Te veel van het goede
Met zijn debuut Wat het hart kan horen maakte Jan-Philipp Sendker (1960) een overtuigend debuut als romancier. Het succes heeft hem blijkbaar aangespoord om korte tijd later een vervolg te publiceren. Het is de vraag of dit werk, De stem van het hart, diens voorganger kan evenaren en of het net zo succesvol zal zijn.
Op de eerste vraag kan het antwoord kort zijn: ja. De opbouw is vergelijkbaar. Hoofdpersoon Julia Win heeft een aanleiding om naar Birma te gaan, het land waar haar vader is geboren en opgegroeid. Aldaar aangekomen wordt haar een Birmaanse geschiedenis verteld. Beide boeken kennen een weemoedig stemmend slot dat de nodige emoties oproept. De stijl is identiek, de setting is vergelijkbaar en veel hoofdpersonen spelen in beide boeken een belangrijke rol.
De stem van het hart begint tien jaar later dan waar Wat het hart kan horen eindigde. Julia is succesvol advocate maar ze is niet erg gelukkig. Tijdens een vergadering op het werk wordt zij afgeleid door een stem die alleen zij kan horen. Julia krijgt persoonlijke, haast intieme, vragen voorgeschoteld waarop zij het antwoord schuldig moet blijven. Zij raakt de stem niet meer kwijt. Het hindert haar in haar functioneren en zij moet het werk laten voor wat het is.
Een brief van haar broer uit Birma doet haar besluiten om hem na tien jaar weer op te zoeken in de hoop dat hij haar kan helpen. De broer, U Ba, neemt Julia mee naar een vrouw, Khin Khin, die haar een verhaal te vertellen heeft over haar overleden zuster, Nu Nu. Het leven van deze Nu Nu is nogal veelbewogen geweest met als dramatisch dieptepunt dat zij moest kiezen tussen haar twee zoons. Zij koos voor de kwetsbaarste, haar oudste. De jongste, Thar Thar, moest dienen in het leger met een te verwaarlozen overlevingskans. Het laatste deel van De stem van het hart is een zoektocht. Vindt Julia datgene waarnaar die innerlijke stem haar laat zoeken?
Het is niet alleen de opbouw waarin De stem van het hart vergelijkbaar is met zijn voorganger. Ook nu is de stijl heel poëtisch en zit het vol met levenswijsheden. De sfeertekening is uitstekend, het voelt alsof je zelf op het Birmese platteland bent. Lokale zeden en gewoonten, zoals het eten van betelnoten, het dragen van de longy, het alom aanwezige vertrouwen in hogere machten en krachten worden prachtig beschreven.
En toch knaagt er een en ander. De vrijwel identieke opbouw doet wat gemakzuchtig aan. Julia is een weinig aansprekende hoofdpersoon, het zijn vooral de mensen om haar heen die interessant zijn. De thematiek is vergelijkbaar: liefde, vertrouwen, de op de achtergrond dreigende oorlog, de armoedige omstandigheden van de plattelandsbevolking, hun doorzettingsvermogen in de hoop op een betere toekomst.
Het meest storend is de voortreffelijkheid, het smetteloos goede karakter van de belangrijkste personen in het verhaal. Geduldig, liefhebbend, wijs, begripvol, noem maar op. Het gezegde “Er is geen koe zo bont of er zit wel een vlekje aan” gaat voor hen niet op. Het is te veel van het goede, in letterlijke en in figuurlijke zin.
Het hoogtepunt van De stem van het hart is het verhaal dat Khin Khin vertelt. Dit is aangrijpend, diep-tragisch. Dat gedeelte lees je ademloos door en zou als losstaand verhaal een schitterend hoogtepunt zijn. De aanloop daar naartoe en datgene wat daarna volgt kunnen daar niet aan tippen. Te veel zoetigheid, te veel hoogdravendheid, te veel toevalligheden, te veel spiritualiteit en esoterie. Jan-Philipp Sendker heeft prachtige karakters beschreven maar heeft hen helaas te weinig voorzien van menselijke trekjes in een verder prachtig, sfeervol verhaal.
Reageer op deze recensie