Lezersrecensie
Inzoomen op details leiden tot een nieuwe werkelijkheid
wie glas blaast is de zevende poëziebundel van Dietske Geerlings (1971). In een aantal opzichten is deze bundel bijzonder. Om te beginnen is de bundel als het ware een tweespraak met haar zus Desiree (1970). Desiree is wetenschapper en promoveerde op de protontransfer in de moleculaire dynamica. Dietske is docente Nederlands en studeerde af in de Nederlandse taal- en letterkunde op de poëzie van Hans Faverey.
Dialoog
Twee vrouwen die elk een andere richting hebben gekozen, maar volgens mij, in veel dingen overeenkomen. Natuurlijk zijn ze zussen. Maar als je kijkt naar hun beroepspraktijk dan zie je ook overeenkomsten. Dat uit zich bijvoorbeeld in de aandacht voor de essentie en het abstracte. In de moleculaire dynamica worden de fysieke bewegingen van atomen en moleculen in de tijd bestudeerd. Bij protonenoverdracht gaat het om het zoeken naar een nieuw evenwicht.
In de (hermetische) poëzie van Hans Faverey zien we hetzelfde. Faverey stelt zich in dienst van de taal, laat de woorden het werk doen. Hij vormt dus tussenpersoon tussen de taal en het gedicht. Lees de poëzie van Dietske, kijk naar de zwart-wit foto’s van Desiree. Zij zoomen in op details, dat levert abstractie op, ieder vanuit de eigen achtergrond. Maar samen ontstaat een dialoog en een nieuwe werkelijkheid. Het is een van de aspecten waardoor deze bundel zo overtuigt. Kijk bijvoorbeeld naar de cover: een foto van een waterdruppel. Die vorm refereert aan een gestolde werkelijkheid, maar heeft ook iets van het begin van leven. Dietske schrijft daarbij – het lijkt intuïtief – het volgende gedicht:
wie glas blaast
verliest een traan
legt een wereld bloot
van licht
dat binnen is
een weg
naar buiten zoekt
en daar
op de valreep
schitterende schijnsel
schept
Glasblazen
Meteen ga je in je hoofd je eigen verhaal maken. Immers in de voorafgaande gedichten en foto’s komt het glasblazen aan de orde. Glas ontstaat door het verhitten van zand, kalk en soda componenten tot een vloeibare massa, die je met behulp van een glaspijp of een mal kunt vormen. Dan stolt het glas en wordt het gepolijst en gaat het schitteren. Er ontstaat iets nieuws. Dietske formuleert het zo in het openingsgedicht, dat meteen de kern van de bundel is (in tekst en beeld):
wat zich ontvouwt
eerst schroomvallig
nadert
alleen
is
Thema’s
Leven, dood, rouw en de natuur in tal van verschijningsvormen zijn thema’s die in de bundel terugkeren. Glasblazen verbindt deze thema’s. Zoals de glasblazer die een ‘glazen buik’ blaast. Een geblazen object met daarin wat as van een overledene. Het levert een prachtig gedicht op waarin Dietske speelt met de woorden ‘was’ en ‘is’:
in glas
as
verscholen ligt
zoals in
was
in missen is
zolang ze adem
haalt uit mist
waarin het is
zich wist
blaast ze
was
in glas
tot
is
Een foto van halmen met dauwdruppels van Desiree geeft extra diepte aan bovenstaand gedicht. De natuur in zijn structuren en vormen zijn een inspiratiebron voor Desiree: druppels, spinnenwebben die druppels verbinden tot een soort van kralensnoer, riethalmen, het ‘geraamte’ (de nerven) van bladeren. Een glaskunstenaar als Willem Heesen legde de natuur in het landschap van de rivier de Linge ook vast, maar dan in glas. Het resulteert in werken met als titels ‘waterkanten’, ‘poldervazen’, ‘verscheurd landschap’ en ‘bladeren.’ Abstracties van de natuur. En altijd is er dat licht dat speelt in het glas, net als dat het geval is in de foto’s van Desiree. En gaat het in het wetenschappelijk werk van haar ook niet om het ontdekken en weergeven van structuren?
Kunst verbindt
En dan is er nog de taal van Dietske: zonder interpunctie, zonder hoofdletters, vrij van vorm, gecentreerd afgedrukt. Het wit tussen de regels zorgt voor de verbinding, maar ook voor een pauze om na te denken. Midden in de bundel staat: en nou stil zeg jij / zeg ik / zeggen we samen. Dan volgen drie foto’s waarop de nerven van bladeren te zien zijn. Er staat geen tekst bij. Een ideaal moment om te reflecteren. Het metrum, het ritme van de taal en de vormgeving doen me denken aan de documentairefilm Glas (1958) van Bert Haanstra. Via deze link kun je hem bekijken. Je voelt de verfijning, je verwondert je over het in beeld brengen, je geniet van de muziek van het Pim Jacobs Kwintet. Het laat de verbinding tussen diverse kunstvormen zien. Tekst was niet nodig bij deze film. Kunst verbindt!
“Wie glas blaast, schept een vorm uit iets vloeibaars. Wie fotografeert, laat beweging tot stilstand komen. Wie poëzie schrijft, laat een gedachte stollen in taal. Wat eerst bewoog, ligt nu verstild voor ons. Je nadert het wezen van iets, zonder het ooit te bereiken, maar door het te blijven proberen, kom je nader tot elkaar” is te lezen in de toelichting op de bundel. De spijker op zijn kop.
—
Voor het eerst gepubliceerd op Boekenkrant.com
Leesadvies voor jongeren
Kunst verbindt is het grote thema van deze bundel. De fotografie en de poëzie stellen details centraal. Vandaar ontstaat een nieuwe werkelijkheid.
Dialoog
Twee vrouwen die elk een andere richting hebben gekozen, maar volgens mij, in veel dingen overeenkomen. Natuurlijk zijn ze zussen. Maar als je kijkt naar hun beroepspraktijk dan zie je ook overeenkomsten. Dat uit zich bijvoorbeeld in de aandacht voor de essentie en het abstracte. In de moleculaire dynamica worden de fysieke bewegingen van atomen en moleculen in de tijd bestudeerd. Bij protonenoverdracht gaat het om het zoeken naar een nieuw evenwicht.
In de (hermetische) poëzie van Hans Faverey zien we hetzelfde. Faverey stelt zich in dienst van de taal, laat de woorden het werk doen. Hij vormt dus tussenpersoon tussen de taal en het gedicht. Lees de poëzie van Dietske, kijk naar de zwart-wit foto’s van Desiree. Zij zoomen in op details, dat levert abstractie op, ieder vanuit de eigen achtergrond. Maar samen ontstaat een dialoog en een nieuwe werkelijkheid. Het is een van de aspecten waardoor deze bundel zo overtuigt. Kijk bijvoorbeeld naar de cover: een foto van een waterdruppel. Die vorm refereert aan een gestolde werkelijkheid, maar heeft ook iets van het begin van leven. Dietske schrijft daarbij – het lijkt intuïtief – het volgende gedicht:
wie glas blaast
verliest een traan
legt een wereld bloot
van licht
dat binnen is
een weg
naar buiten zoekt
en daar
op de valreep
schitterende schijnsel
schept
Glasblazen
Meteen ga je in je hoofd je eigen verhaal maken. Immers in de voorafgaande gedichten en foto’s komt het glasblazen aan de orde. Glas ontstaat door het verhitten van zand, kalk en soda componenten tot een vloeibare massa, die je met behulp van een glaspijp of een mal kunt vormen. Dan stolt het glas en wordt het gepolijst en gaat het schitteren. Er ontstaat iets nieuws. Dietske formuleert het zo in het openingsgedicht, dat meteen de kern van de bundel is (in tekst en beeld):
wat zich ontvouwt
eerst schroomvallig
nadert
alleen
is
Thema’s
Leven, dood, rouw en de natuur in tal van verschijningsvormen zijn thema’s die in de bundel terugkeren. Glasblazen verbindt deze thema’s. Zoals de glasblazer die een ‘glazen buik’ blaast. Een geblazen object met daarin wat as van een overledene. Het levert een prachtig gedicht op waarin Dietske speelt met de woorden ‘was’ en ‘is’:
in glas
as
verscholen ligt
zoals in
was
in missen is
zolang ze adem
haalt uit mist
waarin het is
zich wist
blaast ze
was
in glas
tot
is
Een foto van halmen met dauwdruppels van Desiree geeft extra diepte aan bovenstaand gedicht. De natuur in zijn structuren en vormen zijn een inspiratiebron voor Desiree: druppels, spinnenwebben die druppels verbinden tot een soort van kralensnoer, riethalmen, het ‘geraamte’ (de nerven) van bladeren. Een glaskunstenaar als Willem Heesen legde de natuur in het landschap van de rivier de Linge ook vast, maar dan in glas. Het resulteert in werken met als titels ‘waterkanten’, ‘poldervazen’, ‘verscheurd landschap’ en ‘bladeren.’ Abstracties van de natuur. En altijd is er dat licht dat speelt in het glas, net als dat het geval is in de foto’s van Desiree. En gaat het in het wetenschappelijk werk van haar ook niet om het ontdekken en weergeven van structuren?
Kunst verbindt
En dan is er nog de taal van Dietske: zonder interpunctie, zonder hoofdletters, vrij van vorm, gecentreerd afgedrukt. Het wit tussen de regels zorgt voor de verbinding, maar ook voor een pauze om na te denken. Midden in de bundel staat: en nou stil zeg jij / zeg ik / zeggen we samen. Dan volgen drie foto’s waarop de nerven van bladeren te zien zijn. Er staat geen tekst bij. Een ideaal moment om te reflecteren. Het metrum, het ritme van de taal en de vormgeving doen me denken aan de documentairefilm Glas (1958) van Bert Haanstra. Via deze link kun je hem bekijken. Je voelt de verfijning, je verwondert je over het in beeld brengen, je geniet van de muziek van het Pim Jacobs Kwintet. Het laat de verbinding tussen diverse kunstvormen zien. Tekst was niet nodig bij deze film. Kunst verbindt!
“Wie glas blaast, schept een vorm uit iets vloeibaars. Wie fotografeert, laat beweging tot stilstand komen. Wie poëzie schrijft, laat een gedachte stollen in taal. Wat eerst bewoog, ligt nu verstild voor ons. Je nadert het wezen van iets, zonder het ooit te bereiken, maar door het te blijven proberen, kom je nader tot elkaar” is te lezen in de toelichting op de bundel. De spijker op zijn kop.
—
Voor het eerst gepubliceerd op Boekenkrant.com
Leesadvies voor jongeren
Kunst verbindt is het grote thema van deze bundel. De fotografie en de poëzie stellen details centraal. Vandaar ontstaat een nieuwe werkelijkheid.
1
Reageer op deze recensie