Een deel van onze geschiedenis dat gelezen moet worden
Na De verzwegen soldaat is dit de tweede roman van de Molukse Sylvia Pessireron over de geschiedenis van het Molukse volk in Nederland. Net als in haar eerste roman maakt ze in Gesloten koffers gebruik van haar eigen jeugdervaringen; haar vader was namelijk één van de Molukse soldaten die door het Koninklijke Nederlandsch-Indische Leger (KNIL) werden geronseld en opgeleid.
In de roman wordt heel treffend duidelijk gemaakt dat vooral de eerste generatie Molukkers in Nederland, geen zeggenschap had over hun eigen leven. Dit begint in 1951 wanneer als ‘tijdelijke oplossing’ 4000 Molukse KNIL’ers vanuit voormalig Nederlands-Indië naar Nederland worden overgebracht. Zo ook Itja Hatuopar met zijn vrouw Ina en hun dochters Sophie en Esther. Ze worden ondergebracht in een barakkenkamp, "ergens in de Betuwe".
Itja hoort al snel dat ze zijn ontslagen tegen de gemaakte afspraken in. Daarnaast worden de nieuwe bewoners van het kamp doelbewust buiten de dorpsgemeenschap gehouden; de mannen mogen niet werken, de kinderen mogen niet naar de dorpsschool en de vrouwen mogen zelfs in hun eigen barak niet eten koken of huishoudelijk werk doen. In eerste instantie kan dat worden geaccepteerd omdat het verblijf van korte duur zal zijn. “Nog even geduld, sayang – lief. Binnenkort gaan we naar huis, dat weet ik zeker!” Maar als die hoop langzaam maar zeker oplost blijven er eigenlijk maar twee keuzes over: òf je blijft vechten voor een terugkeer òf je probeert te aarden en een bestaan op te bouwen in het nieuwe land. Voor Itja bestaat die keus niet; hij raakt steeds meer verbitterd over het onrecht dat hem en zijn volk is aangedaan. Dit heeft onder andere tot gevolg dat hij zijn kinderen beperkt in hun school- en werkkeuze. “Alles moet in het teken van een hoger doel staan en bij ons thuis is dat de RMS (Republik Maluku Selatan).” Hij voorziet helaas niet dat zijn strijd zich tenslotte tegen hem keert.
Sylvia Pessireron maakt dit dilemma op een aantal manieren zichtbaar. In de eerste plaats door de rake titel Gesloten koffers. Deze titel duidt op het tijdelijke karakter van het verblijf in Nederland; de koffers hoeven niet worden uitgepakt, we gaan binnenkort toch terug. Maar later als duidelijk wordt dat een terugkeer is uitgesloten, symboliseren de gesloten koffers meer het feit dat men zich bij een langer verblijf moet neerleggen en zich moet gaan richten op een bestaan in Nederland. “Alleen de bovenste was schoongemaakt, op de onbedekte delen van de andere koffers laag een laag stof. “
Naast de titel wordt het dilemma in de tweedeling van het boek ook goed zichtbaar. Vooral in deel twee, waarin de ontwikkeling van de tweede generatie naar voren komt, wordt duidelijk dat ook deze generatie worstelt met hetzelfde dilemma. Door haar eigen ervaringen is de schrijfster er in geslaagd de oorzaak van dit dilemma kristalhelder uit te leggen. Met eenvoudig taalgebruik, wat in het eerste deel soms wat storend overkomt, zorgt ze ervoor dat je als lezer de brokjes geschiedenis gemakkelijk oppikt. De chronologie zorgt er vervolgens voor dat de groeiende verbittering van de hoofdpersoon ook begrijpelijk wordt, zonder dat hier een scherp standpunt door de schrijfster wordt ingenomen. Ze blijft objectief en dat is knap.
Dit alles maakt de roman een plezierige leeservaring, waarbij je als lezer wordt herinnerd of kennis maakt met een stuk geschiedenis die nooit mag worden vergeten.
Reageer op deze recensie