Hebban recensie
Absurd theater
Ontslagen ambtenaar Louis Kehlweiler kan zijn oude job niet laten voor wat hij is. Door de jaren heen heeft hij een netwerk van informanten rond zich verzameld die hem helpen om elke verdachte situatie die zich voordoet te signaleren: krantenartikels worden geanalyseerd en geclassificeerd, het doen en laten van verdachte personen wordt nauwlettend in de gaten gehouden. Bij één van die schaduwoperaties merkt Kehlweiler bij toeval een menselijk botje op, dat blijkbaar een reis door het spijsverteringskanaal van een hond heeft doorstaan. Het spoor leidt Louis recht van Parijs naar Port-Nicolas, een klein Bretoens vissersdorpje met zijn eigen geheimen...
In Een beetje meer naar rechts laat Fred Vargas voor de eerste keer ex-politieman Louis-Ludwig Kehlweiler opdraven in het gezelschap van de evangelisten uit Uit de dood herrezen, een merkwaardig groepje historici annex archeologen, het gecombineerde alter ego voor de schrijfster als het ware.
Verwacht van Fred Vargas geen thriller/politieroman pur sang. Ook Een beetje meer naar rechts kan je beter bestempelen als absurd theater met een misdaadthema. De literaire vorm zal zeker niet iedereen bekoren. Het begin van het Een beetje meer naar rechts doet je meer dan eens vermoeden dat de geesten van toneelschrijvers Samuel Beckett en Eugène Ionesco nooit ver uit de buurt waren toen Vargas het boek schreef.
Het decor waarin de actie plaatsvindt - vooral in het Parijs-gedeelte - beperkt zich tot ongeveer één meter rondom de personages, erg claustrofobisch en minimalistisch. Je kan je er zo een totaal verduisterde scène bij voorstellen met enkel een bank in het midden die door een richtspot belicht wordt.
Wanneer Kehlweiler in Port-Nicolas arriveert wordt de plot en het decor misschien al iets minder absurdistisch, de personages blijven haast buitenaards irreëel. De beschrijving bijvoorbeeld van personage Darnas als een zeeschildpad van gesmolten suiker, hier en daar nog aan de bodem van de pan vastgeplakt of Kehlweilers gezicht als de kop van een Goot van de Beneden-Donau, klaar voor het gevecht met de Hunnen zal alvast duidelijk maken waaraan je je kan verwachten. Mooie woorden misschien maar erg veelzeggend zijn ze niet. De pad Bufo, die Kehlweiler voortdurend als gezelschapsdier meezeult in de zak van zijn jas is ook nog een van die absurde gimmicks die voortdurend terugkomen. Sommigen zullen hierin misschien een vorm van humor ontwaren, voor anderen zal het eerder een reden om het boek voortijdig dicht te slaan.
De hele ontwikkeling van de plot berust op toevalligheden. De ontmaskering van René Blanchet als oorlogsmisdadiger komt totaal uit de lucht vallen. En de uiteindelijke ontknoping krijgt de vorm van een monoloog van Kehlweiler die wel een verloren gelopen hommage lijkt aan het werk van Agatha Christie. Spanning is erg ver te zoeken, zo niet totaal onbestaande. Dat uitgeverij De Geus dit boek uitgeeft onder het label De Geus/Spanning is op zijn minst misleidend waarbij echter nooit kan beweerd worden dat Een beetje meer naar rechts geen literatuur zou zijn. Voor de liefhebbers...
In Een beetje meer naar rechts laat Fred Vargas voor de eerste keer ex-politieman Louis-Ludwig Kehlweiler opdraven in het gezelschap van de evangelisten uit Uit de dood herrezen, een merkwaardig groepje historici annex archeologen, het gecombineerde alter ego voor de schrijfster als het ware.
Verwacht van Fred Vargas geen thriller/politieroman pur sang. Ook Een beetje meer naar rechts kan je beter bestempelen als absurd theater met een misdaadthema. De literaire vorm zal zeker niet iedereen bekoren. Het begin van het Een beetje meer naar rechts doet je meer dan eens vermoeden dat de geesten van toneelschrijvers Samuel Beckett en Eugène Ionesco nooit ver uit de buurt waren toen Vargas het boek schreef.
Het decor waarin de actie plaatsvindt - vooral in het Parijs-gedeelte - beperkt zich tot ongeveer één meter rondom de personages, erg claustrofobisch en minimalistisch. Je kan je er zo een totaal verduisterde scène bij voorstellen met enkel een bank in het midden die door een richtspot belicht wordt.
Wanneer Kehlweiler in Port-Nicolas arriveert wordt de plot en het decor misschien al iets minder absurdistisch, de personages blijven haast buitenaards irreëel. De beschrijving bijvoorbeeld van personage Darnas als een zeeschildpad van gesmolten suiker, hier en daar nog aan de bodem van de pan vastgeplakt of Kehlweilers gezicht als de kop van een Goot van de Beneden-Donau, klaar voor het gevecht met de Hunnen zal alvast duidelijk maken waaraan je je kan verwachten. Mooie woorden misschien maar erg veelzeggend zijn ze niet. De pad Bufo, die Kehlweiler voortdurend als gezelschapsdier meezeult in de zak van zijn jas is ook nog een van die absurde gimmicks die voortdurend terugkomen. Sommigen zullen hierin misschien een vorm van humor ontwaren, voor anderen zal het eerder een reden om het boek voortijdig dicht te slaan.
De hele ontwikkeling van de plot berust op toevalligheden. De ontmaskering van René Blanchet als oorlogsmisdadiger komt totaal uit de lucht vallen. En de uiteindelijke ontknoping krijgt de vorm van een monoloog van Kehlweiler die wel een verloren gelopen hommage lijkt aan het werk van Agatha Christie. Spanning is erg ver te zoeken, zo niet totaal onbestaande. Dat uitgeverij De Geus dit boek uitgeeft onder het label De Geus/Spanning is op zijn minst misleidend waarbij echter nooit kan beweerd worden dat Een beetje meer naar rechts geen literatuur zou zijn. Voor de liefhebbers...
1
Reageer op deze recensie