Ruwe bolster, vooral duistere pit
Marcel Otten, bekend als vertaler van de boeken van onder meer Laxness, Indriðason Stefánsson, heeft een huzarenstuk voltooid. Met de vertaling en bewerking van De saga van Egil van Snorri Sturluson heeft hij nu alle Grote Vijf sagen, naast alle mythologische teksten uit het Oudijslands, vertaald en heeft daarmee een prestatie geleverd die uniek is in de wereld.
Otten heeft het zichzelf niet gemakkelijk gemaakt. Hij begint met deze sage een plaats te geven in de geschiedenis van de op papier vastgelegde IJslandse vertellingen. Daarmee is begonnen aan het eind van de twaalfde eeuw. Een deel daarvan betreft familiesaga’s, vijf daarvan springen eruit qua compositie en plot, dat zijn de Grote Vijf. De saga van Egil, geschreven rond 1230 is één daarvan.
Hij gaat vervolgens dieper in op de waarschijnlijke auteur van dit verhaal, Snorri Sturluson, die heeft geleefd van 1179 tot 1241. Tamelijk uitzonderlijk dat er een naam aan een sage kon worden gekoppeld, de meeste daarvan zijn van anonieme herkomst. Of Sturluson werkelijk de auteur is van dit verhaal is niet geheel zeker doch allerwegen wordt aangenomen dat het wel zeer waarschijnlijk is. Naast andere aspecten zijn de overeenkomst tussen de houding van de (vermeende) auteur en de hoofdpersoon ten opzichte van het toenmalige Noorse koningshuis groot, evenals de onrustige levensloop van beiden.
Wie is Egil? Hij is de zoon van Kale Grim, iemand die zich begeeft in de hoogste kringen. Egil heeft een opvallend trol-achtig uiterlijk en is beresterk. Op driejarige leeftijd is hij alle leeftijdgenoten en ook vele oudere jongens de baas. In de onrustige wereld van rondom de tiende eeuw groeit hij uit tot een gevreesd man: brute moordenaar, ongekroonde koning der zuiplappen, ongenadig wreed en wraakzuchtig. Je moet er met een kaarsje naar zoeken maar hij heeft ook wel enkele positievere trekjes: zeer trouw aan zijn naasten, soms ook gevoelig. En hij is dichterlijk aangelegd, over alles wat hij meemaakt weet hij wel een gedicht te fabriceren.
Hij heeft een onrustig leven. De ene keer uit vrije wil, de ander keer na wat manipulaties door anderen, is hij altijd in gevecht of op weg naar weer een strijd. Het maakt hem uiteindelijk tot een persona non grata in Noorwegen en hij zoekt, met enkele getrouwen, en na vele omzwervingen zijn heil in IJsland, waar hij uiteindelijk van ouderdom sterft.
De saga van Egil geeft een beeld van het ruige leven van toen dat wij alleen uit de overlevering kennen. De Noormannen die rooftochten ondernamen met de vanzelfsprekendheid waarmee de moderne mens gaat pinnen, hun ongenadig brute gedrag ten opzichte van de door hen “bezochte” dorpen en gemeenschappen, maar ook de meedogenloosheid waarmee zij onderlinge vetes uitvochten, het is al met al geen fraai beeld.
De door hen ondernomen reizen zijn op zichzelf indrukwekkend. De mannen bevaren niet alleen vele zeeën, maar zij reizen ook van hot naar her over het Scandinavische vasteland. Wie enigszins bekend is met de ruigheid en uitgestrektheid van dat gebied kan alleen al voor dat aspect veel bewondering hebben.
De saga van Egil is niet een erg goed geschreven boek. Het verhaal loopt soms stroef, er komen onvoorstelbaar veel ons onbekende personages aan bod, er zijn nogal wat hoofdstukken en alinea’s die beginnen met zinnen als: Er was een man… De lezers die de topografie van Scandinavië niet kennen zullen ook veel namen van landstreken tegenkomen die hen niets zullen zeggen. Alles bij elkaar zorgt dat voor een verhaal waar lastig greep op is te krijgen, waarvan vooral veel indrukken blijven hangen, maar dat nauwelijks is na te vertellen.
Daarom groot respect voor vertaler en bewerker Marcel Otten. Hij heeft er alles aan gedaan om De saga van Egil in perspectief te plaatsen, heeft vele voetnoten geplaatst en allerlei aanvullende informatie opgenomen die ertoe bijdragen dat het toch een machtig interessant verhaal is geworden, dat een fraai kaleidoscopisch beeld schetst van een tijd die gelukkig ver achter ons ligt.
Reageer op deze recensie