Onder het ijs ligt veel verborgen
“Niemand sterft ooit maar één keer. Twee keer is toch wel het minimum. De eerste keer sterft alleen het lichaam. Sowieso ben je pas echt dood als niemand meer aan je denkt. En waar ben je in de tussentijd?”
Dit vraagt Bas Fretz, een eenentwintigjarige studente die meegaat op een wetenschappelijke missie naar de Noordpool, zich af. Op die missie, die in 2004 ook echt plaatsvond, gaan internationaal bekende wetenschapers mee. Een deel van hen onderzoekt de klimaatverandering, een ander deel is benieuwd of er olie gevonden kan worden.
Onder het ijs is geïnspireerd op deze missie. Het is de debuutroman van Ellen de Bruin, die vooral over wetenschap, psychologie en menselijk gedrag schrijft. Ze combineert deze drie elementen in deze boeiende, meeslepende, vlotlezende roman. Er ligt heel veel ‘onder het ijs’ verborgen: wetenschappelijk onderzoek, de hiërarchie in de wetenschap én de ontluistering ervan, verliefdheid, rouwverwerking, macht versus onmacht, machocultuur, het zoeken naar wie je zelf bent. De roman wordt nergens zwaar. Ellen de Bruin schrijft licht, subtiel, stelt terloops dingen aan de orde. De spanning wordt langzaam opgevoerd. Relativerende humor is een belangrijk onderdeel in het boek. Het is een boek dat tintelt.
“Ze gaan het noordpoolgebied van ‘ongerept gebied’ tot… gerept gebied maken. Misschien heeft het wel dezelfde taalkundige oorsprong als het Engelse rape, verkrachten.”
Bas gaat mee op de expeditie in de plaats van haar hoogleraar Reinier van Wichteren. Hij is tragisch om het leven gekomen en Bas was verliefd op hem. Zij maakt als het ware zijn missie af. Reinier doet onderzoek naar dinoflagellaten, fossiele algen. Als die in de bodem van de Noordpool gevonden zouden worden dan betekent het dat er ooit een subtropisch klimaat was. Het zou een verklaring kunnen zijn voor de klimaatverandering. Ze zoekt haar plekje tussen luidruchtige Amerikanen die praten in citaten uit films, een brallende pr-man, een bekend ijsberenonderzoeker en Karen Bishop, die de belangrijkste expert van de dinoflagellaten is en, dat denkt Bas, ‘the other woman’ in het leven van Reinier was. En Bas? “Ze is nul, niks, helemaal niets” en wordt als een laboratoriumassistente aan het werk gezet. In eenzelfde rol zit een Japanse medewerker die door Bas TDK (het merk van een cassettebandje) genoemd wordt. TDK noemt haar Bas F (BASF is ook een cassettemerk). Er ontstaat tussen hen een ‘briefjes’wisseling.
Steeds moet Bas maar aan Reinier denken, ze ziet hem overal terug. Als de boringen in de zeebodem beginnen blijkt dat het gebruikte materiaal niet in orde is. Bas redt de expeditie door iets te bedenken dat het bevriezen van onderdelen van de boorkoppen voorkomt. Dan komt uit een boorsel diep uit de zeebodem haar eigen grote ontdekking. “Wetenschap is immers wachten.”
Het boek is te lezen als een queeste en lijkt daarin op Nooit meer slapen van W.F. Hermans. Daarin onderneemt Alfred Issendorf in Finnmark een wetenschappelijke tocht voor zijn promotieonderzoek, op zoek naar een meteoriet. Hij wil de theorie van zijn hoogleraar Sibbelee bewijzen en daardoor naam maken in de wetenschap en zo tevens zijn vader rehabiliteren die bij een expeditie is omgekomen. Je kunt beide romans op meerdere manieren lezen: als een verslag van een expeditie, als het verhaal van iemand die zijn vader/haar hoogleraar wil overtreffen en als een queeste naar een geheimzinnig en kostbaar voorwerp (een meteoriet - het bewijs van de klimaatverandering).
Bas ontdekt ook steeds meer over wat haar persoonlijk zo bezighoudt, Reinier. Ze stuit daarbij op dingen die ze niet had kunnen voorzien.
“Liefde is gewoon wetenschap. Je wordt verliefd op het idee dat je van iemand hebt, of het idee dat je van jou en samen hebt. Daarna moet je kijken hoeveel daarvan klopt.”
Na negenveertig dagen eindigt de missie en kan ze aan een volgend leven beginnen. En dat is precies de duur van de ‘tussentijd’ zoals de boeddhisten aannemen.
Er gaat dus heel wat schuil 'Onder het ijs'.
Reageer op deze recensie