Lezersrecensie
Er klopte iets niet aan zijn leven, maar….
'Krassels' is de titel van de debuutroman van Jos Govaarts (1951). Aan het eind van het boek wordt duidelijk wat de schrijver met een krassel bedoelt: al tekenend een kleine schets maken. Misschien is het voor Govaarts wel het symbool voor het schrijven van deze roman: vanuit schetsen komen tot een roman door eindeloos te puzzelen, te schaven, te schrappen, te kijken naar de compositie, te letten op de stijl.
Het werkwoord krasselen betekent zwoegen, sukkelen. Dat laatste is wel van toepassing op de hoofdpersoon in deze roman, de bijna veertigjarige Marcus Halen. Hij baant zich onzeker door het leven, is op zoek naar zijn wortels en vooral naar zichzelf. Krassen komen in de hele roman terug: Marcus loopt een kras op zijn hoofd op, een schoolvriendin van vroeger die hem destijds ineens afwees en zich nu weer aan hem opdringt zorgt ervoor dat ‘de splinter van het waarom zich weer naar buitenkrast’.
Govaarts heeft een uitgebalanceerde, toegankelijke roman met diepgang geschreven die je in een ruk uit wil lezen. Meteen al in de eerste zinnen van het boek is het raak: “Marcus beseft dat als hij nu het hek openduwt er geen weg terug is. Hij voelt een koude rilling over zijn rug, een tinteling om zijn mond, en als hij de klink wil vastpakken, trillen zijn handen. (…) Stel je voor dat ze hem zien.” Hij bevindt zich voor het huis van Hendrik en Helena Tavenier op Walcheren in Zeeland om daar een brief af te geven die uit de nalatenschap van zijn vader Hans Halen komt. Die brief is gericht aan H. Tavenier en Marcus is erin geslaagd om deze voor hem onbekende persoon te vinden.
Marcus herinnert zich Walcheren: het vliegeren tijdens de vakantie, die ene foto die hij er maakte en het moment dat hij er met zijn vader en moeder overhaast vertrok. Wat zit daar achter? Hoe zit dat met Hendrik en Helena Tavenier en de ouders van Marcus?
Thema’s in het boek zijn het zoeken naar je eigen identiteit, het tonen van veerkracht, de angst om alleen te zijn, onmacht, vertrouwen en beschaamd worden in dat vertrouwen, zingeving van het leven.
Marcus neemt de lezer mee op de zoektocht die hij fysiek en in zijn hoofd maakt en geraffineerd weet de auteur steeds een puzzelstukje aan te reiken: passages uit de brieven die Hans geschreven heeft, gebeurtenissen uit de jeugd van Marcus, prachtige korte gedichtjes die als het ware natuurlijke pauzemomenten in het boek zijn en die je even na laten denken. Bijvoorbeeld dit liefdesgedicht van Hans:
Ik was ik,
nu ben ik wij,
jij was jij
nu ben jij wij
even was ik vrij
Marcus is jurist en mede-eigenaar van een kantoor dat is gespecialiseerd in juridische afwikkelingen van faillissementen. Toeval? Zijn persoonlijke leven lijkt ook failliet. Het staat in deze roman vol met dit soort veelbetekenende details.
Het gaat met Marcus niet goed. Hij is gescheiden van zijn echtgenote Lisanne en mist zijn negenjarige zoon Luuk. Wat is er tussen hen misgegaan? Luuk kan het allemaal moeilijk accepteren en stottert sindsdien. Marcus wil ‘meer ruimte om alleen te zijn, tijd voor zichzelf om na te denken over wie hij was. Er klopte iets niet aan zijn leven, hij kon er maar geen vinger op leggen.’ Marcus heeft een bijzondere band met zijn vader. Dat geldt ook voor Luuk die graag met opa met ‘meccano’ knutselt. Dat is iets wat Hans vroeger ook met Marcus wilde doen, maar die had niets met de schroefjes en moertjes.
Hans wordt steeds stiller en overlijdt op de verjaardag van Marcus. Marcus mist de man in wie hij een grenzeloos vertrouwen had en met wie hij zich zo verbonden voelde, die er altijd voor hem was. Het vliegeren met zijn vader op Walcheren is hem altijd bijgebleven. Hij had een technische vader, dus ze hadden de beste vlieger. Hans had nachtmerries, omdat zijn moeder hem verlaten had, met de koffer in de hand weggelopen is.
Marcus erft het huis en meer dan een miljoen gulden, maar ook allerlei brieven. Het dagboekje van zijn vader neemt hem zo in beslag dat hij niet meer kan werken. Hij verwijt zichzelf dat hij met zijn vader niet meer over het verleden heeft gesproken. Marcus ontrafelt zijn familiegeschiedenis. Herinneringen aan vroeger moeten heel anders geduid worden. Marcus valt van de ene verbazing in de andere valt. Soms is het wat te toevallig, zoals de ontmoeting bij de zoektocht naar de plek waar zijn oma gewoond zou hebben.
Doorlopend speelt de zin die Marcus’ vader steeds uitsprak: “Je krijgt meer spijt van wat je niet gedaan hebt, dan van wat je wel doet. Ik kan het weten.” Marcus past dat op zichzelf toe, wil zijn leven weer oppakken, wil kiezen voor zijn gezin, maar wordt steeds in zijn pogingen gefrustreerd. Hij voelt zich verraden, ook door zijn echtgenote Lisanne, en vraagt zich af wat het leven nog voor zin heeft. De ontknoping van Krassels ontroert.
De achtergrond van de auteur (bedrijfsarts, coach) zie je wel terug in de roman. Het zoeken naar wie je bent, veerkracht tonen, het leven weer durven oppikken, keuzes maken, je verhaal durven te vertellen.
De roman - je kunt spreken van een ontwikkelingsroman/psychologiche roman - bestaat uit vier delen, die ieder een fase in het proces markeren dat het hoofdpersonage doormaakt om tot ‘inzicht’ te komen. Ieder deel begint met hoofdstukje over wat Marcus op Walcheren overkomt bij Hendrik en Helena Tavenier. Vandaar uit wordt het verhaal verder ingevuld met wat zich in de maanden ervoor heeft afgespeeld. In totaal beslaat de roman een periode van zo’n zeven maanden. Govaarts is er in geslaagd om belangrijkste personages een ziel te geven. Ieder personage is op zijn/haar manier getekend door het leven, ingekleurd door het verleden.
Steeds is spanning voelbaar, maar er is ook ruimte voor humor.
Er zijn heel wat parallellen tussen de personages te ontdekken: de onzekerheid bij Hans, Marcus en diens zoon Luuk. Alle drie hebben ze een bepaald onvermogen: Hans heeft een geheim dat hij niet durft te vertellen, Marcus ziet zijn leven uiteenvallen (prachtige gesymboliseerd door de ziekte waarbij hij langzamerhand zijn haar over zijn hele lichaam verliest), Luuk wordt gepest op school en begint daardoor te stotteren (maar slaagt erin dit te overwinnen).
De auteur heeft met veel gevoel voor het detail geschreven. Een prachtig voorbeeld daarbij is wat er zich bij de woning van de Taveniers afspeelt. In de tuin worden de bomen gerooid. Dat moet want er is schimmel geconstateerd. “Als je dat niet totaal verwijderd, woekert het voort en valt de boom bij het kleinste briesje op je dag”. En in het slothoofdstuk zegt Hendrik dat je bij het rooien de wortels eruit moet halen. Dat is het zwaarste werk. Een schitterende metafoor die aangeeft welke zoektocht Marcus doormaakt.
En deze zin blijft je bij:
“Een vlieger inde lucht houden is net het leven. Met de juiste tegenwind kom je tot hoogte, haal je capriolen uit, naar links, naar rechts, oei, bijna op de grond en dan weer de lucht in, het komt goed, als je maar verbonden blijft door het touwtje, verbonden met degene op de grond.”
Het werkwoord krasselen betekent zwoegen, sukkelen. Dat laatste is wel van toepassing op de hoofdpersoon in deze roman, de bijna veertigjarige Marcus Halen. Hij baant zich onzeker door het leven, is op zoek naar zijn wortels en vooral naar zichzelf. Krassen komen in de hele roman terug: Marcus loopt een kras op zijn hoofd op, een schoolvriendin van vroeger die hem destijds ineens afwees en zich nu weer aan hem opdringt zorgt ervoor dat ‘de splinter van het waarom zich weer naar buitenkrast’.
Govaarts heeft een uitgebalanceerde, toegankelijke roman met diepgang geschreven die je in een ruk uit wil lezen. Meteen al in de eerste zinnen van het boek is het raak: “Marcus beseft dat als hij nu het hek openduwt er geen weg terug is. Hij voelt een koude rilling over zijn rug, een tinteling om zijn mond, en als hij de klink wil vastpakken, trillen zijn handen. (…) Stel je voor dat ze hem zien.” Hij bevindt zich voor het huis van Hendrik en Helena Tavenier op Walcheren in Zeeland om daar een brief af te geven die uit de nalatenschap van zijn vader Hans Halen komt. Die brief is gericht aan H. Tavenier en Marcus is erin geslaagd om deze voor hem onbekende persoon te vinden.
Marcus herinnert zich Walcheren: het vliegeren tijdens de vakantie, die ene foto die hij er maakte en het moment dat hij er met zijn vader en moeder overhaast vertrok. Wat zit daar achter? Hoe zit dat met Hendrik en Helena Tavenier en de ouders van Marcus?
Thema’s in het boek zijn het zoeken naar je eigen identiteit, het tonen van veerkracht, de angst om alleen te zijn, onmacht, vertrouwen en beschaamd worden in dat vertrouwen, zingeving van het leven.
Marcus neemt de lezer mee op de zoektocht die hij fysiek en in zijn hoofd maakt en geraffineerd weet de auteur steeds een puzzelstukje aan te reiken: passages uit de brieven die Hans geschreven heeft, gebeurtenissen uit de jeugd van Marcus, prachtige korte gedichtjes die als het ware natuurlijke pauzemomenten in het boek zijn en die je even na laten denken. Bijvoorbeeld dit liefdesgedicht van Hans:
Ik was ik,
nu ben ik wij,
jij was jij
nu ben jij wij
even was ik vrij
Marcus is jurist en mede-eigenaar van een kantoor dat is gespecialiseerd in juridische afwikkelingen van faillissementen. Toeval? Zijn persoonlijke leven lijkt ook failliet. Het staat in deze roman vol met dit soort veelbetekenende details.
Het gaat met Marcus niet goed. Hij is gescheiden van zijn echtgenote Lisanne en mist zijn negenjarige zoon Luuk. Wat is er tussen hen misgegaan? Luuk kan het allemaal moeilijk accepteren en stottert sindsdien. Marcus wil ‘meer ruimte om alleen te zijn, tijd voor zichzelf om na te denken over wie hij was. Er klopte iets niet aan zijn leven, hij kon er maar geen vinger op leggen.’ Marcus heeft een bijzondere band met zijn vader. Dat geldt ook voor Luuk die graag met opa met ‘meccano’ knutselt. Dat is iets wat Hans vroeger ook met Marcus wilde doen, maar die had niets met de schroefjes en moertjes.
Hans wordt steeds stiller en overlijdt op de verjaardag van Marcus. Marcus mist de man in wie hij een grenzeloos vertrouwen had en met wie hij zich zo verbonden voelde, die er altijd voor hem was. Het vliegeren met zijn vader op Walcheren is hem altijd bijgebleven. Hij had een technische vader, dus ze hadden de beste vlieger. Hans had nachtmerries, omdat zijn moeder hem verlaten had, met de koffer in de hand weggelopen is.
Marcus erft het huis en meer dan een miljoen gulden, maar ook allerlei brieven. Het dagboekje van zijn vader neemt hem zo in beslag dat hij niet meer kan werken. Hij verwijt zichzelf dat hij met zijn vader niet meer over het verleden heeft gesproken. Marcus ontrafelt zijn familiegeschiedenis. Herinneringen aan vroeger moeten heel anders geduid worden. Marcus valt van de ene verbazing in de andere valt. Soms is het wat te toevallig, zoals de ontmoeting bij de zoektocht naar de plek waar zijn oma gewoond zou hebben.
Doorlopend speelt de zin die Marcus’ vader steeds uitsprak: “Je krijgt meer spijt van wat je niet gedaan hebt, dan van wat je wel doet. Ik kan het weten.” Marcus past dat op zichzelf toe, wil zijn leven weer oppakken, wil kiezen voor zijn gezin, maar wordt steeds in zijn pogingen gefrustreerd. Hij voelt zich verraden, ook door zijn echtgenote Lisanne, en vraagt zich af wat het leven nog voor zin heeft. De ontknoping van Krassels ontroert.
De achtergrond van de auteur (bedrijfsarts, coach) zie je wel terug in de roman. Het zoeken naar wie je bent, veerkracht tonen, het leven weer durven oppikken, keuzes maken, je verhaal durven te vertellen.
De roman - je kunt spreken van een ontwikkelingsroman/psychologiche roman - bestaat uit vier delen, die ieder een fase in het proces markeren dat het hoofdpersonage doormaakt om tot ‘inzicht’ te komen. Ieder deel begint met hoofdstukje over wat Marcus op Walcheren overkomt bij Hendrik en Helena Tavenier. Vandaar uit wordt het verhaal verder ingevuld met wat zich in de maanden ervoor heeft afgespeeld. In totaal beslaat de roman een periode van zo’n zeven maanden. Govaarts is er in geslaagd om belangrijkste personages een ziel te geven. Ieder personage is op zijn/haar manier getekend door het leven, ingekleurd door het verleden.
Steeds is spanning voelbaar, maar er is ook ruimte voor humor.
Er zijn heel wat parallellen tussen de personages te ontdekken: de onzekerheid bij Hans, Marcus en diens zoon Luuk. Alle drie hebben ze een bepaald onvermogen: Hans heeft een geheim dat hij niet durft te vertellen, Marcus ziet zijn leven uiteenvallen (prachtige gesymboliseerd door de ziekte waarbij hij langzamerhand zijn haar over zijn hele lichaam verliest), Luuk wordt gepest op school en begint daardoor te stotteren (maar slaagt erin dit te overwinnen).
De auteur heeft met veel gevoel voor het detail geschreven. Een prachtig voorbeeld daarbij is wat er zich bij de woning van de Taveniers afspeelt. In de tuin worden de bomen gerooid. Dat moet want er is schimmel geconstateerd. “Als je dat niet totaal verwijderd, woekert het voort en valt de boom bij het kleinste briesje op je dag”. En in het slothoofdstuk zegt Hendrik dat je bij het rooien de wortels eruit moet halen. Dat is het zwaarste werk. Een schitterende metafoor die aangeeft welke zoektocht Marcus doormaakt.
En deze zin blijft je bij:
“Een vlieger inde lucht houden is net het leven. Met de juiste tegenwind kom je tot hoogte, haal je capriolen uit, naar links, naar rechts, oei, bijna op de grond en dan weer de lucht in, het komt goed, als je maar verbonden blijft door het touwtje, verbonden met degene op de grond.”
4
3
Reageer op deze recensie