Lezersrecensie
Ga je mee op avontuur met Pimmetje Pinguïn?
De Gruffalo is het populaire kinderboek van Julia Donaldson en illustrator Axel Scheffler. Het boek met het goedaardige monster met zijn oranje ogen, zijn zwarte tong en de groene wrat op het puntje van zijn neus was en is een bestseller. Het verscheen al in 1999 en werd zelfs verfilmd. Dave von Raven (bekend van The Kik) maakte er zelfs een Rotterdamse versie van, De Gruffaloot, maar er verschenen ook veel andere versies in het dialect.
Het geheim van het succes van dit boek: is de synergie tussen het originele verhaal en de illustraties waar veel op te ontdekken valt. Het verhaal wordt vertaald in de rijmvorm (aabb) en door de herhalingen in de tekst onthoud je het verhaal beter. Gaat Pimmetje Pinguïn het nieuwe boek van Donaldson en Scheffler ook zo’n succes worden? Dit boek is spannend, afwisselend, zowel in tekst als in illustratie.
Waar liggen mijn roots?
Pimmetje woont in Blijdorp en heeft het er naar zijn zin. Hij is een ezelspinguïn. Dat is een middelgrote pinguïn die je herkent aan de witte streep die over de top van zijn kop loopt en zijn geluid dat lijkt op het geluid van een ezel. Zijn tantes vertellen hem over zijn roots, het ijs en de Zuidpool. Hij droomt ervan om daar zijn familie op te gaan zoeken. Door een gat in het hek weet hij te ontsnappen en gaat richting de Zuidpool. Hij neemt echter de verkeerde afslag. Je bent een ezelspinguïn of niet, nietwaar? Hij komt op de Noordpool aan en daar ziet hij natuurlijk geen familieleden. Die komen daar namelijk niet voor. Zal Pimmetje zijn familie ooit zien? Hoe moet hij op de Zuidpool komen? Is er hulp? Gaat hij het redden? Een Noordse stern biedt uitkomst en Pimmetje zwemt nu de goede richting uit. Een ezelspinguïn is de snelst zwemmende pinguïn. Goed gekozen hoofdpersonage dus. Mooi om te zien hoe de subtropen en de tropen in een enkele zin genoemd worden: “Het water werd warmer en warmer, de lucht voelde lauw.’’
Rijm en humor
Ook in dit boek speelt rijm een belangrijke rol. De vertaling van het Engelstalige boek is van de hand van Bette Westera en die schrijft lekker lopende zinnen, zonder rijmdwang (niet overal heeft het verhaal de aabb-vorm) en in een lekker ritme. Spelenderwijs kom je heel wat te weten over het leven in de zee: “Hij zwom een week, en nog een week. / Hij at makrelen, krill. Garnalen, kwal en kabeljauw. / Toen werd het water kil.” De expressieve tekening die Scheffler er bij maakte past overigens niet precies bij de tekst. Leuk om de kinderen dat te laten ontdekken. Er is een inktvis te zien, maar geen makreel. De kinderen zien wat krill is en het helder blauw van de zee voelt inderdaad koud aan. Op de tekeningen valt veel te ontdekken, zoals een jonge keizerspinguïn die zich tussen de poten en onder de vacht van zijn moeder verbergt, het voeren van de pinguïns in de dierentuin, het noorderlicht, het dooien van het ijs, de verschillende biodiversiteit tussen Noord- en Zuidpool.
Het verhaal is chronologisch van opbouw en bevat herhalingen. Zo komt Pimmetje op zijn reis steeds andere personages tegen. En Donaldson heeft ook humor in het verhaal gestopt. Zo “waggelde hij de hele dag / en vroeg aan wie hij ook maar zag:/ “Ik zoek de Pool, weet u misschien…”// “Nee kereltje, geen Pool gezien. / Ik ben een Noor.”//. De eenzaamheid die Pimmetje voelt als hij alleen op de Noordpool rondloopt is mooi verbeeld. Je ziet hem voorover gebogen lopen, snaveltje naar beneden in een verlaten landschap met een striemende sneeuwbui. “Zijn poten werden klompjes ijs, zijn vinnetjes bevroren.”
Verwerkingsmogelijkheden
Achterin het boek vind je achtergrondinformatie over de verschillende soorten pinguïns die er zij, over de noordse stern en natuurlijk over het leven van de ezelspinguïn. Het is een boek dat uitnodigt tot herlezen en door de lekker grote illustraties is het een ideaal boek om klassikaal te presenteren en erover te spreken met kinderen. En dat hoeft niet alleen over dieren te gaan, maar ook over verdwaald zijn, op reis gaan, je eenzaam voelen, familie, geborgenheid, vriendschap, elkaar helpen, ja zelfs over migratie. Dat zijn allemaal thema’s die versluierd in het boek aan de orde komen en het verhaal zo rijk maken. Pimmetje kijkt je aan op de cover. Ga je mee op ontdekkingstocht?
Ik ben benieuwd of Dave von Raven ook hier een Rotterdamse versie van gaat maken. Dit verhaal begint namelijk in Blijdorp.
Het geheim van het succes van dit boek: is de synergie tussen het originele verhaal en de illustraties waar veel op te ontdekken valt. Het verhaal wordt vertaald in de rijmvorm (aabb) en door de herhalingen in de tekst onthoud je het verhaal beter. Gaat Pimmetje Pinguïn het nieuwe boek van Donaldson en Scheffler ook zo’n succes worden? Dit boek is spannend, afwisselend, zowel in tekst als in illustratie.
Waar liggen mijn roots?
Pimmetje woont in Blijdorp en heeft het er naar zijn zin. Hij is een ezelspinguïn. Dat is een middelgrote pinguïn die je herkent aan de witte streep die over de top van zijn kop loopt en zijn geluid dat lijkt op het geluid van een ezel. Zijn tantes vertellen hem over zijn roots, het ijs en de Zuidpool. Hij droomt ervan om daar zijn familie op te gaan zoeken. Door een gat in het hek weet hij te ontsnappen en gaat richting de Zuidpool. Hij neemt echter de verkeerde afslag. Je bent een ezelspinguïn of niet, nietwaar? Hij komt op de Noordpool aan en daar ziet hij natuurlijk geen familieleden. Die komen daar namelijk niet voor. Zal Pimmetje zijn familie ooit zien? Hoe moet hij op de Zuidpool komen? Is er hulp? Gaat hij het redden? Een Noordse stern biedt uitkomst en Pimmetje zwemt nu de goede richting uit. Een ezelspinguïn is de snelst zwemmende pinguïn. Goed gekozen hoofdpersonage dus. Mooi om te zien hoe de subtropen en de tropen in een enkele zin genoemd worden: “Het water werd warmer en warmer, de lucht voelde lauw.’’
Rijm en humor
Ook in dit boek speelt rijm een belangrijke rol. De vertaling van het Engelstalige boek is van de hand van Bette Westera en die schrijft lekker lopende zinnen, zonder rijmdwang (niet overal heeft het verhaal de aabb-vorm) en in een lekker ritme. Spelenderwijs kom je heel wat te weten over het leven in de zee: “Hij zwom een week, en nog een week. / Hij at makrelen, krill. Garnalen, kwal en kabeljauw. / Toen werd het water kil.” De expressieve tekening die Scheffler er bij maakte past overigens niet precies bij de tekst. Leuk om de kinderen dat te laten ontdekken. Er is een inktvis te zien, maar geen makreel. De kinderen zien wat krill is en het helder blauw van de zee voelt inderdaad koud aan. Op de tekeningen valt veel te ontdekken, zoals een jonge keizerspinguïn die zich tussen de poten en onder de vacht van zijn moeder verbergt, het voeren van de pinguïns in de dierentuin, het noorderlicht, het dooien van het ijs, de verschillende biodiversiteit tussen Noord- en Zuidpool.
Het verhaal is chronologisch van opbouw en bevat herhalingen. Zo komt Pimmetje op zijn reis steeds andere personages tegen. En Donaldson heeft ook humor in het verhaal gestopt. Zo “waggelde hij de hele dag / en vroeg aan wie hij ook maar zag:/ “Ik zoek de Pool, weet u misschien…”// “Nee kereltje, geen Pool gezien. / Ik ben een Noor.”//. De eenzaamheid die Pimmetje voelt als hij alleen op de Noordpool rondloopt is mooi verbeeld. Je ziet hem voorover gebogen lopen, snaveltje naar beneden in een verlaten landschap met een striemende sneeuwbui. “Zijn poten werden klompjes ijs, zijn vinnetjes bevroren.”
Verwerkingsmogelijkheden
Achterin het boek vind je achtergrondinformatie over de verschillende soorten pinguïns die er zij, over de noordse stern en natuurlijk over het leven van de ezelspinguïn. Het is een boek dat uitnodigt tot herlezen en door de lekker grote illustraties is het een ideaal boek om klassikaal te presenteren en erover te spreken met kinderen. En dat hoeft niet alleen over dieren te gaan, maar ook over verdwaald zijn, op reis gaan, je eenzaam voelen, familie, geborgenheid, vriendschap, elkaar helpen, ja zelfs over migratie. Dat zijn allemaal thema’s die versluierd in het boek aan de orde komen en het verhaal zo rijk maken. Pimmetje kijkt je aan op de cover. Ga je mee op ontdekkingstocht?
Ik ben benieuwd of Dave von Raven ook hier een Rotterdamse versie van gaat maken. Dit verhaal begint namelijk in Blijdorp.
1
Reageer op deze recensie