Lezersrecensie
Het leven als horloge van de kermis
In Tranenmuseum staat een gebeurtenis centraal: het overlijden van Leni. De weduwnaar moet leren zonder haar verder te leven. Dat gaat hem slecht af. Het besef van het onomkeerbare verlies van zijn grote liefde is steeds de conclusie. Daar komt bij dat hij als kind al oud was en als student van zichzelf vond: 'Ik was geen adonis, ik was niet atletisch en ik was verre van vrolijk.'
Hij probeert vergetelheid te zoeken bij vrouwen die op zijn pad komen. Zijn verdriet in combinatie met zijn zachte voorkomen van een beer en zijn economisch succes als architect, wekken de belangstelling van diverse types. Zo is er de exotische Alessia uit de sauna die (uiteindelijk) met niets dan haar laarzen aan de piano beroert bij de weduwnaar – om net zo makkelijk uit zijn leven te verdwijnen. Haar naam eindigt dan ook op een A. Zo ook Lenka. Een luxe dame uit het leven die eveneens een passant blijkt.
De buurvrouw Vansina, weer die a, werkt als psychiater en wil de weduwnaar graag in therapie. Het mag allemaal niet baten. Wat blijft is het verdriet en de herinnering aan de echte, enige(!) liefde zonder een a erin.
'Overigens werd ik niet aan Leni herinnerd, ze werd niet opgeroepen, ze was gewoon altijd in mijn gedachten. Voorlopig maakte ze in mijn eentje in mijn hoofd de dienst uit.'
Dan is er nog de zus van Leni, Agnes. Zij heeft hetzelfde lichaam, en vouwt haar handen om de mok koffie als haar zus. Dat is een vorm van terreur vindt de weduwnaar. Toch is zij het die hij uiteindelijk het best verdraagt in zijn tranenmuseum.
Dat is de roman kort samengevat. Posman schrijft de scènes uit met rake details, treffend en soms pijnlijk scherp in hun alledaagsheid, met hier en daar wat cultuur(kritiek) die goed past bij het corpulente sombere type dat de hoofdpersoon is.
De dames Alessia en Lenka staan duidelijk voor de lichtheid van het bestaan. Enkele scènes doen in de verte ook denken aan de roman van Kundera: De ondraaglijke lichtheid van het bestaan. De dames zelf krijgen veel aandacht maar blijven wel opgesloten in het cliché waar ze voor staan: het kortstondig genot. De schrijver laat zich af en toe gaan in een fantasie die niet geheel past bij het personage van de weduwnaar.
Tranenmuseum kent geen plot in de traditionele zin, wat een verademing is (of kan zijn) in een tijd waarin zoveel belang wordt toegekend aan spanning. Het centrale thema is hier het verlies van een grote liefde. Punt.
En de weduwnaar lijkt vanaf het begin te voorvoelen dat het verlies niet vervangen kan worden.
'Het leven was een horloge van de kermis omdat het einde al in de schittering zichtbaar was.'
Aan het einde van de roman staat 'September 2008'.
Deze roman is blijkbaar eerder geschreven dan Franse Zomers dat in 2019 verscheen.
Van Jan Posman verschenen eerder de romans Een brief aan Jack Nicholson (2001), Waterman en linkshandig (2002) en Franse zomers (2019).
Hij probeert vergetelheid te zoeken bij vrouwen die op zijn pad komen. Zijn verdriet in combinatie met zijn zachte voorkomen van een beer en zijn economisch succes als architect, wekken de belangstelling van diverse types. Zo is er de exotische Alessia uit de sauna die (uiteindelijk) met niets dan haar laarzen aan de piano beroert bij de weduwnaar – om net zo makkelijk uit zijn leven te verdwijnen. Haar naam eindigt dan ook op een A. Zo ook Lenka. Een luxe dame uit het leven die eveneens een passant blijkt.
De buurvrouw Vansina, weer die a, werkt als psychiater en wil de weduwnaar graag in therapie. Het mag allemaal niet baten. Wat blijft is het verdriet en de herinnering aan de echte, enige(!) liefde zonder een a erin.
'Overigens werd ik niet aan Leni herinnerd, ze werd niet opgeroepen, ze was gewoon altijd in mijn gedachten. Voorlopig maakte ze in mijn eentje in mijn hoofd de dienst uit.'
Dan is er nog de zus van Leni, Agnes. Zij heeft hetzelfde lichaam, en vouwt haar handen om de mok koffie als haar zus. Dat is een vorm van terreur vindt de weduwnaar. Toch is zij het die hij uiteindelijk het best verdraagt in zijn tranenmuseum.
Dat is de roman kort samengevat. Posman schrijft de scènes uit met rake details, treffend en soms pijnlijk scherp in hun alledaagsheid, met hier en daar wat cultuur(kritiek) die goed past bij het corpulente sombere type dat de hoofdpersoon is.
De dames Alessia en Lenka staan duidelijk voor de lichtheid van het bestaan. Enkele scènes doen in de verte ook denken aan de roman van Kundera: De ondraaglijke lichtheid van het bestaan. De dames zelf krijgen veel aandacht maar blijven wel opgesloten in het cliché waar ze voor staan: het kortstondig genot. De schrijver laat zich af en toe gaan in een fantasie die niet geheel past bij het personage van de weduwnaar.
Tranenmuseum kent geen plot in de traditionele zin, wat een verademing is (of kan zijn) in een tijd waarin zoveel belang wordt toegekend aan spanning. Het centrale thema is hier het verlies van een grote liefde. Punt.
En de weduwnaar lijkt vanaf het begin te voorvoelen dat het verlies niet vervangen kan worden.
'Het leven was een horloge van de kermis omdat het einde al in de schittering zichtbaar was.'
Aan het einde van de roman staat 'September 2008'.
Deze roman is blijkbaar eerder geschreven dan Franse Zomers dat in 2019 verscheen.
Van Jan Posman verschenen eerder de romans Een brief aan Jack Nicholson (2001), Waterman en linkshandig (2002) en Franse zomers (2019).
2
Reageer op deze recensie