Fascinerende geschiedenis
Over de Duitse geschiedenis is al veel geschreven, met name over de laatste eeuw. Degene die denkt dat alles nu wel is verteld komt bedrogen uit. Thomas Harding beschrijft die periode in Het huis aan het meer vanuit een bijzondere invalshoek. Het gaat om de geschiedenis van een huis, de lotgevallen van de bewoners daarvan en mensen die aan hen verwant zijn. Het resultaat is een prachtig en zorgvuldig uitgewerkt stuk geschiedschrijving en een bijzonder fascinerend portret van de families die het huis hebben bewoond.
Het begint met het einde van de Eerste Wereldoorlog, de val van het Duitse keizerrijk en de Weimarrepubliek die daarna ontstond. De nasleep en de, achteraf gezien, onhandige afwikkeling van die oorlog vormden de kiem van de Tweede Wereldoorlog. Die oorlog beheerst de geschiedenis die in Het huis aan het meer wordt verteld.
Het huis is gelegen aan de Gross Glienicke See en is gebouwd op initiatief van een welvarende Joodse arts met een hoge positie. Hij wilde een buitenhuis om de zomers buiten Berlijn te kunnen doorbrengen. Toen hij hoorde dat er percelen werden verhuurd aan het meer vlak bij Berlijn greep hij zijn kans.
Hij heeft er niet lang van kunnen genieten. Na een paar jaar kwamen de nazi’s aan de macht. Hij vluchtte met zijn familie naar Engeland, het gevaar was te groot geworden. Het huis werd voor een habbekrats ingepikt door een beroemde componist in dienst van de nazi’s. Sindsdien is het door verschillende families bewoond. De discussie over wie de rechtmatige eigenaar is, is een rode draad in het verhaal.
Thomas Harding beschrijft de levens van de bewoners gedetailleerd. Hij is er uitstekend in geslaagd om met bedrieglijk eenvoudige middelen elke belangrijke bewoner te schetsen. Gezien de hoeveelheid personages die het boek bevolken is dat een niet geringe prestatie. Je leeft mee met de mensen, je gaat van ze houden of je gaat ze haten en alles daar tussenin.
Bindende factor is het huis. Een zomerhuis met negen kamers dat groter is dan het van buiten lijkt. Prachtig gelegen aan de rand van het meer in een omgeving die aanvankelijk idyllisch was.
Als het huis zou kunnen praten zou het kunnen verhalen over de nazi’s die ook hier de omgeving terroriseerden. Over de Russen die zich manifesteerden als moordenaars en brute verkrachters. Over het nabijgelegen vliegveld Gatow dat een groot strategisch belang had in de oorlog en daarna een belangrijke schakel was in de luchtbrug naar Berlijn. Over de Berlijnse Muur die door de tuin heen liep en de toegang naar het meer gedurende 28 jaar versperde. Over het meer zelf dat onderdeel was van diezelfde muur en aan de éne oever West-Duits en aan de andere oever, twee kilometer ver slechts, Oost-Duits was. Over de val van de muur en de eindelijk weer vrije doortocht naar het meer. Doch vooral over de bewoners die dat alles hebben meegemaakt.
Maar ook over datgene wat met het huis zelf is gebeurd in die krappe eeuw. Verbouwd, verwaarloosd en op het laatst een vervuilde ruïne. Tot Thomas Harding het idee kreeg om het voor de sloop te behoeden. Hij had daarvoor een persoonlijk motief: zijn joodse grootmoeder, die ook naar Londen was gevlucht, heeft haar hele leven met een weemoedig verlangen over het huis gesproken. Het boek is aan haar opgedragen: ‘Voor Elsie.’
Harding heeft een stevig gevecht moeten voeren. Hij is erin geslaagd om enkele overgebleven familieleden warm te maken. Het is hem gelukt om dorpsbewoners te mobiliseren en samen met hen het huis en de omgeving weer toonbaar te maken. Inmiddels is het beschikbaar voor rondleidingen en de bedoeling is dat het in 2020 wordt opengesteld voor publiek.
Non-fictieboeken lees je zelden in één ruk ademloos uit. Het huis aan het meer is hierop een uitzondering. Het voortreffelijk gedocumenteerde verhaal is een groots monument, een spannend en aangrijpend relaas over Duitsland in de twintigste eeuw.
Reageer op deze recensie