Lezersrecensie
Julia en Ot: meer dan zo maar een voorleesboek
‘Dames en heren: Julia en Ot!’ zo luidt het eerste ‘hoofdstuk’ van het boek dat Elle van Lieshout en Erik van Os schreven over de vierjarige Ot en zijn zesjarige zusje Julia. Het is een heerlijk voorleesboek waar je vanaf het begin meezogen wordt in de avonturen die de twee kinderen beleven. Verhalen “over dropjes, over oesjes, / over woefels, over snot / versjes met ontploffingsgevaar, / de leukste liedjes over God.” Dan wil je natuurlijk weten wat oesjes en woefels zijn.
Hoofdpersonages zijn de ondeugende vierjarige Ot die alles nog moet ontdekken en zich overal over verwondert en de zesjarige Julia die zich al wat ouder voelt, maar even onbevangen is.
Verwondering
Een dik jaar Julia en Ot is meer dan een ‘gewoon’ voorleesboek. Naast een algemeen, introductiegedeelte waarin we ook moeder Anna en vader Jan van den Boom leren kennen (twee ouders die je ieder kind zou gunnen) volgt het boek de seizoenen. Ieder seizoen wordt met een gedicht/versje ingeleid. Daaruit spreekt meteen het taalgevoel van de auteurs. In ‘De herfst huppelt rond’ staat “er banjeren bolsters uit de boom. Kastanjes rollen over het pad”. Zo mooi van ritme en vol van verbeelding. De winterverhaaltjes worden ingeleid met een gedichtje met onder meer de volgende regels “Wanneer ga je sneeuwen sneeuw […] Maar de sneeuw laat zich niet zien. / Toch te warm? / Toch te bang? / Of gewoon geen zin misschien?” Het biedt meteen aanknopingspunten voor een gesprekje. Hoe zou het komen dat het niet zo vaak meer sneeuwt? Maar zo’n laatste regel laat eigenlijk alles weer open.
De auteurs weten zich perfect te verplaatsen in de leefwereld van de kinderen, zijn nergens belerend, zoeken de verwondering (“ik tover bloemen uit de grond”, zegt Ot aan het begin van de lente), maar st Elle ook vragen bijvoorbeeld over “nepsinten”, over of Sinterklaas ook bij God op bezoek gaat, over geloven, over de dood (Lien een tante van oma is overleden en Ot vraagt waar ze is. Julia antwoordt: “Op een ster natuurlijk. En die doet ze elke avond voor ons aan.” De juf heeft haar dat verteld en Julia gelooft heilig in alles wat de juf zegt). Als Ot bang is om te slapen dan is er een liedje met “Weet dat in dit huis / spoken niet bestaan / en wij zijn thuis / en het licht blijft aan.” Alledaagse dingen passeren de revue en de auteurs weten er altijd zo’n draai aan te geven dat een verhaal dichtbij de belevingswereld van de kinderen blijft en dat de taal sprankelt. Wanneer Julia in de herfst van een schoenendoos een kijkdoos maakt en daarin een sprookjesbos creëert en de dwerg een baard van watten geeft blijven er pluisjes aan haar vingers plakken. “Kijk, Ot, mijn vingers hebben een baard.” Het boek staat vol met dergelijke spitsvondigheden. Wat te denken van een “gewonde kerstboom met uitvallende naalden”. Maar de auteurs gaan ook dieper. Als Ot gevraagd wordt wat hij wil worden zegt hij: “Eigenlijk wil ik het liefste worden wat ik al ben, anders moet ik weer helemaal opnieuw beginnen.” Probeer daar maar eens iets tegenin te brengen.
Verhalen vormen een eenheid
Het voorleesboek is veel meer dan een verzameling verhaaltjes. Ze vormen een eenheid, volgen het leven van Ot en Julia door het jaar heen. Maar er zijn subtiel allerlei elementen in de verhaaltjes verweven die er samen een doorlopend verhaal van maken. Zo is er de vurige wens van Julia om een “borstelharige cavia” te krijgen. Het komt regelmatig terug en er worden argumenten gezocht om de cavia toch in huis te krijgen. Of “de leeuw die iedereen wegjaagt” en de “nassibollen” (narcissen). En meneer De Groot heeft Alzheimer. Ot spreekt van “altaimer” en dit woord komt in een andere verhalen ook weer terug. De oma ‘met haar gekke groene hoedje’ is ook zo’n herkenbaar terugkerend element.
Er valt veel te lachen in het boek en te genieten van de het taalspel dat de auteurs spelen. Een muggenbult die verdwijnt door er een ijsklontje op te leggen, b Elle blazen met je billen in het bad. Van Lieshout en Van Os combineren dat ook met hun poëtisch gevoel. Als het gaat om het water geven van een boom dan geef je niet de blaadjes water, maar begiet je de voet van de boom. “De stam van de boom is een soort rietje. De blaadjes zuigen aan het rietje. En het water kruipt dan vanzelf naar boven, naar de blaadjes.” Dan heeft papa dorst en wordt er water in zijn schoenen gegoten. “Als je zuigt kruipt het water vanzelf naar boven.”
Je wil verder…
Een heerlijk boek om voor te lezen, op school, thuis of voor het slapen gaan. Na ieder verhaaltje wil je meteen weer door naar het volgende. Van Lieshout en Van Os verstaan hun vak. Daarbij komen nog de tekeningen van Sandra Klaassen. Ze ondersteunen het verhaal, laten de emoties van de personages zien, maar prikkelen ook de fantasie, zoals in het verhaal Leeuwentemmer waar aan de rand van de bladzijde ineens een leeuwenstaart opdoemt. De tekeningen geven ook aanleiding voor een gesprekje. Zoals bij het verhaal Kliedertje hier, kloddertje daar waarbij een tentoonstelling met abstracte kunst bezocht wordt. Ot staat naar het schilderij ‘Het onvolkomen niets’ (prachtige titel) te kijken. Wat vinden de kinderen van zo’n schilderij?
En als je wilt weten hoe het met de borstelharige cavia afloopt of wat het woord ‘bunken’ betekent dan moet je echt dit boek gaan lezen. Succes verzekerd!
Recensie is eerder in ingekorte versie verschenen op Bazarow.com
Hoofdpersonages zijn de ondeugende vierjarige Ot die alles nog moet ontdekken en zich overal over verwondert en de zesjarige Julia die zich al wat ouder voelt, maar even onbevangen is.
Verwondering
Een dik jaar Julia en Ot is meer dan een ‘gewoon’ voorleesboek. Naast een algemeen, introductiegedeelte waarin we ook moeder Anna en vader Jan van den Boom leren kennen (twee ouders die je ieder kind zou gunnen) volgt het boek de seizoenen. Ieder seizoen wordt met een gedicht/versje ingeleid. Daaruit spreekt meteen het taalgevoel van de auteurs. In ‘De herfst huppelt rond’ staat “er banjeren bolsters uit de boom. Kastanjes rollen over het pad”. Zo mooi van ritme en vol van verbeelding. De winterverhaaltjes worden ingeleid met een gedichtje met onder meer de volgende regels “Wanneer ga je sneeuwen sneeuw […] Maar de sneeuw laat zich niet zien. / Toch te warm? / Toch te bang? / Of gewoon geen zin misschien?” Het biedt meteen aanknopingspunten voor een gesprekje. Hoe zou het komen dat het niet zo vaak meer sneeuwt? Maar zo’n laatste regel laat eigenlijk alles weer open.
De auteurs weten zich perfect te verplaatsen in de leefwereld van de kinderen, zijn nergens belerend, zoeken de verwondering (“ik tover bloemen uit de grond”, zegt Ot aan het begin van de lente), maar st Elle ook vragen bijvoorbeeld over “nepsinten”, over of Sinterklaas ook bij God op bezoek gaat, over geloven, over de dood (Lien een tante van oma is overleden en Ot vraagt waar ze is. Julia antwoordt: “Op een ster natuurlijk. En die doet ze elke avond voor ons aan.” De juf heeft haar dat verteld en Julia gelooft heilig in alles wat de juf zegt). Als Ot bang is om te slapen dan is er een liedje met “Weet dat in dit huis / spoken niet bestaan / en wij zijn thuis / en het licht blijft aan.” Alledaagse dingen passeren de revue en de auteurs weten er altijd zo’n draai aan te geven dat een verhaal dichtbij de belevingswereld van de kinderen blijft en dat de taal sprankelt. Wanneer Julia in de herfst van een schoenendoos een kijkdoos maakt en daarin een sprookjesbos creëert en de dwerg een baard van watten geeft blijven er pluisjes aan haar vingers plakken. “Kijk, Ot, mijn vingers hebben een baard.” Het boek staat vol met dergelijke spitsvondigheden. Wat te denken van een “gewonde kerstboom met uitvallende naalden”. Maar de auteurs gaan ook dieper. Als Ot gevraagd wordt wat hij wil worden zegt hij: “Eigenlijk wil ik het liefste worden wat ik al ben, anders moet ik weer helemaal opnieuw beginnen.” Probeer daar maar eens iets tegenin te brengen.
Verhalen vormen een eenheid
Het voorleesboek is veel meer dan een verzameling verhaaltjes. Ze vormen een eenheid, volgen het leven van Ot en Julia door het jaar heen. Maar er zijn subtiel allerlei elementen in de verhaaltjes verweven die er samen een doorlopend verhaal van maken. Zo is er de vurige wens van Julia om een “borstelharige cavia” te krijgen. Het komt regelmatig terug en er worden argumenten gezocht om de cavia toch in huis te krijgen. Of “de leeuw die iedereen wegjaagt” en de “nassibollen” (narcissen). En meneer De Groot heeft Alzheimer. Ot spreekt van “altaimer” en dit woord komt in een andere verhalen ook weer terug. De oma ‘met haar gekke groene hoedje’ is ook zo’n herkenbaar terugkerend element.
Er valt veel te lachen in het boek en te genieten van de het taalspel dat de auteurs spelen. Een muggenbult die verdwijnt door er een ijsklontje op te leggen, b Elle blazen met je billen in het bad. Van Lieshout en Van Os combineren dat ook met hun poëtisch gevoel. Als het gaat om het water geven van een boom dan geef je niet de blaadjes water, maar begiet je de voet van de boom. “De stam van de boom is een soort rietje. De blaadjes zuigen aan het rietje. En het water kruipt dan vanzelf naar boven, naar de blaadjes.” Dan heeft papa dorst en wordt er water in zijn schoenen gegoten. “Als je zuigt kruipt het water vanzelf naar boven.”
Je wil verder…
Een heerlijk boek om voor te lezen, op school, thuis of voor het slapen gaan. Na ieder verhaaltje wil je meteen weer door naar het volgende. Van Lieshout en Van Os verstaan hun vak. Daarbij komen nog de tekeningen van Sandra Klaassen. Ze ondersteunen het verhaal, laten de emoties van de personages zien, maar prikkelen ook de fantasie, zoals in het verhaal Leeuwentemmer waar aan de rand van de bladzijde ineens een leeuwenstaart opdoemt. De tekeningen geven ook aanleiding voor een gesprekje. Zoals bij het verhaal Kliedertje hier, kloddertje daar waarbij een tentoonstelling met abstracte kunst bezocht wordt. Ot staat naar het schilderij ‘Het onvolkomen niets’ (prachtige titel) te kijken. Wat vinden de kinderen van zo’n schilderij?
En als je wilt weten hoe het met de borstelharige cavia afloopt of wat het woord ‘bunken’ betekent dan moet je echt dit boek gaan lezen. Succes verzekerd!
Recensie is eerder in ingekorte versie verschenen op Bazarow.com
1
Reageer op deze recensie