Prachtige schets van cultuurverandering in Nederland
Het kan niemand ontgaan dat vooral de jongere mensen vrijwel permanent, soms op het obsessieve af, met smartphones in de weer zijn. Ondanks dat het haast niet meer uit het dagelijks leven is weg te denken bestaat het fenomeen smartphone pas sinds 2007. De vraag kan gesteld worden of dergelijke snelle veranderingen in het doen en laten van de mens iets is van de laatste decennia of dat dat verschijnsel al langer bestaat. In zijn boek De nieuwe mens, met als ondertitel De culturele revolutie in Nederland rond 1900, beantwoordt de emeritus-hoogleraar Architectuur- en Stedenbouwgeschiedenis, Auke van der Woud, indirect deze vraag.
Hij voert ons terug naar het midden van de negentiende eeuw. De welvaart was destijds niet hoog, de mensen waren vooral op overleven gericht, het blikveld was beperkt en ging veelal niet verder dan de eigen omgeving. Mede ingegeven door de industriële revolutie steeg in de tweede helft van de negentiende eeuw de welvaart spectaculair. De gevolgen voor de houding van de mens zijn achteraf gezien enorm geweest. Voordien waren immateriële en geestelijke waarden de norm, doch langzaam maar zeker ging de mens anders naar de wereld kijken. De toegenomen welvaart en de technologische mogelijkheden boden de mens het uitzicht op andere prikkels, andere behoeften die bevredigd moesten en konden worden. De eerste verschijningsvormen die daarvan het bewijs leveren zijn het ontstaan van nieuwigheden als panorama’s en panopticums, en enige tijd later de bioscopen. De houding van de mens werd steeds meer bepaald door dergelijke visuele prikkels. De wereld werd groter, het blikveld werd verruimd. De mensen werden aangetrokken door alle mogelijkheden die de grotere wereld te bieden had, die aantrekkingskracht daarvan bleek onweerstaanbaar.
De invloed op de cultuur was groot. De nieuwe ontwikkelingen, zoals theaters, horeca- en winkelconcepten, deden zich als eerste voor in de steden. De aanzuigende werking van de steden bleek enorm sterk. Het inwonertal van een stad als Rotterdam verdrievoudigde binnen een paar decennia. Dit had gevolgen voor de stedenbouwkundige architectuur. Het straatbeeld veranderde, woningen werden steeds eenvormiger en in serie gebouwd. De steden verloren een deel van hun karakter. Een ander effect had dat op de landschapsarchitectuur. Niet alleen liep het platteland leeg, ook de gevolgen voor kleinschalige landbouw en het daardoor verbrokkelde landschap waren enorm. Landerijen werden groter, de diversiteit nam af, het landschap werd eenvormiger.
In het tweede en derde deel plaatst de auteur de veranderende interesses van de mens in filosofisch en religieus perspectief. Het religieuze gedrag veranderde. Tot aan het midden van de negentiende eeuw waren kerkelijke instituties haast onneembare vestingen. Dit veranderde langzaam maar zeker. De behoefte aan religie nam langzaam af, de robuustheid van de kerkelijke bastions ging haarscheurtjes vertonen. Het afbrokkelen van het gezag van de kerk is nog even gestuit, vermoedelijk hebben de wereldoorlogen een remmende werking gehad, maar is sinds de jaren zestig in onstuitbaar tempo weer voortgezet.
Auke van der Woud heeft er in De nieuwe mens voor gekozen om deze ontwikkelingen te beschrijven tot aan het begin van de twintigste eeuw. De veranderingen in de laatste decennia lijken nog te vers om deze nu al in perspectief te plaatsen. De keuze om deze beschrijving van de ontwikkelingen te stoppen rondom het uitbreken van de eerste wereldoorlog is daardoor heel goed te billijken.
De nieuwe mens is een uitstekend geschreven en goed gedocumenteerd boek. De auteur weet met een levendige schrijfstijl en door gebruikmaking van zeer interessante voorbeelden de materie tot leven te laten komen. De prachtige foto’s die voorafgaan aan elk hoofdstuk dragen daar in niet geringe mate aan bij.
Reageer op deze recensie