Lezersrecensie
Ken je zelf
“Love your fellow man, lend him a helping hand” staat te lezen op het driehoekige horloge dat op het omslag van deze debuutroman Het horloge van Celis van Harry G. de Vries (1961) is afgebeeld. Deze roman bestaat uit drie indringende verhalen, die op een ingenieuze wijze met elkaar verbonden zijn en allemaal te maken hebben met de tekst op het horloge. Het horloge is een zwaar verguld vrijmetselaarshorloge uit circa 1930 met op de wijzerplaat vijftien maçonnieke symbolen, zoals het Alziend Oog, de passer en de winkelhaak (symbool voor het in juiste verhouding met jezelf te staan). De Vries kent de vrijmetselarij goed. Toch is Het Horloge van Celis geen roman over de vrijmetselarij, al speelt het op de achtergrond mee. Voor liefhebbers van het magisch realisme is dit boek een aanrader. Je zou het kunnen zien als een eerbetoon aan Hubert Lampo (ook een vrijmetselaar) en er is verwantschap met diens bekendste roman De komst van Joachim Stiller.
Balans
De drie delen spelen zich af tegen de achtergrond van de Tweede Wereldoorlog. Het gaat over zaken die ‘verzwegen’ zijn. En het gaat om keuzes te maken. Als het erop aankomt, wat ga je dan doen? Kun je wat je doet verenigen met jezelf? Ken jezelf, dus. De tegenstelling tussen goed en kwaad en hoe je als mens in balans kunt zijn met je omgeving zijn thema’s die de rode draad vormen in de roman.
Gerard Reve
Het eerste verhaal begint in 1946. Jacob Geerts moet in opdracht van de gemeente Amsterdam een pand gaan schilderen waar vroeger de joodse familie Hoffmann heeft gewoond. Jacob mist zijn broer, medefirmant van het bedrijf, die in de oorlog is opgepakt en niet teruggekeerd is van de Arbeitseisatz in Duitsland. Achter een spiegel ontdekt Jacob foto’s, filmpjes, een knikker en een prachtig halssnoer. Hij laat het halssnoer in zijn werkpak glijden, verkoopt het later – een brigadier laat zich min of meer omkopen om een oogje dicht te knijpen – en legt daarmee de basis voor zijn welvarend bedrijf. Maar zijn daad blijft aan hem knagen. En dan krijgt het verhaal in 1980 een wending voor zowel de brigadier als Jacob. Jacob en de brigadier komen voor een dilemma te staan. De spiegel is in de vrijmetselarij het symbool voor reflectie. Iedereen kijkt toch wel eens in de spiegel, nietwaar? In dit verhaal zit ook een literaire verwijzing. “Omstreeks tien uur, op donderdagmorgen 21 november 1946, stalt Jacob Geerts zijn transportfiets, een Empo, tegen de gevel van het huis aan de Cornelis Drebbelstraat in Amsterdam.” Het deed me denken aan de openingszin van De Avonden van Gerard Reve: “Het was nog donker, toen in de vroege morgen van de tweeëntwintigste december 1946 in onze stad, op de eerste verdieping van het huis Schilderskade 66, de held van deze geschiedenis, Frits van Egters, ontwaakte.” De Avonden verscheen in 1947 en laat zien wat de oorlog voor de jeugd van toen betekende.
Pink
Het tweede deel heeft een magisch-realistisch karakter. De mysterieuze Harm Celis verschijnt op een dag als uit het niets als nieuwe docent Engels. Hij draagt een driehoekig horloge en mist een pink. Hij schijnt van alles te weten van Johan de Rooij, de oom van Johan Jacobs, de protagonist in dit verhaal. De Rooij was actief tijdens de politionele acties in Nederlands Indië. “Na zijn terugkeer in Nederland was hij gaan zwemmen achter de Noorderdijk, op de langste dag van het jaar. Zijn lichaam werd gevonden op de kortste.” Langzamerhand wordt het verleden van Johan de Rooij ontsluierd en een foto speelt daarbij een belangrijke rol. En dan blijkt Celis ineens verdwenen. Ik moest meteen aan Hubert Lampo’s De komst van Joachim Stiller denken. Harm Celis zou je kunnen zien als een engel, een boodschapper, die op aarde komt, het equivalent van Joachim Stiller. Lampo schreef zijn boek vanuit een psychisch trauma dat hij aan de oorlog van 1940-1945 had overgehouden, een V-bombardement in Antwerpen waarbij een majoor, Joachim Stiller, omkwam.
Het firmament
Het slotdeel speelt zich af in Zeeland in de Tweede Wereldoorlog. Een broer en een zus komen in de kamer van hun overleden vader foto’s uit die tijd tegen. Op een ervan staan de vaste Duitse buren, waarvan de man Helmut Rohrschah heette. De Rohrschachs stonden op de camping altijd naast hen. Ze treffen ook een kettinkje aan met daarop de tekst ‘Loge…Caelestis…Firmamentum’ en een hamer met de letters CF. Ze gaan op onderzoek uit en het blijkt dat er in het dorpje een loge van de vrijmetselaars zou hebben gezeten, waarvan de brigadier uit het eerste verhaal en de broer van Jacob Geerts ook deel uitmaakten. Tijdens de oorlog was de vrijmetselarij verboden. De loge kwam in een kerk in het dorp bijeen. De zolder was een blauw gekleurd firmament. Het viel de Duitsers op. Helmut moest op onderzoek uit, maar dan… In dit deel speelt een journalist een prominente rol. Dat zie je ook bij Lampo. Daar is het Freek Groenevelt die op het gemeentearchief onderzoek doet en een verband weet te leggen met een traumatische ervaring uit de Tweede Wereldoorlog. Lampo’s roman gaat over angsten en schuldgevoelens. Als je daarvan verlost wordt, kun je door de toegangspoort naar het geluk. Dan zie je het hemels firmament, Caelestis Firmamentum.
De Vries geeft zijn personages een eigen stem en weet observaties om te zetten in wonderschone taal. In het derde deel speelt een foto een essentiële rol. Het begint als volgt: “Alles wat mijn vader had achtergelaten, leek zich te hebben verspreid als inkt op een vloeiblad. Het geabsorbeerde deel van zijn leven was opgedroogd tot een laatste projectie waarin welbeschouwd niets meer viel te zien voor de achterblijvers. Of vergiste ik me?” In het tweede verhaal wordt de kracht van literatuur duidelijk als Celis een aantal gedichten in de klas behandelt en laat zien dat het daarbij gaat om achter de woorden te kijken. “We hebben dichters om ons het onbekende te laten herkennen, waardigheid terug te geven aan onschuldigen en weerlozen. En de dichters kunnen ons de kou van de wereld laten voelen.”
Het Horloge van Celis is een magisch (realistische) roman met diepgang. Het magisch-realisme is een existentiële ervaring van het leven en de kosmos. Aan de gewone realiteit wordt een magische toegevoegd. Samen vormen ze een nieuwe realiteit. De roman is actueel in deze tijd waarin er veel verborgen blijft voor de buitenwereld, mensen niet naar elkaar luisteren. De tekst die op het horloge staat is veelzeggend. Lees en herlees, denk en overdenk.
Balans
De drie delen spelen zich af tegen de achtergrond van de Tweede Wereldoorlog. Het gaat over zaken die ‘verzwegen’ zijn. En het gaat om keuzes te maken. Als het erop aankomt, wat ga je dan doen? Kun je wat je doet verenigen met jezelf? Ken jezelf, dus. De tegenstelling tussen goed en kwaad en hoe je als mens in balans kunt zijn met je omgeving zijn thema’s die de rode draad vormen in de roman.
Gerard Reve
Het eerste verhaal begint in 1946. Jacob Geerts moet in opdracht van de gemeente Amsterdam een pand gaan schilderen waar vroeger de joodse familie Hoffmann heeft gewoond. Jacob mist zijn broer, medefirmant van het bedrijf, die in de oorlog is opgepakt en niet teruggekeerd is van de Arbeitseisatz in Duitsland. Achter een spiegel ontdekt Jacob foto’s, filmpjes, een knikker en een prachtig halssnoer. Hij laat het halssnoer in zijn werkpak glijden, verkoopt het later – een brigadier laat zich min of meer omkopen om een oogje dicht te knijpen – en legt daarmee de basis voor zijn welvarend bedrijf. Maar zijn daad blijft aan hem knagen. En dan krijgt het verhaal in 1980 een wending voor zowel de brigadier als Jacob. Jacob en de brigadier komen voor een dilemma te staan. De spiegel is in de vrijmetselarij het symbool voor reflectie. Iedereen kijkt toch wel eens in de spiegel, nietwaar? In dit verhaal zit ook een literaire verwijzing. “Omstreeks tien uur, op donderdagmorgen 21 november 1946, stalt Jacob Geerts zijn transportfiets, een Empo, tegen de gevel van het huis aan de Cornelis Drebbelstraat in Amsterdam.” Het deed me denken aan de openingszin van De Avonden van Gerard Reve: “Het was nog donker, toen in de vroege morgen van de tweeëntwintigste december 1946 in onze stad, op de eerste verdieping van het huis Schilderskade 66, de held van deze geschiedenis, Frits van Egters, ontwaakte.” De Avonden verscheen in 1947 en laat zien wat de oorlog voor de jeugd van toen betekende.
Pink
Het tweede deel heeft een magisch-realistisch karakter. De mysterieuze Harm Celis verschijnt op een dag als uit het niets als nieuwe docent Engels. Hij draagt een driehoekig horloge en mist een pink. Hij schijnt van alles te weten van Johan de Rooij, de oom van Johan Jacobs, de protagonist in dit verhaal. De Rooij was actief tijdens de politionele acties in Nederlands Indië. “Na zijn terugkeer in Nederland was hij gaan zwemmen achter de Noorderdijk, op de langste dag van het jaar. Zijn lichaam werd gevonden op de kortste.” Langzamerhand wordt het verleden van Johan de Rooij ontsluierd en een foto speelt daarbij een belangrijke rol. En dan blijkt Celis ineens verdwenen. Ik moest meteen aan Hubert Lampo’s De komst van Joachim Stiller denken. Harm Celis zou je kunnen zien als een engel, een boodschapper, die op aarde komt, het equivalent van Joachim Stiller. Lampo schreef zijn boek vanuit een psychisch trauma dat hij aan de oorlog van 1940-1945 had overgehouden, een V-bombardement in Antwerpen waarbij een majoor, Joachim Stiller, omkwam.
Het firmament
Het slotdeel speelt zich af in Zeeland in de Tweede Wereldoorlog. Een broer en een zus komen in de kamer van hun overleden vader foto’s uit die tijd tegen. Op een ervan staan de vaste Duitse buren, waarvan de man Helmut Rohrschah heette. De Rohrschachs stonden op de camping altijd naast hen. Ze treffen ook een kettinkje aan met daarop de tekst ‘Loge…Caelestis…Firmamentum’ en een hamer met de letters CF. Ze gaan op onderzoek uit en het blijkt dat er in het dorpje een loge van de vrijmetselaars zou hebben gezeten, waarvan de brigadier uit het eerste verhaal en de broer van Jacob Geerts ook deel uitmaakten. Tijdens de oorlog was de vrijmetselarij verboden. De loge kwam in een kerk in het dorp bijeen. De zolder was een blauw gekleurd firmament. Het viel de Duitsers op. Helmut moest op onderzoek uit, maar dan… In dit deel speelt een journalist een prominente rol. Dat zie je ook bij Lampo. Daar is het Freek Groenevelt die op het gemeentearchief onderzoek doet en een verband weet te leggen met een traumatische ervaring uit de Tweede Wereldoorlog. Lampo’s roman gaat over angsten en schuldgevoelens. Als je daarvan verlost wordt, kun je door de toegangspoort naar het geluk. Dan zie je het hemels firmament, Caelestis Firmamentum.
De Vries geeft zijn personages een eigen stem en weet observaties om te zetten in wonderschone taal. In het derde deel speelt een foto een essentiële rol. Het begint als volgt: “Alles wat mijn vader had achtergelaten, leek zich te hebben verspreid als inkt op een vloeiblad. Het geabsorbeerde deel van zijn leven was opgedroogd tot een laatste projectie waarin welbeschouwd niets meer viel te zien voor de achterblijvers. Of vergiste ik me?” In het tweede verhaal wordt de kracht van literatuur duidelijk als Celis een aantal gedichten in de klas behandelt en laat zien dat het daarbij gaat om achter de woorden te kijken. “We hebben dichters om ons het onbekende te laten herkennen, waardigheid terug te geven aan onschuldigen en weerlozen. En de dichters kunnen ons de kou van de wereld laten voelen.”
Het Horloge van Celis is een magisch (realistische) roman met diepgang. Het magisch-realisme is een existentiële ervaring van het leven en de kosmos. Aan de gewone realiteit wordt een magische toegevoegd. Samen vormen ze een nieuwe realiteit. De roman is actueel in deze tijd waarin er veel verborgen blijft voor de buitenwereld, mensen niet naar elkaar luisteren. De tekst die op het horloge staat is veelzeggend. Lees en herlees, denk en overdenk.
3
Reageer op deze recensie