Lezersrecensie
De stilte van Kuifjes, puzzels en oud speelgoed'
Lawaaivluchteling is een roman in de existentiële traditie, die drijft op het hoofdpersonage in heldere taal. Steeds beeldend, met geloofwaardige dialogen en een scherp beeld van de recente geschiedenis. Dat alles aan de hand van het originele thema: herrie, beats, noise, volume. Altijd, overal. Toch eindigt deze roman niet in deceptie. Ook al zijn niet alle vragen beantwoord, de rust van de zolder van oma lijkt uiteindelijk teruggevonden. Maar misschien is dat alleen het verstrijken van de tijd.
Op het moment dat Nicolaas (Nick), de hoofdpersoon in Lawaaivluchteling, in zijn studententijd voor het eerst aan een lief probeert te raken, ontdekt hij een hekel te hebben aan geluiden.
Dat is de originele en intrigerende inzet van deze roman.
Zijn hekel geldt in het bijzonder ongewenste en harde muziek. Nick moet bij zijn eerste versierpoging de dansers met soepele lijven voor laten gaan. Zij doen het zonder woorden.
'Het camoufleerde hun domheid. Een normaal gesprek was niet mogelijk.'
Die hekel was er al in zijn kleutertijd, zelfs op vakantie bij zijn oma aan zee. Krijsende meeuwen en schreeuwende kinderen. Hij kon het niet verdragen.
'Alleen op mijn grootmoeders zolder was het stil. De stilte van Kuifjes, puzzels en oud speelgoed.'
Met dit soort details introduceert de schrijver Nick. Na een paar hoofdstukken weet de lezer waarom demograaf Nick in 1995, als veertiger gescheiden is en werkloos, en alleen in zijn boerderij woont. Hij leeft het liefst in zijn werkkamer met een koptelefoon op. Maar natuurlijk dringt de buitenwereld tot hem door. Er is geen ontkomen aan. Passant Olaf blijft hangen op de boerderij. Intussen raakt Nick verwikkeld in een juridische strijd met zijn buurman over een festivaltent met oorverdovende muziek.
'Voor sommigen is het leven een feest. Voor anderen een feest waarop ze niet zijn uitgenodigd. Voor jou is het een feest waarop de muziek te luid staat.' legt Olaf hem uit. Het is Olaf die Nick steeds meer laat nadenken over het verloop van zijn eigen leven. Op onverwachte wijze verdwijnt Olav weer uit het leven van Nick en gaat hij op onderzoek uit. Waarom kwam Olaf juist bij hem langs, wie is de vrouw die hij steeds belde, en heeft hij echt een dochter of heeft hij een leven verzonnen? De antwoorden op zijn vragen liggen mogelijk in een geheim oorlogsverleden.
Na een confrontatie met zijn buurman belandt Nick in Duitsland in een scene van Ossi's, vluchtelingen en wereldverbeteraars die in elk geval een ding gemeen hebben: ze houden van herrie. Noise. Het verbindt hen. Beats als protest.
Nick leert vooral zichzelf kennen.
De sfeer van kort na de val van het IJzeren gordijn wordt scherp geschetst. Er zijn nieuwe oorlogen, op de Balkan en in West-Afrika, maar het optimisme is nog levendig, het internet zal redding bieden:
'We zullen participatief aan politiek doen, met een klik op de muis. We zullen sparen op grondstoffen en energie. Met geweld zal men niets meer bereiken. Er zal gepraat moeten worden, iets waar vrouwen goed in zijn. Internet is op het juiste moment gekomen, vind je niet?' aldus iemand in de scene. Nick weet het niet. Voor hem is het vooral onrust en herrie. Het is de overbevolking zelf die het lawaai veroorzaakt.
Toch houdt hij vol, gedreven door zijn verlangen naar antwoorden op kwesties uit het verleden en ontwikkeling van zijn eigen leven.
Eenmaal terug in België wacht hem een onaangename verrassing van zijn buurman.
Het laatste deel van de roman speelt twintig jaar later. Nick is tot op zekere hoogte gelouterd. Niet alles uit het verleden kan gekend worden.
De gehele roman is geschreven in de eerste persoon vanuit Nick. Dat heeft de consequentie dat de drijfveren van de andere personages alleen gezien worden vanuit Nicks beleving. En natuurlijk is dat perspectief gekleurd. Niet alle verhaallijnen komen bij elkaar. Daar moeten we (de lezers) het mee doen, net als in het echte leven.
Op het moment dat Nicolaas (Nick), de hoofdpersoon in Lawaaivluchteling, in zijn studententijd voor het eerst aan een lief probeert te raken, ontdekt hij een hekel te hebben aan geluiden.
Dat is de originele en intrigerende inzet van deze roman.
Zijn hekel geldt in het bijzonder ongewenste en harde muziek. Nick moet bij zijn eerste versierpoging de dansers met soepele lijven voor laten gaan. Zij doen het zonder woorden.
'Het camoufleerde hun domheid. Een normaal gesprek was niet mogelijk.'
Die hekel was er al in zijn kleutertijd, zelfs op vakantie bij zijn oma aan zee. Krijsende meeuwen en schreeuwende kinderen. Hij kon het niet verdragen.
'Alleen op mijn grootmoeders zolder was het stil. De stilte van Kuifjes, puzzels en oud speelgoed.'
Met dit soort details introduceert de schrijver Nick. Na een paar hoofdstukken weet de lezer waarom demograaf Nick in 1995, als veertiger gescheiden is en werkloos, en alleen in zijn boerderij woont. Hij leeft het liefst in zijn werkkamer met een koptelefoon op. Maar natuurlijk dringt de buitenwereld tot hem door. Er is geen ontkomen aan. Passant Olaf blijft hangen op de boerderij. Intussen raakt Nick verwikkeld in een juridische strijd met zijn buurman over een festivaltent met oorverdovende muziek.
'Voor sommigen is het leven een feest. Voor anderen een feest waarop ze niet zijn uitgenodigd. Voor jou is het een feest waarop de muziek te luid staat.' legt Olaf hem uit. Het is Olaf die Nick steeds meer laat nadenken over het verloop van zijn eigen leven. Op onverwachte wijze verdwijnt Olav weer uit het leven van Nick en gaat hij op onderzoek uit. Waarom kwam Olaf juist bij hem langs, wie is de vrouw die hij steeds belde, en heeft hij echt een dochter of heeft hij een leven verzonnen? De antwoorden op zijn vragen liggen mogelijk in een geheim oorlogsverleden.
Na een confrontatie met zijn buurman belandt Nick in Duitsland in een scene van Ossi's, vluchtelingen en wereldverbeteraars die in elk geval een ding gemeen hebben: ze houden van herrie. Noise. Het verbindt hen. Beats als protest.
Nick leert vooral zichzelf kennen.
De sfeer van kort na de val van het IJzeren gordijn wordt scherp geschetst. Er zijn nieuwe oorlogen, op de Balkan en in West-Afrika, maar het optimisme is nog levendig, het internet zal redding bieden:
'We zullen participatief aan politiek doen, met een klik op de muis. We zullen sparen op grondstoffen en energie. Met geweld zal men niets meer bereiken. Er zal gepraat moeten worden, iets waar vrouwen goed in zijn. Internet is op het juiste moment gekomen, vind je niet?' aldus iemand in de scene. Nick weet het niet. Voor hem is het vooral onrust en herrie. Het is de overbevolking zelf die het lawaai veroorzaakt.
Toch houdt hij vol, gedreven door zijn verlangen naar antwoorden op kwesties uit het verleden en ontwikkeling van zijn eigen leven.
Eenmaal terug in België wacht hem een onaangename verrassing van zijn buurman.
Het laatste deel van de roman speelt twintig jaar later. Nick is tot op zekere hoogte gelouterd. Niet alles uit het verleden kan gekend worden.
De gehele roman is geschreven in de eerste persoon vanuit Nick. Dat heeft de consequentie dat de drijfveren van de andere personages alleen gezien worden vanuit Nicks beleving. En natuurlijk is dat perspectief gekleurd. Niet alle verhaallijnen komen bij elkaar. Daar moeten we (de lezers) het mee doen, net als in het echte leven.
1
Reageer op deze recensie