Meer dan 5,9 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Hebban recensie

'Het leven kriebelt alle kanten op'

Jan Stoel 04 mei 2018
waarom wordt er nog vaak geloofd
in verstand versus gevoel,
en erger, in hart versus hoofd?
Wees toch biologisch, ik bedoel
emoties komen toch ook uit het brein?
Het hart is gewoon een pomp, en mijn
hart bestaat al ruim negentig jaren
uit twee wilde maar makke
roze stuipende naaktslakken
die aldoor met elkaar paren 

(Uit: 'Dat hart bijvoorbeeld')

Het is Leo Vroman (1915-2014) ten voeten uit. In het Joodse gezin (slechts één keer in deze bundel gaat het over het joods zijn) waar hij uit stamt werd gesproken over wetenschap, kunst en literatuur. Hij hield als kind al van de natuur en werd later bioloog/hematoloog (bloedonderzoeker). In de wetenschap leeft zijn naam voort in het Vroman-effect: de herkenning en opsporing van bepaalde bloedstollingsverschijnselen die hij ontdekte. In de literatuur vond hij onder meer erkenning door de toekenning van de P.C. Hooftprijs voor poëzie in 1964. Bovendien was hij een begaafd tekenaar, schilder.

Zijn poëzie beweegt zich steeds op het snijvlak tussen taal en wetenschap, waarbij alle aspecten van het leven aan de orde komen. In En toch is alles wat we doen natuur zijn gedichten bijeengebracht  daterend van 1946 tot en met 2014 en voorzien van een inleiding van Mirjam van Hengel. De ondertitel van de bundel zegt precies waar de gedichten over gaan: het leven in en rondom ons. Met al zijn schoonheid, verwondering en met vaak een koppeling aan de wetenschap. Zo creëert Vroman een nieuwe werkelijkheid, een nieuwe verwondering:

Wij fabriceerden struikelend naar gemak
voornamelijk onbedoelde grappen:
snorrekommen peper nagellak
antiek gemaakte nieuwe lampekappen
zitbad pijpenrek gek hoge hak

en toch is alles wat we doen natuur
het hopeloos verdwalen in de mode
het elektrisch flitsend kunsthoutvuur
het gek begraven van gewone doden

(Uit: Wieltjes en wieltjes)


De poëzie van Leon Vroman is onmiskenbaar autobiografisch, persoonlijk, maar transformeert naar het universele. De dichter heeft het over alle aspecten van het leven: geboorte, verliefd zijn, ziek zijn sterven en doet dat niet alleen idyllisch, maar ook rauw. Een mooi voorbeeld daarvan is het gedicht over de spijsvertering, bij Vroman ‘de Spijsvertedering’ geheten. Als iemand een stukje kip eet:

Meteen beginnen
in die hete weke mondgrot
de speekselklieren
wat een kabaal daarbinnen!
Hier snijdt het kwijl
lange suikers kapot


Naast de verwondering over het leven, ontroering, de aandacht voor het kleine, op het eerste gezicht onbetekenende, schrijft hij ook over de vrees dat de wereld het verliest van de kwade krachten, zoals angst, de oorlog:

Kom vanavond met verhalen
hoe de oorlog is verdwenen,
en herhaal ze honderd malen:
alle malen zal ik wenen.

(Uit: Vrede)


In de bundel is een grote hoeveelheid poëzie uit de bundel ‘Psalmen’ opgenomen. Op poëtische wijze reflecteert Vroman hier op levensvragen, lijkt hij wel in gesprek te gaan met Bijbelteksten. Hij stelt die vragen aan iets of iemand die hij ‘Systeem’ noemt, God? Steeds is er die verbreding van de eigen persoon naar de gemeenschap. Uit de gedichten lees je dat het niet God is die de wereld heeft geschapen, maar dat het de mens is die een beeld van God heeft geschapen:

Systeem, ik noem U dus geen God,
geen Heer of ander Woord
waarvan men gave en gebod
en wraak wacht en tot wiens genot
men volkeren vermoordt.

(Uit: Psalm I)


Vromans zinnen lopen als vanzelf, alsof hij ademt, hij gebruikt veel eindrijm. Achter die ogenschijnlijk simpele zinnen zit een hele wereld verborgen. Hij schrijft met een enorm gevoel voor taal en aandacht voor het detail. Er valt zoveel te genieten, van de fabels met moraal die hij schrijft, van de bijna cartooneske tekeningen bij de korte gedichten en de humor, van neologismen als verfronzen, zenuwknollen, tralieten, pappelkus, gedachtengurpt, kurpsluiting. De vitaliteit straalt ervan af. Het leven kriebelt alle kanten op.

Die uitbundigheid verstilt naar het eind van de bundel als een keuze uit zijn laatste gedichten passeert en hij voelt dat de laatste fase van zijn leven is ingegaan:

mijn eeuwigheid begroeten,
want o ik zal terugkeren
op mijn verdwenen voeten,
eeuwenlang telkens weer en
als een hernieuwde maandag
maar met oude gedichten
de nacht verlichten
en ondergaan.

(Uit: Donderdag 7 november 2013)

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Jan Stoel

Gesponsord

Het intrigerende verhaal achter de moordenaar van Willem van Oranje. Vol spanning en gruwelijke plottwists!

Een indringend verhaal op het scherp van de snede, vanuit de belevingswereld van de strafrechtadvocate die als slachtoffer moet strijden voor een eerlijke behandeling onder het recht waar ze altijd in heeft geloofd.

Hetzelfde boek lezen brengt mensen samen: je hebt direct iets om over te praten! Daarom lezen we in november met heel Nederland 'Joe Speedboot' van Tommy Wieringa. Je haalt het boek gratis op bij je bibliotheek.