Lezersrecensie
Wat een heerlijke afdronk
In een tijd dat men kan genieten van High Beer, restaurants met bier prachtige gerechten weten te bereiden en de bierkaart geïntroduceerd hebben, het aantal artisanale brouwerijen enorm is toegenomen is er nu ‘Op de fles’, een boek met aromaexplosies en een heerlijke afdronk. Joost Houtman (copy- en ghostwriter) en Luc De Raedemaeker (biersommelier) schreven een boek over bieretiketten en de verhalen erachter en lieten experts aan het woord. In de inleiding wordt het al gezegd: brouwers houden de mythen en verhalen levend. Maar het gaat ook over smaken, marketing, geschiedenis.
“Storytelling zorgt voor succes,” schrijven de auteurs. De bierproducent moet de juiste toon vinden om zijn doelgroep te bereiken. Hij moet zich onderscheiden, marketing alleen is niet voldoende: het bier moet goed zijn. Bier is in Mesopotamië ontstaan. Achtduizend jaar voor Christus bakten de Sumeriërs een soort brood dat ze verkruimelden in water en lieten gisten. Op 1 januari 1876 werd het allereerste Britse merk officieel geregistreerd: een rode driehoek op de ‘Bass Traingle’. Die driehoek is te zien op veertig tekeningen van Picasso, op ‘Un bar au Follies Bergère’, een schilderij van Manet. Pas in 1999 komen er in België wettelijke eisen aan de etikettering. Opvallend is dat de brouwerij die het bier produceert niet op het etiket moet, maar wel de naam van de producent (de verpakker of de verkoper).
Het boek is verdeeld in twee grote delen. In ‘Uit de biecht’ gaat het over verhalen uit de christelijke traditie of verhalen die daar een link mee hebben. In ‘Uit de kunst…en uit de duim’ komen iconische verhalen, mythen, legenden én het artistieke aspect van de etiketten aan bod. Achterin staat een ‘Vocabularium Delirium’, handig als je wilt weten was ‘maischen’ of ‘gruit’ is.
Je realiseert je dat achter ieder etiket een idee zit en dat vaak de lokale brouwer ervoor zorgt dat verhalen, personen, gebeurtenissen levend blijven. Johan Van Dyck, in 2010 marketeer van het jaar, en nu zelf brouwer vertelt waarom het door zijn brouwerij gebrouwen Antwerpse ‘Seefbier’ succesvol werd. Seefbier werd in het verleden door meer dan honderd brouwerijen gebrouwen, maar raakte in de vergetelheid. Hij herontdekte het bier en bracht het op de markt. “Je merk is je identiteit”, zegt hij. Het etiket verwijst naar het verleden en straalt een nostalgische gevoel uit. Seefman is de figuur die op al zijn bieren op het etiket prijkt: hij kijkt je aan, trekt je aandacht.
Houtman en De Raedemaeker nemen de lezers mee op een prachtige ontdekkingstocht. De prachtigste verhalen passeren de revue. Zoals het etiket met een abrikoos van brouwerij Cantillon. Het bier heet ‘Fou’ Foune’, het Frans woord voor vagina. Je moet maar durven. Ook het ‘Verboden Vrucht’-etiket komt aan bod: het schilderij van Rubens (Adam en Eva in het Paradijs), waarbij de appel door een glas bier vervangen is. Op de Amerikaanse markt werd het bier vanwege de afbeelding geweigerd. Dat het een schilderij van Rubens was deed niet terzake. Pikant, actueel is het etiket van ‘Cuvee Delphine’ van de Struise Brouwers uit Oostvleteren. Het bier is genoemd naar Delphine Boël, de (waarschijnlijk) onwettige dochter van koning Albert II. Delphine is kunstenares en ontwierp het etiket met daarop de Belgische vlag en de tekst ‘Truth can set free’!
‘Malle Babbe’, het bier van Jopen uit Haarlem. Malle Babbe, bezongen door Rob de Nijs en Boudewijn de Groot, wordt in een historische context geplaatst. Dit bier zou ‘afrodiserende krachten bezitten.’ De auteurs kunnen dat effect vooralsnog niet bevestigen.
Het artistieke van de etiketten krijgt ook de nodige aandacht. Soms is dat grappig: het roze olifantje van ‘Delirium Tremens’ was het ontwerp van een student die daarvoor twee bakken bier kreeg. Over de nieuwe styling van de etiketten van Westmalle en La Trappe werd langer gedaan. Natuurlijk kan het etiket van Heineken niet ontbreken. De auteurs noemen Freddy Heineken een marketinggenie. “Ik verkoop geen bier, ik verkoop warmte,” zei hij ooit. Het groen op het etiket staat voor gezondheid, vitaliteit, de ster was een middeleeuws symbool om boze geesten buiten de deur te houden. En dan is er nog de ‘e’. Misschien hebt u er nog nooit zo op gelet, maar de ‘e’ moest er uitzien als een lachende ‘e’. Want van bier word je wel vrolijk.
De schrijvers weten knap allerlei verbindingen te leggen: de geschiedenis van de brouwerij, de smaken, de etiketten en de daaraan verbonden historie, de compositie van de etiketten, de vorm, maar ook de relatie tussen de kleur van het bier en het etiket. En ze hebben een ongelofelijk gevoel voor het detail. Wilt u weten waarom de laatste letter van Jupiler een ‘r’ is, waarom er een vis en een ring op het etiket van Orval staan, wat de reden van de letter D onder in het glas van Duvel is? Ontdek het in dit boek. Het is de auteurs vergeven dat er soms wat herhalingen in zitten en ze het zetduiveltje niet meer zagen zitten. Je schrijft sexisme en paddestoelen echt anders. En AGF Arhus is geen Zweedse, maar een Deense voetbalploeg. Dat krijg je ervan als je zoveel moet proeven.
Op de fles is een heerlijk, mooi geïllustreerd, sappig geschreven, rijk boek voor de fijnproever en smaakt naar meer.
“Storytelling zorgt voor succes,” schrijven de auteurs. De bierproducent moet de juiste toon vinden om zijn doelgroep te bereiken. Hij moet zich onderscheiden, marketing alleen is niet voldoende: het bier moet goed zijn. Bier is in Mesopotamië ontstaan. Achtduizend jaar voor Christus bakten de Sumeriërs een soort brood dat ze verkruimelden in water en lieten gisten. Op 1 januari 1876 werd het allereerste Britse merk officieel geregistreerd: een rode driehoek op de ‘Bass Traingle’. Die driehoek is te zien op veertig tekeningen van Picasso, op ‘Un bar au Follies Bergère’, een schilderij van Manet. Pas in 1999 komen er in België wettelijke eisen aan de etikettering. Opvallend is dat de brouwerij die het bier produceert niet op het etiket moet, maar wel de naam van de producent (de verpakker of de verkoper).
Het boek is verdeeld in twee grote delen. In ‘Uit de biecht’ gaat het over verhalen uit de christelijke traditie of verhalen die daar een link mee hebben. In ‘Uit de kunst…en uit de duim’ komen iconische verhalen, mythen, legenden én het artistieke aspect van de etiketten aan bod. Achterin staat een ‘Vocabularium Delirium’, handig als je wilt weten was ‘maischen’ of ‘gruit’ is.
Je realiseert je dat achter ieder etiket een idee zit en dat vaak de lokale brouwer ervoor zorgt dat verhalen, personen, gebeurtenissen levend blijven. Johan Van Dyck, in 2010 marketeer van het jaar, en nu zelf brouwer vertelt waarom het door zijn brouwerij gebrouwen Antwerpse ‘Seefbier’ succesvol werd. Seefbier werd in het verleden door meer dan honderd brouwerijen gebrouwen, maar raakte in de vergetelheid. Hij herontdekte het bier en bracht het op de markt. “Je merk is je identiteit”, zegt hij. Het etiket verwijst naar het verleden en straalt een nostalgische gevoel uit. Seefman is de figuur die op al zijn bieren op het etiket prijkt: hij kijkt je aan, trekt je aandacht.
Houtman en De Raedemaeker nemen de lezers mee op een prachtige ontdekkingstocht. De prachtigste verhalen passeren de revue. Zoals het etiket met een abrikoos van brouwerij Cantillon. Het bier heet ‘Fou’ Foune’, het Frans woord voor vagina. Je moet maar durven. Ook het ‘Verboden Vrucht’-etiket komt aan bod: het schilderij van Rubens (Adam en Eva in het Paradijs), waarbij de appel door een glas bier vervangen is. Op de Amerikaanse markt werd het bier vanwege de afbeelding geweigerd. Dat het een schilderij van Rubens was deed niet terzake. Pikant, actueel is het etiket van ‘Cuvee Delphine’ van de Struise Brouwers uit Oostvleteren. Het bier is genoemd naar Delphine Boël, de (waarschijnlijk) onwettige dochter van koning Albert II. Delphine is kunstenares en ontwierp het etiket met daarop de Belgische vlag en de tekst ‘Truth can set free’!
‘Malle Babbe’, het bier van Jopen uit Haarlem. Malle Babbe, bezongen door Rob de Nijs en Boudewijn de Groot, wordt in een historische context geplaatst. Dit bier zou ‘afrodiserende krachten bezitten.’ De auteurs kunnen dat effect vooralsnog niet bevestigen.
Het artistieke van de etiketten krijgt ook de nodige aandacht. Soms is dat grappig: het roze olifantje van ‘Delirium Tremens’ was het ontwerp van een student die daarvoor twee bakken bier kreeg. Over de nieuwe styling van de etiketten van Westmalle en La Trappe werd langer gedaan. Natuurlijk kan het etiket van Heineken niet ontbreken. De auteurs noemen Freddy Heineken een marketinggenie. “Ik verkoop geen bier, ik verkoop warmte,” zei hij ooit. Het groen op het etiket staat voor gezondheid, vitaliteit, de ster was een middeleeuws symbool om boze geesten buiten de deur te houden. En dan is er nog de ‘e’. Misschien hebt u er nog nooit zo op gelet, maar de ‘e’ moest er uitzien als een lachende ‘e’. Want van bier word je wel vrolijk.
De schrijvers weten knap allerlei verbindingen te leggen: de geschiedenis van de brouwerij, de smaken, de etiketten en de daaraan verbonden historie, de compositie van de etiketten, de vorm, maar ook de relatie tussen de kleur van het bier en het etiket. En ze hebben een ongelofelijk gevoel voor het detail. Wilt u weten waarom de laatste letter van Jupiler een ‘r’ is, waarom er een vis en een ring op het etiket van Orval staan, wat de reden van de letter D onder in het glas van Duvel is? Ontdek het in dit boek. Het is de auteurs vergeven dat er soms wat herhalingen in zitten en ze het zetduiveltje niet meer zagen zitten. Je schrijft sexisme en paddestoelen echt anders. En AGF Arhus is geen Zweedse, maar een Deense voetbalploeg. Dat krijg je ervan als je zoveel moet proeven.
Op de fles is een heerlijk, mooi geïllustreerd, sappig geschreven, rijk boek voor de fijnproever en smaakt naar meer.
1
Reageer op deze recensie