Een vader en zoon relaas geschreven met literair vernuft
Peter Drehmanns kun je met recht een literaire duizendpoot noemen. Zo heeft hij vanaf 1999 diverse romans, verhalen- en dichtbundels gepubliceerd die vanuit de literaire wereld positief zijn ontvangen. Vooral de taalvirtuositeit van Drehmanns wordt geroemd. Dat spelen met taal zie je ook terug op zijn website waarop hij zichzelf associeert met ‘beroepen’ als letterknecht, verhalenjager en het fraaie woordenaar.
Zijn laatste roman, Vaderval, zit ook vol met slim en, soms denk je weleens, eigen bedacht taalgebruik waardoor je als lezer constant op je qui vive bent. De roman vertelt het verhaal van Ben Teister, die een gruwelijke hekel aan zijn vader heeft, waardoor er al jaren geen contact is tussen vader en zoon. De oorzaak van de verstoorde relatie wordt door Ben vooral bij zijn vader gelegd. Hij was toch degene die vroeger nooit thuis was. Altijd op pad die "tussenhandelaar Harry Teister. Dressman. Gelukszoeker. Notoir belastingontduiker." Totdat hij wordt gebeld door Ada, zijn vaders dertig jaar jongere vriendin die huilend aangeeft dat ze zijn vader al dagen niet in zijn villaatje heeft aangetroffen. Samen ondernemen ze een zoektocht die uiteindelijk eindigt in de vondst van het skelet en de kunstknie van Harry Teister, in een water bij Fort Brasschaat.
De zoektocht eindigt hier niet maar gaat voor Ben de rest van het boek door. Niet alleen fysiek, hij krijgt van een onbekende steeds maar weer nieuwe reisdoelen, maar vooral mentaal wordt hij met zijn voortdurende haat tegen zijn vader confronteerd. Gek wordt hij er af en toe van, hoe hij constant in zijn hoofd met zijn vader aan het ruzie maken is. "Al die woorden, woorden, woorden. In plaats van te huilen metsel je een muur van woorden tussen vader en jezelf. Schep je afstand", zo spreekt hij zichzelf regelmatig bestraffend toe.
Die ruzie in Bens hoofd wordt door de schrijver mooi opgebouwd met sterke, beledigende woorden in de richting van zijn vader; de haat en de daardoor ontstane afstand spatten als het ware van de pagina’s (“...die volgens de burgerlijke stand mijn vader is”). Bovendien wordt de ruimte ook symbolisch gebruikt; zo vertelt de gesteldheid van Bens woning alles over zijn mentale weerbaarheid. Maar langzamerhand komen er toch wat deukjes in zijn ‘haatmuur’ en Drehmanns laat bewust vrouwen die deukjes maken; vrouwen die in de ogen van Ben vooral gebruikt zijn door Harry Teister, waardoor Ben op het verkeerde been wordt gezet.
Zoals al eerder aangegeven moet je als lezer alert zijn, want ook in de zoektocht van Ben zitten enkele onverwachte literaire scherpe bochten. Vooral op het moment dat de fysieke en mentale zoektochten bij elkaar komen wordt de lezer wakker geschud. De schrijver kiest er dan plotseling voor te wisselen van vertelperspectief: van de ik-vorm wordt plots overgegaan naar de vertelvorm in de derde persoon. Dit doet weer een bijzonder licht schijnen op het verhaal.
Kortom, een bijzonder goed geschreven verhaal over een klassiek thema, dat voor de liefhebber meer dan voldoende literaire snufjes bevat.
Reageer op deze recensie