Poëzie die je kan raken, maar die ook schuurt
De dichtbundel Melk en Honing van Rupi Kaur (1992) is wereldwijd een succes met een verkoop van enkele miljoenen exemplaren. De bundel is nu met veel gevoel in het Nederlands vertaald door Anke ten Doesschate. Dat moet niet zo eenvoudig geweest zijn, omdat de taal die Rupi Kaur gebruikt heel kaal is, zonder bloemrijke metaforen. Bovendien moeten de verbeelding en gedachten die de dichteres beoogt intact blijven. De vormgeving van de bundel is bijzonder. Rupi Kaur heeft in heldere lijnen mooie tekeningen gemaakt die een verdieping aan haar gedichten geven.
Rupi Kaur is in de Punjab, India, geboren. Ze is een ‘Sikh-vrouw’. Achter hun naam zetten zij Kaur (en dat betekent Prinses). In het verleden werden vrouwen in India gediscrimineerd. In een van de gedichten in haar bundel schrijft de auteur over zichzelf als Sikh:
de naam kaur
maakt mij tot een vrije vrouw
haalt de ketenen weg
die me willen boeien
tilt me op
doet me beseffen dat ik de gelijke ben
van elke man
al schreeuwt de wereld me toe
dat dat niet zo is
De titel van de bundel is Melk en honing. India werd vroeger wel het land van melk en honing (een land van overvloed) genoemd. In de Joodse traditie verwijst ‘melk en honing’ ook naar de bevrijding van het Joodse volk van de onderdrukking door Egypte. Die associatie kan men ook hebben bij de bevrijding die Rupi Kaur in bovenstaand citaat ervaart. Melk en honing hebben ook een helende functie, zorgen ervoor dat lichamelijke en geestelijke pijn verzacht worden.
De bundel bestaat uit vier grote delen met vier verschijningsvormen van liefde als onderwerp: het lijden, het liefhebben, het breken en het helen. De gedichten in ‘het lijden’ gaan veelal over wat je als meisje, vrouw doormaakt. Eigenlijk ben je op zoek naar geborgenheid, warmte, liefde. Maar de ‘zoete dromen’ worden niet altijd werkelijkheid. Misbruik, angst, verkrachting, kleineren, onderdrukking, onmacht zorgen ervoor dat je lijdt. Misbruik kan je ongelofelijk diep raken. Lijden doe je vaak vanbinnen:
ik ben niets
ik ben niets
ik ben niets
zo vaak
totdat je alleen kunt afleiden
dat je nog leeft door het
op en neer gaan je borst
Heel anders van karakter is het tweede deel waarin ‘het liefhebben’ vooral handelt over de positieve kracht van de liefde, over het mooie, romantische: over het mooie van seks, over vertrouwen in elkaar hebben. Soms zijn de gedichten wel erg zoet:
je ziet eruit alsof je ruikt
naar honing en geen pijn
mag ik daar een hapje van
Maar na de eerste verliefdheid komen er ook barstjes in de relatie, ontstaat ruzie, is er wantrouwen, vrees dat er een ander in het spel is. Hoe maak je het dan goed?
Op bijna therapeutische wijze schrijft Rupi Kaur in het derde deel, ‘het breken’, het verbreken van relaties van zich af met zinnen als: ‘de vrouw die na mij komt zal een goedkope versie van mij zijn’ en
het doet vast pijn
de wetenschap dat ik
je mooiste ben
In het laatste deel, ‘het helen,’ staan de rijpste gedichten. De gedichten zijn meer gedachten:
jou verliezen
was
mezelf worden
Feminisme, acceptatie over hoe je eruitziet, eenzaamheid, anderen helpen komen hier aan de orde. Het gaat in deze gedichten met name over datgene wat het persoonlijke overstijgt:
natuurlijk wil ik succesvol zijn
maar ik jaag succes niet voor mezelf na
ik moet succesvol zijn
om genoeg melk en honing te vergaren
om mijn naasten te helpen
ook te welslagen
Kaurs poëzie is toegankelijk en zal eerder een jong publiek aanspreken. Geen abstracte taal, maar juist heel dichtbij en concreet. Emoties en gevoelens worden in korte gedichten, zonder interpunctie verwoord. Rupi Kaur was eenentwintig jaar toen ze de bundel schreef. De bundel zal vooral onder jongeren populair zijn omdat de dichteres hun taal spreekt.
Reageer op deze recensie