Lezersrecensie
Spiegeling van de tijd en de kracht van taal
Spiegelschriften is de tweede Nederlandstalige bundel van dichter, vertaler, muzikant, schrijver Scott Rollins (1952). Hij werd geboren in New York maar woont in Nederland sinds 1972. Hij begon in 1975 met het tijdschrift Dremples en was later uitgever van Bridges Books en het muzieklabel Otrabanda Records. Voor uitgeverij In de Knipscheer vertaalde hij ondermeer werk van Hugo Pos, Albert Helman, Eric de Brabander en Rob Verschuren. In 2001 gaf hij bij Uitgeverij In de Knipscheer de spoken word-cd (incl. booklet) After the Beeb uit. Grenstekens (2020) was zijn Nederlandstalige debuut als dichter.
Prozagedicht
Het woord spiegelschrift roept allerlei associaties op. Je schrijft de tekst zo op dat hij wanneer je hem in een spiegel bekijkt eruit ziet als een normale tekst. Niet alleen de volgorde van de letters wordt omgedraaid maar ook de letters zelf. De cover van Spiegelschriften laat dat zien. Maar Rollins spiegelt onze tijd in zijn korte verhalen, poëtische vertellingen of prozagedichten. Hij laat ons nadenken over onze wereld, schrijft dus bespiegelingen.
Voor mij zijn de ‘verhalen’ eerder prozagedichten. Er is geen rijmschema, er is geen regelmatige strofenbouw en de regellengte wisselt. Typografisch lijken de verhalen niet op gedichten. Aan de andere kant zit zijn proza dicht tegen de poëzie aan. Zijn metaforen zijn poëtisch. En in Onverzekerd bijvoorbeeld kom je alliteratie tegen: “Sneeuw valt in de dakgoot en laat hem verder slapen onder een deken van dwarrelend wit. […] De vlokken daarbuiten wervelen naar beneden als dons uit een dekbed.”
Het menselijk lot
De bundel is opgebouwd uit vier delen waarin de mens centraal staat: Spiegelschriften, Hoofdstad, Screenshots en Tijdcapsules. In het verhaal Breuklijnen in Klein-Azië zie je hoe Rollins met spiegeling omgaat. Een diepgelovige vader leeft met een trauma van een verwoestende aardbeving in Turkije: “De diepe rimpels in zijn voorhoofd werden veroorzaakt door het scheuren van onzichtbare tektonische platen, maar vooral door de seismische onrust na die noodlottige dag een halve generatie eerder toen twee van zijn eigen kinderen bedolven werden onder het puin van hun klaslokaal.”
Hij geeft zijn dochter weg ten huwelijk “precies op dezelfde breuklijn waar rouwdiensten indertijd massaal werden gehouden.” Een krachtig beeld. De dochter vertelt hoe haar vader vroeger was. Zijn geloof kwam mondjesmaat terug en zijn ogen glinsteren als hij zijn kleinzoon ziet dansen. Rollins boort in dit verhaal van een pagina lang een diepere laag aan die raakt aan het menselijk lot: “Had Allah het al zien aankomen?” en “Wat kon de reden zijn dat zoveel onschuldige kinderen zo jong naar de hemel waren teruggeroepen?” Die twijfel groeit vanuit een persoonlijk verhaal uit tot iets universeels.
Reflectie
Met name in het eerste deel staan sterke verhaalgedichten die uitnodigen tot reflectie over onze tijd. In Verhaal uit Pacific Rim speelt de auteur met het woord ‘koppensnellen’. Het hoofdpersonage werkte op een beurs, maar de leiding ontslaat hem. Hij moest “andermans futures verkopen” en was “altijd op zoek naar de zoveelste jonge hengst om een fortuin aan te verdienen.” Toen rolde zijn eigen kop, hij reist naar het verre oosten en komt terecht bij een afstammeling van echte koppensnellers. Door koppen te snellen dacht men ook de moed van de vijand over te nemen. Maar de maatschappij is daar ook veranderd. Ze moeten nu zelf de koppen boven water houden. “Het is nu ieder voor zich.”
Zingende taal
Rollins laat de taal zingen, schildert met woorden zoals de dichter dat doet. Zoals in Overdosis waarin één voor één Ravemen door zijn zintuigen wordt verlaten. Dit verhaal heeft duidelijk de vorm van een gedicht: “Te weinig licht aan het eind van te veel tunnels beroofde hem van zijn gezichtsvermogen. Te veel uren vastgeplakt aan beeldschermen en fruitmachines in gokpaleizen, snackbar flipperkasten en arcade videogames naaiden zijn vermogen de dingen nog helder te zien.” Dat knalt erin, nietwaar?
Kritisch
Rollins snijdt in Spiegelschriften allerlei thema’s aan. Zingeving stipte ik al aan. Het gaat ook over het zich alleen voelen, het zich machteloos voelen tegen de macht van de vooruitgang (in Subcutane Highway Blues 2061 gaat het over een chip die onderzoekers in de schedel aanbrengen opdat men beter kan communiceren. Het gaat ook over Big Brother is watching you, want de chip zorgt er ook voor dat de protagonist opgepakt wordt wegens verkeerd oversteken), over wat de tijd met je doet, de gekte van het leven. Rollins slaagt erin om in een kort verhaal een wereld op te roepen en nodigt je uit na te denken, te reflecteren over de wereld van vroeger, nu en de toekomst, na te denken over het botsen van verschillende wereldbeelden? In de drie andere delen werkt hij dat verder uit, lijkt het steeds persoonlijker te worden. Over wat een stad met je kan doen met zijn overdosis aan indrukken.
Denkpistes
In het derde deel van Spiegelschriften gaat het om screenshots van gebeurtenissen met als denkpistes: “wij logeren in de waan van de dag” (Hotel de Tijd), mensen die de gekste toeren uithalen om een selfie te maken, de “homo economicus” om af te sluiten met het deel Tijdcapsules. Zo’n capsule is gevuld met voorwerpen en informatie ten behoeve van de mensen in de toekomst. Zij kunnen zo een beeld krijgen van een bepaalde tijdsperiode.
En Rollins heeft de tijd en de wereld van nu indringend, maar ook vol humor beschreven. Rollins spiegelt ook zichzelf: “Er wordt beweerd dat schrijvers die klagen over een afnemend lezerspubliek zich niet genoeg aanpassen aan de tijdgeest. Er is een beweging die zegt dat schrijvers zich moeten toeleggen op kortere teksten die meer geschikt zijn voor onze persoonlijke apparaten.” Nou als dat op de Rollins-manier gaat, dan mag dat van mij!
—
Voor het eerst gepubliceerd op Boekenkrant.com
Leesadvies voor jongeren
Wil je eens kennismaken met prozagedichten dan is deze bundel een mooie kans.
Prozagedicht
Het woord spiegelschrift roept allerlei associaties op. Je schrijft de tekst zo op dat hij wanneer je hem in een spiegel bekijkt eruit ziet als een normale tekst. Niet alleen de volgorde van de letters wordt omgedraaid maar ook de letters zelf. De cover van Spiegelschriften laat dat zien. Maar Rollins spiegelt onze tijd in zijn korte verhalen, poëtische vertellingen of prozagedichten. Hij laat ons nadenken over onze wereld, schrijft dus bespiegelingen.
Voor mij zijn de ‘verhalen’ eerder prozagedichten. Er is geen rijmschema, er is geen regelmatige strofenbouw en de regellengte wisselt. Typografisch lijken de verhalen niet op gedichten. Aan de andere kant zit zijn proza dicht tegen de poëzie aan. Zijn metaforen zijn poëtisch. En in Onverzekerd bijvoorbeeld kom je alliteratie tegen: “Sneeuw valt in de dakgoot en laat hem verder slapen onder een deken van dwarrelend wit. […] De vlokken daarbuiten wervelen naar beneden als dons uit een dekbed.”
Het menselijk lot
De bundel is opgebouwd uit vier delen waarin de mens centraal staat: Spiegelschriften, Hoofdstad, Screenshots en Tijdcapsules. In het verhaal Breuklijnen in Klein-Azië zie je hoe Rollins met spiegeling omgaat. Een diepgelovige vader leeft met een trauma van een verwoestende aardbeving in Turkije: “De diepe rimpels in zijn voorhoofd werden veroorzaakt door het scheuren van onzichtbare tektonische platen, maar vooral door de seismische onrust na die noodlottige dag een halve generatie eerder toen twee van zijn eigen kinderen bedolven werden onder het puin van hun klaslokaal.”
Hij geeft zijn dochter weg ten huwelijk “precies op dezelfde breuklijn waar rouwdiensten indertijd massaal werden gehouden.” Een krachtig beeld. De dochter vertelt hoe haar vader vroeger was. Zijn geloof kwam mondjesmaat terug en zijn ogen glinsteren als hij zijn kleinzoon ziet dansen. Rollins boort in dit verhaal van een pagina lang een diepere laag aan die raakt aan het menselijk lot: “Had Allah het al zien aankomen?” en “Wat kon de reden zijn dat zoveel onschuldige kinderen zo jong naar de hemel waren teruggeroepen?” Die twijfel groeit vanuit een persoonlijk verhaal uit tot iets universeels.
Reflectie
Met name in het eerste deel staan sterke verhaalgedichten die uitnodigen tot reflectie over onze tijd. In Verhaal uit Pacific Rim speelt de auteur met het woord ‘koppensnellen’. Het hoofdpersonage werkte op een beurs, maar de leiding ontslaat hem. Hij moest “andermans futures verkopen” en was “altijd op zoek naar de zoveelste jonge hengst om een fortuin aan te verdienen.” Toen rolde zijn eigen kop, hij reist naar het verre oosten en komt terecht bij een afstammeling van echte koppensnellers. Door koppen te snellen dacht men ook de moed van de vijand over te nemen. Maar de maatschappij is daar ook veranderd. Ze moeten nu zelf de koppen boven water houden. “Het is nu ieder voor zich.”
Zingende taal
Rollins laat de taal zingen, schildert met woorden zoals de dichter dat doet. Zoals in Overdosis waarin één voor één Ravemen door zijn zintuigen wordt verlaten. Dit verhaal heeft duidelijk de vorm van een gedicht: “Te weinig licht aan het eind van te veel tunnels beroofde hem van zijn gezichtsvermogen. Te veel uren vastgeplakt aan beeldschermen en fruitmachines in gokpaleizen, snackbar flipperkasten en arcade videogames naaiden zijn vermogen de dingen nog helder te zien.” Dat knalt erin, nietwaar?
Kritisch
Rollins snijdt in Spiegelschriften allerlei thema’s aan. Zingeving stipte ik al aan. Het gaat ook over het zich alleen voelen, het zich machteloos voelen tegen de macht van de vooruitgang (in Subcutane Highway Blues 2061 gaat het over een chip die onderzoekers in de schedel aanbrengen opdat men beter kan communiceren. Het gaat ook over Big Brother is watching you, want de chip zorgt er ook voor dat de protagonist opgepakt wordt wegens verkeerd oversteken), over wat de tijd met je doet, de gekte van het leven. Rollins slaagt erin om in een kort verhaal een wereld op te roepen en nodigt je uit na te denken, te reflecteren over de wereld van vroeger, nu en de toekomst, na te denken over het botsen van verschillende wereldbeelden? In de drie andere delen werkt hij dat verder uit, lijkt het steeds persoonlijker te worden. Over wat een stad met je kan doen met zijn overdosis aan indrukken.
Denkpistes
In het derde deel van Spiegelschriften gaat het om screenshots van gebeurtenissen met als denkpistes: “wij logeren in de waan van de dag” (Hotel de Tijd), mensen die de gekste toeren uithalen om een selfie te maken, de “homo economicus” om af te sluiten met het deel Tijdcapsules. Zo’n capsule is gevuld met voorwerpen en informatie ten behoeve van de mensen in de toekomst. Zij kunnen zo een beeld krijgen van een bepaalde tijdsperiode.
En Rollins heeft de tijd en de wereld van nu indringend, maar ook vol humor beschreven. Rollins spiegelt ook zichzelf: “Er wordt beweerd dat schrijvers die klagen over een afnemend lezerspubliek zich niet genoeg aanpassen aan de tijdgeest. Er is een beweging die zegt dat schrijvers zich moeten toeleggen op kortere teksten die meer geschikt zijn voor onze persoonlijke apparaten.” Nou als dat op de Rollins-manier gaat, dan mag dat van mij!
—
Voor het eerst gepubliceerd op Boekenkrant.com
Leesadvies voor jongeren
Wil je eens kennismaken met prozagedichten dan is deze bundel een mooie kans.
1
Reageer op deze recensie