Lezersrecensie
Tekenen in taal
Bijzonder, origineel, verrassend, humoristisch, ironisch, vervreemdend. Het zijn zomaar wat termen die opkomen bij het lezen van Het Melkvarken van Robert Schuit (1978). Achtentachtig korte tot zeer korte verhalen die zo gerangschikt zijn dat ze eenheid vormen. De verhalen zou je kunnen beschouwen als de hoofdstukken van een roman. Tijdens het lezen kom je daar achter. Zo ontstaat, zoals de auteur het zelf noemt, een korteverhalenroman.
Melkvarken?
Het ‘verhaal’ begint met de geboorte van de zoon van de auteur. “Mijn zoon wordt door mensen in zijn omgeving Het Melkvarken genoemd. Wanneer hij naar de borst zoekt maakt hij knorrende geluiden. Waarschijnlijk is Het Melkvarken een kwade geest. Mijn zoon is op een leeftijd dat hij nog met geesten kan communiceren en kennelijk is hierbij iets een beetje misgegaan.” […] “Is de dorst van Het Melkvarken te lessen? Of zullen we hulpborsten moeten inschakelen om dit woeste beest te temmen.”
Schuit moet duidelijk nog aan het vaderschap wennen. De jonge vader verwondert zich onophoudelijk. De indrukken die hij noteert (soms niet meer dan een halve pagina lang) helpen hem zijn gedachten te ordenen. Je volgt de ontwikkeling van Het Melkvarken op de voet en daarbij komen ook herinneringen aan vaders eigen leven terug. Zo verliest zijn zoontje meerdere keren per dag zijn sok en herinnert Schuit zich dat zijn beste vriend Harold en hij als kinderen een religie bedachten waarbij losse, rondzwervende sokken de rol van het kwaad speelden. “Zag je ergens een enkele sok liggen dan moest je met je hand een bepaald gebaar maken en dan kon het kwaad je niet te pakken krijgen.” Dat doet hij dus nu ook als hij een losse sok van Het Melkvarken vindt. Later in het boek komt een zwarte sok terug. Niet geheel toevallig!
De wereld ontdekken
Het ene na het andere ‘gekke’, hilarische, soms bizarre, maar vaak ook vertederende verhaal passeert de revue en laat zien hoe Het Melkvarken, als baby, dreumes en peuter de wereld ontdekt. Het zijn allemaal bouwsteentjes die samen een leven beschrijven. Schuit verbindt (auto)biografische elementen met zijn verbeelding en gaat regelmatig helemaal los. Het Melkvarken is immers fictie!
Klootzak
De wereld is niet altijd even mooi. Opgroeien gaat niet vanzelf. Op het kinderdagverblijf zit een baby die een enorme klootzak is. “Het is zijn uitstraling. Vandaag droeg hij een oranje trainingspak.” Maar of het echt een klootzak is weet de vader niet. Want nadat hij zijn zoon afgegeven heeft gaat hij iets anders doen. De klootzak komt nog een keer terug. Het lijkt hetzelfde verhaal, maar er zitten toch verschillen in. En een aantal verhalen verder duikt de klootzak nog eens op. Opvallend is dat hij steeds een trainingspak met een andere kleur aanheeft. Eens een klootzak, altijd een klootzak? Of komt hier de cartoonachtergrond van Schuit naar voren: tekeningen naast elkaar zetten en de verschillen zoeken? En de verschillen zitten in de details.
Vader en zoon
De vader zoon-relatie is een constante in het boek. Het gaat ook over de relatie van Schuit met zijn vader. Opeens staat het er: “Mijn vader gaat weer dood.” Kanker is teruggekomen. Bijna grimmig formuleert Schuit hoe dat voelt: “Dit is de tweede keer dat mijn vader erg ziek is. De vorige keer was de overlevingskans vijf procent. Normaal winnen wij nooit iets.” En vader vraagt iedereen op te noemen wat ze hem in zijn kist mee moeten geven.
“Voor de zoveelste keer dreunen we op: ‘Een zaklamp. Een boormachine. Een mobiele telefoon.’ Dat het ons zou verbazen wanneer hij na zijn dood ineens wel met een mobiele telefoon kan omgaan verzwijgen wij.” Zwarte humor! Vanaf dit moment voel je de spanning tussen de vreugde van het opgroeien van een kind en de droefheid over het naderende afscheid van de vader. En precies daar tussen in staat de auteur. Die beseft ineens dat hij deel uit maakt van een ‘familieketen’: “Ik ben mijn vader geworden, minus de snor en de kanker dan.”
Kaas
De ondertitel van Het Melkvarken luidt: Het boek van geboorte, kaas en de dood. Geboorte en dood zijn in deze recensie al aan bod geweest. Maar kaas? In een aantal verhalen komt een kaaswinkel naar voren. Schuit woont in Woerden en daar was vroeger de grootste kaasmarkt van Europa. Je komt ook verwijzingen tegen naar zichzelf. Zoals in het groteske, bizarre verhaal Zwarte sok, waarin Het Melkvarken een uitnodiging krijgt voor een Sinterklaas Suicide Party, waar ouders niet welkom zijn. Hij moet met een zwarte sok naar de cadeaus gooien die hij van zijn ouders heeft meegekregen. En hij mag blijven leven als hij die raakt. Hij kreeg van zijn ouders de roman Wij zijn licht, de korteverhalenroman Flessenhart en de dichtbundel Week. Hij raakt ze alle drie. Gerda Blees en Robert Schuit zijn de auteurs van deze werken.
Tekenen in taal
Het is een feest om Het Melkvarken te lezen. Al die losse korte verhalen passen in een geheel. Humor is komt overal terug en zorgt voor relativering. Schuit tekent als het ware in taal. Je ziet de personages voor je. Hij schrijft beeldend, formuleert compact, met oog voor detail. Ieder woord is raak. “Zomaar een paar voorbeelden. Het Melkvarken zit op de opvang: “Hij volgt een opleiding om van dreumes een peuter te worden.” En wanneer de stervende vader bezocht wordt: “Hij is weer dunner geworden. De batterijen van zijn stem lijken bijna leeg.”
—
Voor het eerst gepubliceerd op Boekenkrant.com
Leesadvies voor jongeren
Een korteverhalenroman? Nog nooit van gehoord? Dan is dit boek daar een voorbeeld van. Soms zijn de verhalen bizar. Wil je weten wat een Melkvarken is? Grijp je kans.
Melkvarken?
Het ‘verhaal’ begint met de geboorte van de zoon van de auteur. “Mijn zoon wordt door mensen in zijn omgeving Het Melkvarken genoemd. Wanneer hij naar de borst zoekt maakt hij knorrende geluiden. Waarschijnlijk is Het Melkvarken een kwade geest. Mijn zoon is op een leeftijd dat hij nog met geesten kan communiceren en kennelijk is hierbij iets een beetje misgegaan.” […] “Is de dorst van Het Melkvarken te lessen? Of zullen we hulpborsten moeten inschakelen om dit woeste beest te temmen.”
Schuit moet duidelijk nog aan het vaderschap wennen. De jonge vader verwondert zich onophoudelijk. De indrukken die hij noteert (soms niet meer dan een halve pagina lang) helpen hem zijn gedachten te ordenen. Je volgt de ontwikkeling van Het Melkvarken op de voet en daarbij komen ook herinneringen aan vaders eigen leven terug. Zo verliest zijn zoontje meerdere keren per dag zijn sok en herinnert Schuit zich dat zijn beste vriend Harold en hij als kinderen een religie bedachten waarbij losse, rondzwervende sokken de rol van het kwaad speelden. “Zag je ergens een enkele sok liggen dan moest je met je hand een bepaald gebaar maken en dan kon het kwaad je niet te pakken krijgen.” Dat doet hij dus nu ook als hij een losse sok van Het Melkvarken vindt. Later in het boek komt een zwarte sok terug. Niet geheel toevallig!
De wereld ontdekken
Het ene na het andere ‘gekke’, hilarische, soms bizarre, maar vaak ook vertederende verhaal passeert de revue en laat zien hoe Het Melkvarken, als baby, dreumes en peuter de wereld ontdekt. Het zijn allemaal bouwsteentjes die samen een leven beschrijven. Schuit verbindt (auto)biografische elementen met zijn verbeelding en gaat regelmatig helemaal los. Het Melkvarken is immers fictie!
Klootzak
De wereld is niet altijd even mooi. Opgroeien gaat niet vanzelf. Op het kinderdagverblijf zit een baby die een enorme klootzak is. “Het is zijn uitstraling. Vandaag droeg hij een oranje trainingspak.” Maar of het echt een klootzak is weet de vader niet. Want nadat hij zijn zoon afgegeven heeft gaat hij iets anders doen. De klootzak komt nog een keer terug. Het lijkt hetzelfde verhaal, maar er zitten toch verschillen in. En een aantal verhalen verder duikt de klootzak nog eens op. Opvallend is dat hij steeds een trainingspak met een andere kleur aanheeft. Eens een klootzak, altijd een klootzak? Of komt hier de cartoonachtergrond van Schuit naar voren: tekeningen naast elkaar zetten en de verschillen zoeken? En de verschillen zitten in de details.
Vader en zoon
De vader zoon-relatie is een constante in het boek. Het gaat ook over de relatie van Schuit met zijn vader. Opeens staat het er: “Mijn vader gaat weer dood.” Kanker is teruggekomen. Bijna grimmig formuleert Schuit hoe dat voelt: “Dit is de tweede keer dat mijn vader erg ziek is. De vorige keer was de overlevingskans vijf procent. Normaal winnen wij nooit iets.” En vader vraagt iedereen op te noemen wat ze hem in zijn kist mee moeten geven.
“Voor de zoveelste keer dreunen we op: ‘Een zaklamp. Een boormachine. Een mobiele telefoon.’ Dat het ons zou verbazen wanneer hij na zijn dood ineens wel met een mobiele telefoon kan omgaan verzwijgen wij.” Zwarte humor! Vanaf dit moment voel je de spanning tussen de vreugde van het opgroeien van een kind en de droefheid over het naderende afscheid van de vader. En precies daar tussen in staat de auteur. Die beseft ineens dat hij deel uit maakt van een ‘familieketen’: “Ik ben mijn vader geworden, minus de snor en de kanker dan.”
Kaas
De ondertitel van Het Melkvarken luidt: Het boek van geboorte, kaas en de dood. Geboorte en dood zijn in deze recensie al aan bod geweest. Maar kaas? In een aantal verhalen komt een kaaswinkel naar voren. Schuit woont in Woerden en daar was vroeger de grootste kaasmarkt van Europa. Je komt ook verwijzingen tegen naar zichzelf. Zoals in het groteske, bizarre verhaal Zwarte sok, waarin Het Melkvarken een uitnodiging krijgt voor een Sinterklaas Suicide Party, waar ouders niet welkom zijn. Hij moet met een zwarte sok naar de cadeaus gooien die hij van zijn ouders heeft meegekregen. En hij mag blijven leven als hij die raakt. Hij kreeg van zijn ouders de roman Wij zijn licht, de korteverhalenroman Flessenhart en de dichtbundel Week. Hij raakt ze alle drie. Gerda Blees en Robert Schuit zijn de auteurs van deze werken.
Tekenen in taal
Het is een feest om Het Melkvarken te lezen. Al die losse korte verhalen passen in een geheel. Humor is komt overal terug en zorgt voor relativering. Schuit tekent als het ware in taal. Je ziet de personages voor je. Hij schrijft beeldend, formuleert compact, met oog voor detail. Ieder woord is raak. “Zomaar een paar voorbeelden. Het Melkvarken zit op de opvang: “Hij volgt een opleiding om van dreumes een peuter te worden.” En wanneer de stervende vader bezocht wordt: “Hij is weer dunner geworden. De batterijen van zijn stem lijken bijna leeg.”
—
Voor het eerst gepubliceerd op Boekenkrant.com
Leesadvies voor jongeren
Een korteverhalenroman? Nog nooit van gehoord? Dan is dit boek daar een voorbeeld van. Soms zijn de verhalen bizar. Wil je weten wat een Melkvarken is? Grijp je kans.
3
Reageer op deze recensie