I've got a feeling, things ain’t going right
Aswoensdag is de derde roman van Hanneke Hendrix (1980). Aswoensdag markeert het begin van de vastentijd, de periode waarin men met zichzelf in het reine komt. Daarvoor is het Vastenavond, Carnaval, het feest waarin de maatschappelijke rollen worden omgedraaid.
Aswoensdag is de katharsis, de reiniging van het hoofdpersonage, Marit Pennings. Zij ervaart in de zeventien dagen die het verhaal omvat ingrijpende momenten, emotionele gebeurtenissen die van haar een beter mens maken. Je zou kunnen zeggen dat ze een andere blik op de wereld, haar familie, haar echtgenoot, het leven heeft gekregen.
De liefde, het centrale thema in het verhaal, verloopt via drie verhaallijnen. De eerste is die van ivf-traject dat de 37-jarige Marit samen met haar man Maarten doorloopt. Ze willen zo graag een kind. Zij zijn daarin een beetje ‘hebberig’. Het hebben van een kind is voor hen iets existentieels. De tweede verhaallijn gaat over de mantelzorg die Marit geeft aan haar dementerende moeder, Stans. Ze heeft jaren geleden met haar moeder gebroken. De derde verhaallijn handelt over de herinneringen van Stans aan vroeger, haar ouders, broers. Door te spelen met de chronologie, het perspectief en steeds een stukje nieuwe informatie te geven zet de auteur de verbeelding van de lezer aan het werk. Aswoensdag is een rijk boek waarin de auteur de spanning prima weet vast te houden.
'Niet het scheiden doet pijn, maar het afgesneden zijn.'
Het verhaal speelt zich voornamelijk af in een denkbeeldig mijnwerkersdorpje, Sint Nazareth Aan de Woestijn, Sint Naaz, in Noord-Limburg. Fictie dus, want er zijn nooit mijnen in Noord-Limburg geweest. Werken in de mijnen was er ongeveer de enige vorm van bestaan en het is dan ook niet verwonderlijk dat van de familie Pennings, vader en de vijf zoons daar de kost verdienen. De geslotenheid én de gemeenschapszin in het dorp worden mooi beschreven.
De liefde tussen Marit en Maarten wordt danig op de proef gesteld. Het ivf-traject vergt veel van hen. Moeten ze met het traject doorgaan? Marit is moe, twijfelt aan zichzelf, aan de relatie met Maarten. Rudy van de ‘bemoeizorg’ belt op en vraagt Marit snel naar Sint Naaz te komen om van alles te regelen voor haar moeder. Marit gaat met tegenzin maar blijkt als het ware thuis te komen. Er ontstaat een band met haar moeder die ze nooit gehad heeft. Ze voelt zich opgenomen in de gemeenschap en als dan de Vastelaovond komt, iedereen gelijk is, elkaar van alles vertelt voelt ze zich echt thuis. Ze leert haar moeder te begrijpen en een verborgen familietrauma wordt beetje-bij-beetje ontrafeld. Dat drama heeft zich volledig in het brein van Stans genesteld.
'Ze was in een ander universum gestapt, ergens in een plooi van de tijd.'
De drie verhaallijnen zijn op ingenieuze manier met elkaar verweven. Steeds meer leren we de personages beter te begrijpen. De flashbacks of de herinneringen van de moeder zijn daar voorbeelden van. Stans opent steeds een denkbeeldig luik in de keuken waardoor het grote familiegeheim langzamerhand aan de oppervlakte komt. Steeds komt de passage terug waarin Stans onder de jassen onder de kapstok zit en met een mes zit te krassen op de muur en wat zit te ‘hummen’. In een andere vorm komt dit verderop in de roman terug als Marit, die haar gewonde moeder in de mijn gevonden heeft, met een steen krassend op de muur de weg terug naar boven probeert te vinden. Moeder die in haar geheugen/verleden graaft en Marit die geoloog is, terwijl Maarten werkt bij een bedrijf dat onderzoek doet naar bodemverontreiniging. Je krijgt steeds meer respect voor Stans naarmate je erachter komt wat haar overkomen is.
En dan is er de muziek nog. Limburgse liedjes maken het verhaal authentieker, persoonlijker. En voor op de cover staat een jukebox. De jukebox speelde een belangrijke rol in het leven van de ouders van Stans. Zij waren gastvrij, er werd gedronken en gedanst totdat... Nooit meer klonk liedje twaalf van Baby Washington: I've got a feeling, things ain’t going right…
Reageer op deze recensie