Lezersrecensie
Tot vijf tellen is een avontuur
Iedereen kent het stapelliedje Old MacDonald had a farm. Wanneer kinderen het zingen staat het garant voor het nodige plezier. De Britse auteur Camilla Reid heeft, geïnspireerd op dit lied, een stevig kartonboek geschreven voor kinderen vanaf drie jaar. Het draagt in het Engels dezelfde titel als het liedje. Bette Westera heeft het vertaald naar Wat zie jij op de boerderij? Boer MacDonald is Boer van Bemmel geworden.
Meteen op de cover zie je de hoofdpersonages van het boek: de boer, de tractor, het varken, de kip, het schaap en de koe. Je ziet meen dat Boer van Bemmel de trekker (met als bestuurder een muis) en de dieren via een slingerende weg naar de schuur wil brengen.
“Wat komt er allemaal voorbij
op Boer van Bemmels boerderij?
Vroem vroem!
Toet toet!
Konijntje aan de kant!
Eén…trekker
Die gaat aan het werk
Op Boer van Bemmels land”
Lekker interactief
De kabaalmakende trekker neemt de kinderen mee op de route van de schuur naar het land en omgekeerd. Wel leuk om de kinderen steeds dat geluid van die trekker te laten verklanken als het boek (voor)gelezen wordt. Ze kunnen bovendien de trekker met bestuurder via een fiche die ze kunnen verschuiven laten bewegen. Lekker interactief voor de allerkleinsten dus. Maar dit boek is ook een telboek: een trekker, twee varkentjes, drie koeien, vier schapen, vijf kippen én een mooie afsluiting. In dit boek leren de kinderen dus van één tot vijf tellen. En dat is net even anders dan Camilla Reids boek Vijf kleine eendjes waar de kinderen leerden terugtellen van vijf naar één. De boekjes vormen een eenheid en illustratrice Jill Howarth laat dat subtiel zien door op de cover van het boek moeder eend met twee van haar kuikens af te beelden.
De illustraties die ze maakt doen wat retro aan, maar zijn vrolijk en bevatten veel details, waardoor kinderen kunnen ontdekken en benoemen wat ze allemaal op een boerderij kunnen tegenkomen: slaplanten, tomaten, bloemen, appelbomen, bijen, een hooiberg en wortels. De dieren worden ook geplaatst in verschillende landschappen : de schapen in een ‘alpenwei’ en de kippen in een omheind stukje land. Je kunt zien dat Howarth een Amerikaanse illustrator is, want de typisch Amerikaanse ‘windmills’ duiken twee keer in het boek op. Waarom niet vervangen door een Nederlands ogende molen, zoals de molen op de laatste bladzijde? De werkelijkheid is wel anders dan Howarth afbeeldt: een melkwagen die volle melkbussen komt ophalen is in Nederland een zeldzaamheid; en stinkdieren zien we niet op een boerderij in de Alpen, eerder een bergmarmot.
De dieren hebben allemaal menselijke trekjes. Ze dragen een hoedje, lopen met een gieter in de hand en zijn gekleed in een overall/tuinpak. Het boek zit vol details: dieren, voorwerpen, groenten etc. die kinderen kunnen leren benoemen. Het schuiven en tellen zal hen aanspreken, evenals het stapelversje. En misschien kunnen ze alvast gaan oefenen in het zingen van Old MacDonald had a farm.
—
Recensie werd eerder gepubliceerd op Bazarow.com
Meteen op de cover zie je de hoofdpersonages van het boek: de boer, de tractor, het varken, de kip, het schaap en de koe. Je ziet meen dat Boer van Bemmel de trekker (met als bestuurder een muis) en de dieren via een slingerende weg naar de schuur wil brengen.
“Wat komt er allemaal voorbij
op Boer van Bemmels boerderij?
Vroem vroem!
Toet toet!
Konijntje aan de kant!
Eén…trekker
Die gaat aan het werk
Op Boer van Bemmels land”
Lekker interactief
De kabaalmakende trekker neemt de kinderen mee op de route van de schuur naar het land en omgekeerd. Wel leuk om de kinderen steeds dat geluid van die trekker te laten verklanken als het boek (voor)gelezen wordt. Ze kunnen bovendien de trekker met bestuurder via een fiche die ze kunnen verschuiven laten bewegen. Lekker interactief voor de allerkleinsten dus. Maar dit boek is ook een telboek: een trekker, twee varkentjes, drie koeien, vier schapen, vijf kippen én een mooie afsluiting. In dit boek leren de kinderen dus van één tot vijf tellen. En dat is net even anders dan Camilla Reids boek Vijf kleine eendjes waar de kinderen leerden terugtellen van vijf naar één. De boekjes vormen een eenheid en illustratrice Jill Howarth laat dat subtiel zien door op de cover van het boek moeder eend met twee van haar kuikens af te beelden.
De illustraties die ze maakt doen wat retro aan, maar zijn vrolijk en bevatten veel details, waardoor kinderen kunnen ontdekken en benoemen wat ze allemaal op een boerderij kunnen tegenkomen: slaplanten, tomaten, bloemen, appelbomen, bijen, een hooiberg en wortels. De dieren worden ook geplaatst in verschillende landschappen : de schapen in een ‘alpenwei’ en de kippen in een omheind stukje land. Je kunt zien dat Howarth een Amerikaanse illustrator is, want de typisch Amerikaanse ‘windmills’ duiken twee keer in het boek op. Waarom niet vervangen door een Nederlands ogende molen, zoals de molen op de laatste bladzijde? De werkelijkheid is wel anders dan Howarth afbeeldt: een melkwagen die volle melkbussen komt ophalen is in Nederland een zeldzaamheid; en stinkdieren zien we niet op een boerderij in de Alpen, eerder een bergmarmot.
De dieren hebben allemaal menselijke trekjes. Ze dragen een hoedje, lopen met een gieter in de hand en zijn gekleed in een overall/tuinpak. Het boek zit vol details: dieren, voorwerpen, groenten etc. die kinderen kunnen leren benoemen. Het schuiven en tellen zal hen aanspreken, evenals het stapelversje. En misschien kunnen ze alvast gaan oefenen in het zingen van Old MacDonald had a farm.
—
Recensie werd eerder gepubliceerd op Bazarow.com
2
Reageer op deze recensie