Lezersrecensie
Durf je jouw ‘kamertje ikke’ open te stellen?
Kamertje ikke van auteur Femke Vanbelle en illustrator Flore Deman is geen gemakkelijk prentenboek. Op de cover zie je twee kinderen staan die elkaar omarmen. Geabstraheerd heeft Flore Deman ze nogmaals afgebeeld maar dan ieder met de eigen wereld: links een blauwe, avontuurlijke wereld, rechts een ‘lieflijker’ omgeving. Die twee werelden verschillen, net zoals de kinderen van elkaar verschillen, maar hoeven elkaar niet af te stoten. Maak kennis met de ander, stel je open, leer van de ander, laat de ander in je gedachtewereld toe, in jouw ‘kamertje ikke’. Dat is de filosofische achtergrond van dit boek.
Dromen als kristallen
Het verhaal bestaat uit drie delen, twee delen die ieder een van de kinderen centraal stelt en een conclusie. De eerste twee delen beginnen min of meer hetzelfde. Op de eerste prent zien we twee kinderen. Het ene fluistert de ander in het oor: “Op een dag vroeg je me of ik bij jou kwam spelen. Ik kwam naar je huis. Een heel gewoon huis. Een huis als een ander. Daar wachtte je op mij.” Dan leidt het ene kind het andere naar een deur: “Niet zomaar een deur; eentje waar normaal enkel jij doorheen kan. Vandaag open ik hem graag voor jou.”
De kinderen laten zien wie ze zijn, tonen de plek waar ze zich veilig voelen en waar ze van dromen. Bij de een staat het avontuur centraal: hoge bergen, een sterrenhemel, een droomwereld waar “in de lucht dromen hangen als kristallen”. Ze duiken het water in, gaan de bossen in. Daar spelen ze verstoppertje met een vos. Ze gaan steeds verder en hoog tussen de wolken vallen ze ineens terug naar de kamer. “Wat een prachtige kamer is dit! “Het is mijn kamer.” “Dit is het kamertje van ikke.”
Spelen bij mij?
Daarop vraagt het andere kind: “Kom je ook eens spelen bij mij?” en laat een totaal andere wereld zien die vol kleuren is. “Alles friemelt en krioelt, zindert en groeit – het gonst er van leven.” Telkens als er een schat gevonden wordt, gaat er een hele nieuwe wereld open.” Dan vallen ze weer samen naar beneden. De plaat van de cover komt dan weer terug en de twee kinderen zitten/liggen erbij, met als apotheose: “Hoe ziet jouw kamertje eruit?”
Waar droom je over, wat houdt je bezig? Kun je je verhaal delen en wil je dat ook. De tekst van Vanbelle is mooi, geeft ruimte en is poëtisch, vol gevoel, maar nergens te abstract.
Respect voor wie je bent
In dit boek spelen tegenstellingen een rol. Ieder persoon is namelijk anders. De een is druk en avontuurlijk, de ander juist weer rustig en je droomt natuurlijk over heel verschillende dingen. Die tegenstellingen zie je in de tekst terugkomen, maar zeker ook in de illustraties: warme en koude kleuren, licht en donker, kleurrijk of diepblauw. Maar altijd is er die uitgestoken hand, dat omarmen dat wil zeggen dat je erbij hoort. Let maar eens op de prenten waar dat samenzijn steeds terugkomt: samen op weg, de een leidt de ander, elkaar steeds de hand vasthouden. Kinderen zullen dat feilloos oppikken en dan kun je als leraar natuurlijk filosoferen waarom dat zo is, hoe dat in de klas gaat, of ze daarvan iets in de wereld herkennen.
Op de prenten is zoveel te ontdekken. De mooiste prent hoort wel bij de prent met de tekst: “Samen vlechten we de takken terwijl we luisteren naar de herten en de muizen, egeltjes en patrijzen.” Op de ene pagina wordt een vlecht gemaakt die als een soort kapsel een prent omhult waar de zon zijn stralen op een landschap laat stralen. Een van de kinderen loopt over die vlecht naar ‘het hoofd’ alsof duidelijk gemaakt wordt dat er sprake is van verplaatsing in de gedachten van de ander. In mijn recensie exemplaar schreef Femke Vanbelle: “De mooiste plek ter wereld zit reeds binnen in jezelf.” En zo is het maar net.
Geschikt voor kinderen van 4+
Dromen als kristallen
Het verhaal bestaat uit drie delen, twee delen die ieder een van de kinderen centraal stelt en een conclusie. De eerste twee delen beginnen min of meer hetzelfde. Op de eerste prent zien we twee kinderen. Het ene fluistert de ander in het oor: “Op een dag vroeg je me of ik bij jou kwam spelen. Ik kwam naar je huis. Een heel gewoon huis. Een huis als een ander. Daar wachtte je op mij.” Dan leidt het ene kind het andere naar een deur: “Niet zomaar een deur; eentje waar normaal enkel jij doorheen kan. Vandaag open ik hem graag voor jou.”
De kinderen laten zien wie ze zijn, tonen de plek waar ze zich veilig voelen en waar ze van dromen. Bij de een staat het avontuur centraal: hoge bergen, een sterrenhemel, een droomwereld waar “in de lucht dromen hangen als kristallen”. Ze duiken het water in, gaan de bossen in. Daar spelen ze verstoppertje met een vos. Ze gaan steeds verder en hoog tussen de wolken vallen ze ineens terug naar de kamer. “Wat een prachtige kamer is dit! “Het is mijn kamer.” “Dit is het kamertje van ikke.”
Spelen bij mij?
Daarop vraagt het andere kind: “Kom je ook eens spelen bij mij?” en laat een totaal andere wereld zien die vol kleuren is. “Alles friemelt en krioelt, zindert en groeit – het gonst er van leven.” Telkens als er een schat gevonden wordt, gaat er een hele nieuwe wereld open.” Dan vallen ze weer samen naar beneden. De plaat van de cover komt dan weer terug en de twee kinderen zitten/liggen erbij, met als apotheose: “Hoe ziet jouw kamertje eruit?”
Waar droom je over, wat houdt je bezig? Kun je je verhaal delen en wil je dat ook. De tekst van Vanbelle is mooi, geeft ruimte en is poëtisch, vol gevoel, maar nergens te abstract.
Respect voor wie je bent
In dit boek spelen tegenstellingen een rol. Ieder persoon is namelijk anders. De een is druk en avontuurlijk, de ander juist weer rustig en je droomt natuurlijk over heel verschillende dingen. Die tegenstellingen zie je in de tekst terugkomen, maar zeker ook in de illustraties: warme en koude kleuren, licht en donker, kleurrijk of diepblauw. Maar altijd is er die uitgestoken hand, dat omarmen dat wil zeggen dat je erbij hoort. Let maar eens op de prenten waar dat samenzijn steeds terugkomt: samen op weg, de een leidt de ander, elkaar steeds de hand vasthouden. Kinderen zullen dat feilloos oppikken en dan kun je als leraar natuurlijk filosoferen waarom dat zo is, hoe dat in de klas gaat, of ze daarvan iets in de wereld herkennen.
Op de prenten is zoveel te ontdekken. De mooiste prent hoort wel bij de prent met de tekst: “Samen vlechten we de takken terwijl we luisteren naar de herten en de muizen, egeltjes en patrijzen.” Op de ene pagina wordt een vlecht gemaakt die als een soort kapsel een prent omhult waar de zon zijn stralen op een landschap laat stralen. Een van de kinderen loopt over die vlecht naar ‘het hoofd’ alsof duidelijk gemaakt wordt dat er sprake is van verplaatsing in de gedachten van de ander. In mijn recensie exemplaar schreef Femke Vanbelle: “De mooiste plek ter wereld zit reeds binnen in jezelf.” En zo is het maar net.
Geschikt voor kinderen van 4+
1
Reageer op deze recensie