alle dieren kan beheersen. Hij ontvangt van een ander een zakje met een ring erin, met de mysterieuze verklaring dat hij het nodig zal hebben als de tijd daarvoor rijp is. Dat zal blijken.
Leemet woont in het bos in een mythisch Estland, als onderdeel van een wonderlijk volk met bijzondere gebruiken. Voor vrouwen is het maar moeilijk de woeste en tegelijk tedere aantrekkingskracht van beren te weerstaan, de zus van Leemet is zelfs getrouwd met een beer. Het voedsel bestaat vooral uit vlees van dieren die worden gevangen door het gebruik van de taal van de slangen. Het volk houdt wolven als rijdier en drinkt hun melk. Beren houden er een luizenfarm op na die door fokprogramma’s luizen weten te kweken van menselijke proporties.
Het volk wordt in zijn levenswijze bedreigd door Teutoonse ridders, de ijzeren mannen, die erop uit zijn Estland te kerstenen. Het valt velen moeilijk om weerstand te bieden aan de mooie praatjes van deze verspreiders van het christendom. Zij besluiten het vertrouwde bosleven te verruilen voor het dorpsleven.
Leemet is met een klein, doch slinkend, aantal anderen vastbesloten om in het bos te blijven en niet in het dorp te gaan wonen. Zij willen geen afstand doen van hun gebruiken en die inruilen voor het door religie beheerste leven van de dorpsbewoners, met hun evenzeer rare gewoontes, hun dociele en idolate houding ten opzichte van de ijzeren mannen en hun naar kots smakende eten.
Toch heeft het dorp een onweerstaanbare aantrekkingskracht op de bosbewoners, op de jongens onder hen vooral door de leuke meisjes uit het dorp. Dit geldt ook voor Leemet. Naarmate hij ouder wordt raakt hij steeds meer verstrikt in een mentale worsteling: zal hij bezwijken voor de dubieuze verlokkingen van het dorpsleven of blijft hij zijn bekenden trouw?
Zijn worsteling wordt op prachtige wijze beschreven. De keuzes waarvoor Leemet staat, de gevolgen daarvan en de emoties die deze met zich meebrengen worden zo indringend beschreven dat je deze als lezer haast zelf voelt.
Het boek is een aaneenschakeling van mooie en meeslepende beschrijvingen, afgewisseld met de nodige humor. Een van de mooiste passages, een schitterend verbaal hoogtepunt, is de discussie tussen Leemet en de religieuze leider van het dorp, de vader van het meisje dat Leemet als een magneet naar het dorp trekt. De twee begrijpen elkaar totaal niet. De vader vindt de bosbewoners maar een stelletje zonderlingen met rare gebruiken Leemet op zijn beurt reduceert op delicate, niet mis te verstane wijze, het christendom tot een levenswijze met evenzeer zonderlinge verzinsels en rituelen.
Het boek is moeilijk in een hok te stoppen. Het heeft de verpakking van een mooi fantasyverhaal. Het is evenzeer een roman met filosofische trekjes. Het is ook een boek over de mentale worsteling van een jongeman, verscheurd tussen twee werelden, die een enorme psychologische ontwikkeling doormaakt. Maar het is vooral een indrukwekkende allegorie over het verdwijnen van beschavingen, van kennis en vaardigheden die ooit bestonden en voor altijd verloren gaan.
De man die de taal van de slangen sprak is een meeslepend boek dat veel meer is dan de fantasyvorm waarin het is gegoten. Het beschrijft een wereld die er nooit was, nooit zou kunnen zijn en die er ook nooit komt, maar waarin je wel zou willen leven, al was het maar voor heel even.
Wat een prachtboek!
PS 1: koop het in hardcover, die is zeer mooi, op klassieke wijze vormgegeven en is een verfraaiing van de boekenkast!
PS 2: een enorm compliment aan de vertaler. Het is nauwelijks voor te stellen dat dit boek in de oorspronkelijke taal nog mooier zou kunnen zijn!
Reageer op deze recensie