Wat zit er achter het masker van Jona Van Rein?
‘In ieder goed mens woont een god, waarvan wij de aard niet kennen’ (Seneca), staat in de opdracht vooraan in het boek Ninja Nero van de Vlaamse schrijver Bart Koubaa (1968).
Maar wie is nou die god die huist in Jona Van Rein? Vanuit het perspectief van Jona wordt diens zoektocht door het leven beschreven. De auteur heeft zich goed ingeleefd in de verschillende levensfases van zijn hoofdpersoon.
Jona’s moeder is met een vriend naar Amerika vertrokken, zijn vader koestert wrok tegen haar. Als er zich maar iets van geluk aandient reageert hij zich steevast met een pak slaag af op Jona. Die holt dan voor beschutting naar een bunker vlakbij in het bos.
Niets lijkt Jona te lukken. Op de kermis probeert hij met een grijpmachine vruchteloos een 'vrijheidsbeeldje' binnen te halen. Dat beeldje 'Liberty' is het symbool voor de vrijheid die hij zoekt. Op een aantal momenten komt dit 'beeld' terug: als hij in Amerika het Vrijheidsbeeld ziet, als hij een 'relatie' met de prostituee Liberty krijgt. Jona zoekt aandacht en geborgenheid, wil het geluk grijpen. Hij wordt verliefd op zijn juffrouw biologie. Ze heeft aandacht voor hem, maar is natuurlijk niet verliefd op hem. En als ze met haar vriend de wereld in trekt blijft Jona teleurgesteld achter.
Van Overbeecke, een leraar klassieke talen, wordt Jona's nieuwe klassenleraar. Hij betoogt dat het beeld dat iedereen van de (klassieke) wereld heeft niet altijd klopt. Zo vertelt hij dat keizer Nero niet populair was, maar wel zijn paleizen openstelde voor daklozen en voedsel liet uitdelen. Van Overbeecke beweert dat het niet Nero was die Rome in brand gestoken heeft, maar de christenen. De elite heeft hem na zijn dood een masker opgeplakt.
Als dertienjarige steekt Jona, met het beeld van Nero in gedachten, zijn ouderlijk huis in brand in de hoop zijn ouders weer bij zich te krijgen. Zwaargewond wordt hij door zijn vader, die brandweercommandant is, uit het pand gehaald. Zijn moeder komt over en leest aan het ziekenhuisbed Jona voor uit Michael Strogoff van Jules Verne. Ogenschijnlijk zomaar een boek. Net zoals Jona een moeilijke opdracht heeft in het leven, heeft Strogoff dat als koerier van de tsaar ook. Ze moeten sterk en onverschrokken zijn om hun doel te bereiken. Dit soort verbindingen legt Koubaa in het hele boek. Dat maakt het boek zo rijk.
Jona is zo verbrand dat hij een deel van zijn gezicht moet bedekken met een masker. Een groot verschil met het engelengezicht dat hij voorheen had.
"Mijn persoonlijkheid wordt dus bepaald door wat de omgeving van mij ziet, maar mijn ziel is onzichtbaar."
Het Latijnse woord 'persona' betekent naast 'persoonlijkheid' ook 'masker'.
Als Jona terugkeert op school zegt Van Overbeecke dat Jona er met dat masker als een ninja uitziet en hij koppelt het aan Nero: Ninja Nero. Nero nam als wagenmenner deel aan de Olympische spelen. Dat biedt Jona het uitzicht op nieuwe uitdagingen. Hij gaat zijn grenzen verleggen. Hij gaat in militaire dienst, gaat rechten studeren in Gent en komt uiteindelijk in aanraking met Mevrouw Willems, een atletiekcoach. Hij heeft altijd moeten rennen op zoek naar de veiligheid. Op de Olympische Spelen van Atlanta wint hij op de 800 meter de zilveren medaille en constateert:
"Er is geen weg naar geluk, geluk is de weg, de reis is belangrijker dan je bestemming."
Je zou Ninja Nero als een ontwikkelingsroman kunnen zien. De filosofische bespiegelingen leiden er wel toe dat de spanning die vooral in het begin aanwezig is wat wegzakt. Interessant zijn passages over de doodstraf, het verschil tussen een misdadiger in oorlogstijd en in vredestijd. Mooi hoe Koubaa ook de races van de 800 meter in Atalanta gebruikt. De nationaliteiten van de deelnemers, de tijden, de plek die ze behalen: het klopt allemaal, behalve dan dat de naam Jona Van Rein niet voorkomt op de uitslagenlijst.
Als Jona in aanmerking komt voor een gezicht transplantatie weigert hij.
"Je heb je masker nu eenmaal aanvaard, dus moet je ook je rol spelen."
Reageer op deze recensie