Meerdere keren lezen om intensiteit te beleven
Rodrigo Hasbún (1981) is een Boliviaanse schrijver en heeft in zijn nog jonge schrijverscarrière al de nodige faam opgebouwd. Zo stond hij in 2007 op de ‘Bogotá 39’, een lijst van 39 veelbelovende, Latijns-Amerikaanse schrijvers onder de 39 jaar en werd hij in 2010 door Granta (‘The Magazin of New Writing’) één van de 20 beste Spaanstalige schrijvers onder 35 jaar genoemd. Hij heeft op dit moment twee romans en een verzameling korte verhalen op zijn naam staan. Deze tweede roman ‘Affections’ is in tien talen vertaald, waaronder in het Nederlands onder de titel Woeste Jaren.
Woeste jaren is gebaseerd op de bestaande Duitse familie Ertl. Klaar met de constante onzekerheid over werk in het naoorlogse Duitsland en verlangend naar nieuwe avonturen, besluit de bekende documentairemaker en avonturier Hans Ertl in de vroege jaren vijftig München te verlaten om zich te vestigen in Bolivia, een van de armste landen in Latijns-Amerika.
Kort na aankomst in La Paz, beginnen Hans en zijn twee oudste dochters (toen nog tieners) aan een expeditie op zoek naar Paititi, een legendarische Incastad. De bizarre zoektocht, in het midden van de Amazone, is tevens het startpunt van de reis van de afzonderlijke gezinsleden naar zichzelf. En in plaats dat deze reizen leiden naar een gezamenlijke aankomstplaats, zorgen ze er enkel en alleen voor dat de familie uit elkaar valt. Deze geleidelijke teloorgang van de familie Ertl wordt vanuit verschillende gezichtspunten vertelt, waardoor je als lezer vanuit verschillende familieleden niet alleen een goed beeld van het karakter van de personages krijgt, maar ook van hun levensdoel. Hans, een egocentrische man die altijd bezig is met kolossale projecten; Aurelia, zijn ziekelijke, melancholische vrouw; Heidi, die zo snel als ze kan terug wil keren naar München om daar het ‘oude’ leven weer op te pakken; Trixi, nauwelijks een kind aan het begin van de roman en eindigend als een nerveuze en eenzame vrouw. Tot slot is daar Monika, de enige die de avontuurlijke geest van haar vader heeft geërfd en die zich, na een zinloos huwelijk, aansluit bij de Boliviaanse marxistische guerrilla.
Dit alles weet Hasbún in een roman te verwerken van nog geen 120 bladzijden. In het begin heb je dan ook erg het gevoel dat je stukken mist en op de een of andere manier leidt dit er toe dat je je door de roman heen haast. Dit wordt versterkt door het feit dat het boek over een familie gaat en familieromans hebben toch vaak de neiging uitgebreid(er) stil te staan bij de karakters van de verschillende familieleden en de onderliggende verhoudingen. Na de laatste bladzijde blijf je dan ook met een gevoel zitten alsof je een uittreksel of samenvatting hebt gelezen. Maar na een tweede keer lezen, wat qua hoeveelheid pagina’s geen grote opgave is, leer je de roman en in het bijzonder de schrijfstijl meer en meer waarderen. De Hongaarse musicus Otto Weiss (1847 – 1916) sprak eens de legendarische woorden: ‘Om bondig te schrijven moet je over veel woorden beschikken’. Hasbún heeft, zoveel is duidelijk, een arsenaal aan woorden tot zijn beschikking.
Reageer op deze recensie