Kun je iemand vertrouwen?
Zaun heet het schilderij van Armando dat op de cover van Schipper & Zn., de debuutroman van Cobi van Baars (1976) prijkt. Zaun betekent ‘hekwerk’, ‘afrastering’, ‘omheining’. In het Duits is er de uitdrukking ‘über den Zaun klettern’. Dat betekent ‘over het hek klimmen.’ Armando is onder meer schrijver en beeldend kunstenaar. Cobi van Baars is ook zo’n dubbeltalent en studeerde af op de relatie tussen literatuur en beeldende kunst.
Emotie is een belangrijk aspect in het beeldende werk van de auteur, maar ook in haar schrijversdebuut. Met Schipper & Zn. ‘penseelt’ Van Baars trefzeker een prachtige roman. De cover dekt meteen de lading van het boek: blijven de personages opereren binnen hun eigen grenzen of ‘klimmen ze over het hek’? Het verhaal speelt zich af in een week in november. Iedere dag van die week krijgt een hoofdstuk.
Het is ‘vies weer’ en er moet een tuin aangelegd worden bij het nieuwe huis van Ad en Eef. Die woning wordt hun nieuwe omheinde stek. Schipper, een barse hovenier, moet die klus klaren. Hij vloekt, tiert, snauwt zijn bevelen, is kortaangebonden. Er moet gegraven worden, hekwerken moeten geplaatst worden, een haag geplant, een kippenhok gezet. Allemaal omheiningen. Zijn zoon, die net als hij Jan heet, is niet betrokken bij de aanleg. Hij is in beeld om het onderhoud van de tuin te doen. Ieder heeft dus zijn eigen terrein.
In de proloog beveelt Schipper sr. dat Eef (de opdrachtgeefster) altijd op het werk aanwezig moet zijn. Vanaf dat moment ontwikkelt zich een verhaal dat echt onder de huid gaat zitten, dat meeslepend is, dat innerlijke en onderlinge strijd laat zien. Centraal staat het contrast tussen vertrouwen en wantrouwen.
Schipper & Zn. leest als een spannend boek, maar is toch echt literatuur. Dat kun je zien aan de ontwikkeling van de hoofdpersonages, die worstelen met zichzelf. Het hoofdpersonage is Eef. Zij vertelt het verhaal. We komen er achter dat de relatie tussen Schipper en Zoon niet geweldig is, maar ook de verhouding tussen Ad en Eef kent de nodige spanningen. Ad zit als commando in het droge Afghanistan (contrast met het slechte weer in Nederland) en is ook daar verwikkeld in een strijd. Hij zit in een afgebakende compound (een Zaun). In de correspondentie tussen Ad en Eef ontstaat verwijdering. Dat heeft te maken met een gebeurtenis in hun relatie die het onderlinge vertrouwen geschaad heeft. Dat laat zich niet repareren met de koop van een nieuw huis en een mooie tuin. Eef laat zelfs gebroken grind met scherpe randjes op het tuinpad aanbrengen.
Eef probeert tijdens haar verblijf in de caravan, die op de plek staat waar de tuin aangelegd wordt, het probleem van zich af te schrijven in een verhaal over de broers Jesse en Klaas. In dat verhaal gaat het eveneens om vertrouwen en de strijd om wat ‘echt’ en ‘fake’ is in menselijke relaties. Dat verhaal krijgt een eigen dynamiek en raakt steeds meer vervlochten met wat Eef zelf doormaakt. Deze twee verhalenlijnen worden op een subtiele manier aan elkaar geknoopt en brengen een diepere laag aan in de roman.
De auteur schildert met woorden. Kort en bars zijn de zinnen die Vader Schipper uitspreekt. Dat contrasteert sterk met prachtige zinnen als “Zijn adem raakte mijn hals en leek via de col onder mijn trui te kruipen” die juist weer ruimte scheppen.
Cobi van Baars legt stap voor stap de onderlinge relaties bloot, waardoor ze de lezer in haar greep houdt. Vanaf dag twee voelt Eef zich tot Zoon Schipper aangetrokken en ontwikkelt zich een spel van afstoten (je kunt toch geen verraad plegen tegenover je vriend?) en aantrekken (Zoon Schipper is toch wel aantrekkelijk). Maakt Eef dezelfde ‘fout’ als Ad? Is de ander te vertrouwen of moet er wraak genomen worden? Hoe loopt het met Jesse en Klaas af? Je voelt dat er iets onverwachts gaat gebeuren.
Reageer op deze recensie