Personages blijven het hele boek boeien
‘Het hoofd had in een rode plastic tas van de Duitse supermarkt Rewe gelegen. De slogan van de winkelketen Besser Leben schreeuwde in witte letters van het plastic: BESSER LEBEN.’ Zo start de nieuwe thriller van Boris O. Dittrich, W.O.L.F., met als achtergrond het extremisme in Berlijn. De personages zijn prima neergezet met verhaallijnen die tot het einde blijven boeien en dat compenseert meer dan genoeg de enigszins laat op gang komende spanning.
Het hoofd in de plastic tas wordt voor onderzoek naar het laboratorium gebracht, terwijl in afwachting hiervan Gerhard Bauknecht, rechercheur van afdeling Moordzaken, de foto’s via een computerprogramma laat matchen. Het blijkt een bekend gezicht te zijn waarop Gerhard onmiddellijk zijn baas en geliefde, Fatima Oztürk, inlicht.
'Toen noemde hij de naam. Ze sprong op van de bank. Haar laptop kletterde op de vloer. ‘Nee!’, riep ze.'
Zo eindigt de inleiding met een karakteristieke cliffhanger en begint het grote middenstuk met de niets aan duidelijkheid overlatende titel 'Ervoor'. In het middenstuk worden de hoofdpersonen van het boek uitgebreid geïntroduceerd te beginnen met Milos en Ammon, een homostel dat van New York naar Berlijn is verhuisd. Aan deze personages zit wel een heel persoonlijk tintje. Het boek is namelijk opgedragen aan Boris Dittrich’s man Jehoshua Rozenman, Israëliër en van beroep glaskunstenaar. Niet toevallig is Ammon, de man van Milos glaskunstenaar en is Milos werkzaam bij de organisatie Social Justice International, een instelling die zich, net als de huidige werkgever van Boris Dittrich (Human Rights Watch), inzet voor de mensenrechten.
Na de korte introductie in de inleiding, worden de karakters van Fatima en Gerhard verder uitgediept en zo leren we dat Gerhard alleen woont en nog regelmatig contact heeft met zijn pleegzoon Wolfgang. Wolfgang, die als kind weinig liefde heeft gehad, heeft een sterke drang om ergens bij te horen en het is hem om het even of de aandacht vanuit een positieve of negatieve bron komt. Zo is hij nu aangesloten bij de groep van Helmut Kruse en woont hij samen met hen in een verlaten bierbrouwerij. De groep beoogt een ‘rein Duitsland’ en begint een pamflettenactie waarbij verschillende bevolkingsgroepen met racistische leuzen worden aangevallen. Wanneer de pamflettenactie wordt gevolgd door een moordaanslag gaat dit voor Wolfgang zelfs een brug te ver en zoekt hij steun bij Christiaan. Christaan, zoon van Gerhard uit een eerder huwelijk, woont weer tijdelijk bij zijn vader in Berlijn. Via een anonieme actie proberen hij en zijn vader Wolfgang van verdere rampspoed te behoeden. Het lijkt te lukken, totdat blijkt dat het gepresenteerde bewijslast niet voldoende is.
Zo is het middenstuk een vol en interessant deel met prima uitgewerkte personages en interessante verhaallijnen, dat de lezer constant geboeid houdt. Als lezer ga je zo diep in het verhaal op dat je helemaal kwijt bent dat er in het begin van het boek een hoofd in een plastic tas is gevonden en dat de dader nog altijd onbekend is. Naast deze prima uitwerking en beleving hanteert Dittrich ook een beeldende schrijfstijl die de sfeer van de omgeving goed bij de lezer laat inwerken. ‘De stad was een grote modderpoel. Het grijze novemberweer dreef de Berlijners hun huizen in of onder de grond in de U-bahn.’ De combinatie van dit alles maakt het een prima boek en het feit dat de thrillerkant enigszins laat op de voorgrond treedt, doet daar niets aan af.
Reageer op deze recensie